Direct naar artikelinhoud
OpinieThe Big Picture

Sinds 1970 is er weinig veranderd in de wereld: rechts is alweer in opmars

Het rechts-autoritaire leiderstype – populistisch en vaak grofgebekt – doet het ­wereldwijd goed. Op de foto de presidenten Trump en Duterte.Beeld REUTERS

Uit de afdeling ouwe meuk van mijn boekenkast trek ik de bundel Artikelen, commentaren en reportages, een deel uit de Kritiese Bibliotheek van uitgeverij Van Gennep uit 1970. Auteur is de journalist Theo Stibbe, die in de enerverende tweede helft van de jaren zestig werkte voor de Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en de VPRO. De bundel verscheen nadat Stibbe, kind van Joodse ouders die werden omgebracht in Auschwitz, zich van het leven had beroofd.

Mijn blik bleef haken aan de flaptekst, een citaat uit een van de artikelen. ‘Rechts is, op dit moment, in opmars in de wereld. Maar het gaat sommigen blijkbaar niet snel genoeg.’

Het zou een constatering uit januari 2019 kunnen zijn. In Brazilië is dinsdag de ­extreemrechtse Jair Bolsonaro aangetreden als president. Zijn komst versterkt de rechtse wind die door het continent waait. De vier grootste economieën van Zuid-Amerika – Brazilië, Argentinië, Colombia en Chili – worden nu door rechts bestuurd. Fatsoenlijk links is alleen nog aan de macht in Uruguay.

Met Bolsonaro wordt die wind wel erg guur. De oud-legerkapitein is voorstander van martelen en vindt mensenrechten een linkse hobby. Over lhbt’ers spreekt hij met minachting, over de militaire dictatuur met nostalgie. ‘We gaan dat linkse tuig neerknallen’, schreeuwde hij op een verkiezings­bijeenkomst, met een camerastatief zwaaiend als was het een mitrailleur. Economisch gezien is hij voorstander van een hardvochtig neoliberaal beleid.

Het rechts-autoritaire leiderstype – populistisch en vaak grofgebekt – doet het ­wereldwijd goed: Trump in de VS, Poetin in Rusland, Erdogan in Turkije, Orbán in Hongarije, Duterte in de Filipijnen. Met dat ­bekende rijtje is de rechtse opmars lang niet volledig. In Italië zijn populisten aan de macht, in Israël maakt Netanyahu zich op voor herverkiezing, in India doet Narendra Modi hetzelfde en niet slechts voor het gemak schaar ik onder ‘rechts’ ook de ontembare supermacht China van Xi Jinping: autoritair, conservatief en hyperkapitalistisch.

Veel is hetzelfde gebleven sinds Theo Stibbe zijn reportages schreef. Rechts domineerde destijds in Zuid-Amerika. In Parijs was er de Khashoggi-achtige ontvoering van en moord op de Marokkaanse politicus Ben Barka. Er was gedoe over het Britse lidmaatschap van de EEG. De Russen, noteerde de verslaggever, willen behalve rust vooral ‘behoorlijke woningen met ijskasten en tv-­apparaten en een auto voor de deur’. Ook gingen er in juni 1967 ‘geruchten dat de Israëli’s een deel van het in de laatste dagen veroverde terrein bezet willen houden’.

Veel is ook veranderd. Een reportage over honger in India wordt anno 2019 niet meer geschreven en voor de zegeningen van de door Stibbe rijkelijk naïef bewonderde ­Cubaanse revolutie geeft ook in Latijns-Amerika niemand nog een cent. Maar juist in die mix van verandering en continuïteit herkennen we het eb en vloed van de ­geschiedenis. Begin deze eeuw, tot 2012, ­beleefde Latijns-Amerika een ‘roze golf’. In de meeste landen waren linkse regeringen aan de macht. Dat ging samen met een ­ongekende economische groei en een al even ongekende groei van de middenklasse. Velen van hen stemden vervolgens op conservatieve politici. Zo creëert elke getij zijn eigen tegenbeweging.

De dynamiek van de onvrede verschilt per regio en een eenduidig en wereldwijd progressief antwoord op de rechtse opmars bestaat daarom niet. Maar de idealen van vrijheid, democratie en mensenrechten zijn wel degelijk grensoverschrijdend. De lhbt’ers in Brazilië kunnen zich iets veiliger voelen in de wetenschap dat hun strijd overal sympathie geniet. En de presidentskandidatuur in de VS van Elizabeth Warren voor 2020 maakt het de moeite waard de ­Atlantische gedachte levend te houden, al was het maar op de waakvlam. Theo Stibbe zou er wellicht een naderende linkse ­opmars in hebben herkend. Mij kan het niet snel genoeg gaan.

Rob Vreeken en Arie Elshout becommentariëren beurtelings het buitenlandse nieuws.