Direct naar artikelinhoud
column

De Amerikanen zullen nog lang met hun troepen in het Midden-Oosten moeten blijven

Rob de Wijk.Beeld Foto: Jörgen Caris

Amerikaanse presidenten hebben de neiging hun militairen op ongelukkige momenten terug te trekken. President Bush kondigde in 2003 ‘mission accomplished’ aan nadat hij Saddam Hoessein uit Irak had verdreven. Op dat moment moest de echte strijd nog beginnen.

Zijn opvolger, Obama, kondigde na twee jaar presidentschap ook aan zijn troepen uit Irak te zullen terugtrekken. Maar door de opkomst van IS zonk het land weg in chaos waardoor de Amerikanen harder nodig waren dan ooit. Afgelopen december deed president Trump een soortgelijke aankondiging. Defensieminister Mattis trad af, maar veiligheidsadviseur Bolton vreesde voor chaos. Het resultaat is dat die troepen voorlopig blijven.

Bolton heeft gelijk. De besparing op de kosten van de 2000 Amerikaanse militairen die momenteel in Syrië zijn gestationeerd, weegt niet op tegen schade die terugtrekken oplevert. IS is niet, zoals Trump twitterde, volledig verslagen. Het is evident dat de door Amerika geleide coalitie IS bijna knock-out heeft geslagen, maar dat wil niet zeggen dat deze terreurgroep tot niets meer in staat is. Een rapport van de inspecteur-generaal van het Pentagon schat het aantal IS-strijders op 30.000. Die beheersen nog steeds gebieden langs de Eufraat en zijn in staat de strijd in Raqqa weer te laten escaleren. Daarnaast is Al-Qaida nog steeds actief. In hun strijd tegen deze terroristen kunnen de Koerden voorlopig niet zonder Amerikaanse steun.

Terroristen

Ook al zijn het er maar 2000, de Amerikaanse militairen staan symbool voor de enorme militaire macht die Trump kan inzetten voor het geval dat nodig is. Dit geeft de Amerikanen invloed op de afwikkeling van het conflict en legt de bewegingsvrijheid van alle partijen, van Assad tot Poetin en van IS tot Iran, aan banden.

Precies daarom reageerde president Erdogan woedend op Boltons uitlating dat Turkije niet zonder instemming van Amerika in Syrië mag optreden. Bolton wil niet dat Turkije ten strijde trekt tegen de Koerden, die bondgenoten van Amerika zijn en voor Ankara terroristen. Toen Turkije vorig jaar Syrië binnenviel om Koerden uit het grensgebied te verjagen, voelden de Amerikanen zich ook al overvallen. Bovendien schrikken de Amerikaanse troepen president Assad af als die, al dan niet geholpen door Russen en Iraniërs, ook de Koerdische gebieden wil innemen.

Met die 2000 militairen houdt Trump dus invloed op de inrichting van het toekomstige Syrië en voorkomt hij een oorlog tegen de Koerden.

Grootmachten

Toch is de keuze van Trump begrijpelijk. Amerikaanse troepen zijn sinds 2003 onafgebroken betrokken bij de strijd in het Midden-Oosten. De president vertolkt de gevoelens van een belangrijk deel van het Amerikaanse volk dat vindt dat het wel mooi is geweest.

Maar voor een supermacht zijn er andere overwegingen die niet van emotionele, maar van strategische aard zijn. De vorig jaar verschenen Amerikaanse Nationale Veiligheidsstrategie stelde dat terrorismebestrijding niet langer de eerste prioriteit van het buitenlandbeleid is, maar de strijd tussen de grootmachten. Opmerkelijk is dat dit een extra reden verschaft om te blijven. Want Rusland is zo’n grootmacht die via Syrië zijn invloed in het hele Midden-Oosten wil vergroten. Zo bezien zal Trump zijn troepen nog lang in de regio moeten houden.

Columnist Rob de Wijk schrijft wekelijks over internationale verhoudingen.