PGGM: boycot tegen Israëlische banken blijft overeind

PGGM
Flickr

Het Pensioenfonds Zorg & Welzijn (PFZW, de moederorganisatie van belegger PGGM) heeft verklaard dat zijn beleid ten opzichte van vijf Israëlische banken onveranderd blijft. Het fonds heeft deze banken nog steeds op een zwarte lijst staan, omdat ze betrokken zouden zijn bij het bekostigen van de bouw van nederzettingen op de ‘bezette’ West Bank. Eerder berichtte het NIW dat de boycot was opgeheven, want de banken waren niet langer op de PGGM-site te zien. Volgens een zegsvrouw van PFZW is de boycot nooit van tafel gegaan. PGGM is namelijk de uitvoeringsorganisatie voor de beleggingen van PFZW en pensioenfonds zelf bepaalt in welke bedrijven en organisaties het niet wenst te beleggen.

“Wij hebben de presentatie van ons beleggingsbeleid aangepast aan de richtlijnen uit het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen, dat de grote Nederlandse pensioenfondsen in december hebben ondertekend. Op onze website staan daardoor niet langer al onze uitsluitingen genoemd,” zegt de woordvoerder tegen het RD. Het gaat om vijf Israëlische banken: Bank Hapoalim, Bank Leumi, First International Bank of Israel, Israel Discount Bank en de Mizrahi Tefahot Bank. Volgens deze banken verboden de wetten in Israël hen niet om hun diensten te verlenen aan de nederzettingen, maar PFZW wil zich houden aan internationale richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD). De ‘passieve aandelenindex’  van PGGM, ook wel de groep bedrijven waarin belegd wordt, blijft dan ook ongewijzigd.

In een artikel berichtte het NIW dinsdag: ‘De namen van de banken staan niet meer op de “zwarte lijst” van het pensioenfonds. De boycot werd in 2014 uitgevaardigd na een advies van de “ethische commissie” van PGGM, waarbij de mening van professor Cees Flinterman, lid van de Raad van Advies van BDS-organisatie The Rights Forum, zwaar had gewogen.’ Het blad beroep zich op de website van PGGM, waar de vijf Israëlische banken niet meer vermeld zijn. Flinterman is tevens lid van het VN-comité tegen de discriminatie van vrouwen, zo bericht het NIW. ‘Hij sprak zich destijds bij Nieuwsuur uit vóór toetreding van uitgerekend Saoedi-Arabië tot dat comité, een land dat niet bepaald bekend staat om de vrije houding ten opzichte van vrouwen. Daar waar Flinterman dus inclusief dacht ten opzichte van die onderdrukkende oliestaat, achtte hij het wel ethisch om Israëlische banken op de PGGM boycotlijst te zetten.’

De woordvoerder van PFZW verklaart niets over Flinterman, evenals over oud-minister Hans Alders van Milieu die in 2014 het advies van Flinterman volgens het NIW zou hebben opgevolgd. Alders was indertijd de topman van PGGM. In 2014 kwamen de banken op de zwarte lijst van PFZW te staan, omdat ze betrokken zouden zijn bij het bekostigen van de opbouw van Joodse nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever. PFZW besloot destijds geen zaken meer met deze Israëlische banken te doen, omdat de nederzettingen in Palestijns gebied volgens het internationale recht illegaal zijn. Over deze boycot ontstond destijds veel heisa. Onder andere het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en de Christenen voor Israël (CvI) kwamen in actie. CvI organiseerde een demonstratie tegen PGGM. Ook moest de Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv op het matje komen bij de Israëlische autoriteiten.

Categorie:

Home » Nieuws » PGGM: boycot tegen Israëlische banken blijft overeind