Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Blauwdruk voor broederschap bestaat al

Het christendom biedt contouren voor een gemeenschappelijk Europees verhaal, betoogt .
Foto iStock

De oproep die Bas Heijne onlangs deed (Laten we de Stef Blok in onszelf confronteren, 21/12) om tribale neigingen te onderdrukken, is een Reusachtige Opgave. Zijn pleidooi om verschillen te overbruggen, bevat een relevante boodschap voor zowel het integratiedebat als voor onze toekomst in Europa. Immers, de behoefte om je als individu te identificeren met een nationale groep groeit naarmate men meer met ‘immigrerende vreemdelingen’ geconfronteerd wordt. Zo’n nationale groep keert zich steeds meer af van ‘buitenkomers’.

Wat betekent dit voor onze maatschappij en de Europese verlichtingsidealen? Welke inhoud krijgt broederschap als vrijheid vooral individueel opgeëist wordt en gelijkheid afneemt, terwijl we tegelijkertijd tot tribale nationalistische neigingen vervallen?

De verlichting is een product van de Europese cultuur en ook het waardensysteem dat onder andere in vrijheid en gelijkheid verwoord is, is onderdeel van deze cultuur. Die is overwegend op het christendom gebaseerd.

De onderscheidende identiteit die de kerk aan miljoenen burgers verleende, creëerde een broederschap over de landsgrenzen heen. Wij zijn ons tegenwoordig nauwelijks bewust van onze Europese gelijkgezindheid, maar concentreren ons juist op onderlinge verschillen. Die verschillen vergroten we uit tot een bedreiging voor onze identiteit.

Heijne wijst terecht op het belang van het onderscheid tussen broederschap op verschillende niveaus. Broederschap in de eigen clan of familie is vanzelfsprekend, op nationaal niveau is het al een flink probleem, en ten opzichte van de mensheid als geheel is het haast een onmogelijke uitdaging.

De vraag dient zich aan op welke geografische schaal we onze krachten moeten bundelen en broederschap zouden moeten praktiseren. Op afstand bezien bestaat de Europese Unie uit een aantal ruziënde staatjes. Een zwak, gefragmenteerd geheel, waarbinnen over onderlinge hulp hard onderhandeld moet worden en vanzelfsprekende broederschap niet bestaat. Tot dusver bleek de onderlinge solidariteit die bij broederschap hoort, in de Europese Unie lastig te vinden. Maar we zouden onze krachten juist op Europees niveau moeten bundelen en broederschap op Europese schaal moeten ontwikkelen.

Het christendom bleek over nationale en culturele grenzen heen te kunnen verbinden. Een soortgelijke bindende kracht bood het internationale socialisme, met een waardenstelsel dat eveneens een component is van de Europese cultuur. Democratie met aandacht en zorg voor zwakkeren en armen is een Europese basiswaarde die we voor de toekomst veilig moeten stellen.

Sinds populistische partijen de verlichting tot vijand hebben verklaard, hebben tal van politici meebewogen uit angst stemmen te verliezen. Dat volstaat niet. Het biedt immers geen antwoord, geen gemeenschappelijk alternatief verhaal. Onze politici hebben nagelaten de Europese, positieve verlichtingsidealen expliciet tegenover het populisme te stellen. Er is niet duidelijk gemaakt dat het in ons eigen belang is om met bijvoorbeeld Griekse broeders één Europa te vormen.

Er zijn ook hoopgevende signalen: Griekenland krabbelt op uit de ergste crisis; Italië onderneemt toch hervormingsinspanningen en ligt niet langer op ramkoers; Frankrijk pakt sociale tekortkomingen aan. Kleine stapjes, maar geleidelijke ontwikkelingen naar een samenhangend Europees beleid. Gunstige signalen zijn ook dat de Fransen hun deel van de égalité opeisen, en dat in Polen en Hongarije de afbrokkeling van de rechtsstaat tot protesten leidt. Dus achter welk ideeënstelsel en achter welke idealen kunnen de Europese volken zich scharen om tot broederschap te komen?

Er is een verhaal nodig dat de samenbindende kracht van de christelijke mythe en sociale idealen verenigt. Hier ligt de werkelijke opgave voor de politiek. Heijne betwijfelt terecht of de rationele roep tot redelijkheid, respect en tolerantie door Sigrid Kaag in de Abel Herzberglezing voldoende tegenwicht biedt aan de emoties van het groepsdenken, nationalisme en superioriteitsdenken.

Het democratische, Europese verhaal moet een antwoord bieden op de bedreigingen van de ongrijpbare multinationals, op de klimaatproblematiek en op de brute en economische agressie vanuit Rusland en China. Niet alleen de Europese Commissie, maar vooral ook de nationale en Europese politici moeten alle middelen aanwenden om deze boodschap internationaal over te brengen en de Europese waardengemeenschap van inhoud te voorzien.

Misschien kunnen we leren van de ervaring met het klimaatakkoord. Misschien zouden we in Nederland moeten beginnen met het bijeenroepen van Europa- tafels, waardoor bredere inzichten over ons belang bij Europa zullen ontstaan. Daarnaast zouden mensen via essaywedstrijden gestimuleerd moeten worden om hun Europees verhaal over te brengen. Wanneer zo’n activiteit in alle lidstaten georganiseerd zou worden, ontstaat een rijke oogst van ideeën waaruit een gezamenlijk Europees verhaal gedestilleerd kan worden.

Belangrijke ingrediënten van het Europese verhaal liggen al op tafel. We moeten de Europese waarden die onder andere gebaseerd zijn op het christendom en het socialisme vertalen naar de situatie van dit moment. Dit is niet alleen een uitdaging voor politici, maar zou ook een uitnodiging moeten zijn voor burgers en journalisten.

Ook zou de rijke Europese pool aan filosofenopleidingen uitgedaagd moeten worden om zich te wagen aan het formuleren van het Europese verhaal; niet alleen het heden proberen te begrijpen, maar ook wegen naar Europa’s toekomst verkennen.

De huidige geopolitieke en geofysische bedreigingen zijn voldoende aanleiding om ons kritisch cynisme te verlaten en ons actief te beraden op de waarden die we willen veiligstellen. In deze omstandigheden is het bovendien van belang om naast het bevechten van onze tribale neigingen, ook de drang te onderdukken om idealisme als naïef af te doen.