Direct naar artikelinhoud
Column

Fatsoenlijke zorg voor de buren is achter de horizon verdwenen

Fatsoenlijke zorg voor de buren is achter de horizon verdwenen

Toen ik jong was, veel jonger dan nu, en dacht dat het kon, de wereld verbeteren, volgde ik aandachtig colleges in de Ontwikkelingsprogrammering. We bouwden er economische modellen als kathedralen, de hele wereld paste erin, en ergens in alle formules met veel Griekse letters lag misschien wel het antwoord besloten op de armoede en de onderontwikkeling in de wereld.

Ik studeerde af op de structuralistische inflatietheorie (heel veel formules en nog meer Griekse letters, toegespitst op de toestand in wat toen nog ontwikkelingslanden heette) en de hyperinflatie in Latijns-Amerika – want dat was een ding toen op dat continent vol landen die ­kapot waren gemaakt door linkse, rechtse en onduidelijke staatsgrepen: geld dat zo snel in waarde daalde dat de mensen tegen elkaar zeiden dat het goedkoper was de taxi te nemen dan de bus, want de taxi betaal je achteraf en de bus van tevoren.

Daarna werd alles anders. Ontwikkelingsprogrammering werd opgeheven wegens grondig uit de tijd, van de structuralistische inflatietheorie is weinig meer vernomen, veel Latijns-Amerikaanse landen werden groeidiamanten waar sparen zowaar zin had, en een rottige economie waar de inflatie aan alle bezit vrat, had je alleen nog in beklagenswaardige uithoeken van het continent als Suriname.

Toen een jaar of tien geleden in Venezuela de bolivariaanse revolutie van Hugo Chávez begon te desintegreren, konden we van nabij aanschouwen hoe de geschiedenis van het continent zich herhaalde in dat eens trotse olieland. Inmiddels is de middenklasse er weggevaagd, zijn meer dan drie miljoen Venezolanen het land ontvlucht, zijn de winkelschappen leeg en zijn de ziekenhuizen door hun voorraden heen. Er worden 7-cijferige inflatiecijfers genoteerd. De repressie neemt toe, protesten worden al jaren met geweld onderdrukt en militairen die een risico zouden kunnen vormen voor de zittende regering, worden gevangen gezet, zeiden twee mensenrechtenorganisaties deze week.

Gisteren werd Nicolás Maduro beëdigd voor zijn tweede termijn als president van een vergruisd land. Een groot deel van wat zich als de beschaafde wereld beschouwt, vindt Maduro’s herverkiezing onrechtmatig en erkent diens tweede termijn niet. Wie hem wel feliciteerden: Rusland en Turkije. Desi Bouterse, een opportunistische krabbelaar die grote bewondering heeft voor andere incompetente corruptelingen, zond zijn vicepresident naar de plechtigheid. En China was er natuurlijk, het land dat de hele voormalige derde wereld systematisch afstruint op zoek naar grondstoffen en dat grote delen van de Venezolaanse olievoorraden heeft weten binnen te graaien, in ruil voor royale leningen en investeringen die China ­jarenlang in Venezuela heeft gepompt en die de regering van Venezuela onmogelijk kan terugbetalen.

Venezuela is het meest westelijk gelegen buurland van het koninkrijk der Nederlanden; bij helder weer kun je het vanaf Curaçao zien liggen. De vluchtelingen spoelen aan in bootjes op de kusten van Aruba en Curaçao, landen uit het koninkrijk waar ze vervolgens worden opgejaagd, ­opgesloten en ook anderszins honds behandeld. Nederlandse politici en de Nederlandse regering, die graag dingen vinden van het beheer van de staatsfinanciën op de ­eilanden, vinden hier niet veel van.

Want niet alleen ontwikkelingsprogrammering en ­hyperinflatiemodellen met veel Griekse letters zijn grondig uit de mode geraakt, ook fatsoenlijke zorg voor de ­buren is achter de horizon verdwenen.