Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Geopolitiek

Interview

‘Het is verbazend hoe snel sommigen hun geloof in de democratie verliezen’

Frédéric Worms Het vertrouwen in de democratie heeft de afgelopen decennia een lelijke knauw gekregen. Maar dat betekent niet dat we die moet opgeven, zegt de Franse filosoof Frédéric Worms. ‘De mens heeft een heleboel kwaads in zich.’

Frédéric Worms
Frédéric Worms Foto Philippe Matsas/Opale/Leemage

‘Steeds vaker hoor je mensen zeggen dat de democratie niet goed meer functioneert, en dat we misschien eens een ander systeem moeten proberen. Een autocratie bijvoorbeeld. Het is verbazend hoe snel sommigen hun geloof in de democratie verliezen. Ben je de polarisering in de maatschappij zat? Weg met de democratie. Voel je je miskend? Weg met de democratie. Functioneert de gezondheidszorg niet goed, neemt de ongelijkheid toe, zijn politici corrupt? Weg met de democratie.”

De Franse filosoof Frédéric Worms, hoogleraar aan de prestigieuze École Normale Supérieure in het hartje van het Parijse Quartier Latin, is zo geboeid door deze discussies dat hij zich al een tijdje bezighoudt met de vraag wat democratie eigenlijk is. De protesten van de gele hesjes hebben die vraag alleen nog maar verscherpt. Waartoe dient de democratie? Waarom hebben we er zulke hoge verwachtingen van? En waarom geven we democratie de schuld als er dingen fout lopen, en niet onszelf?

Worms, die een wekelijks radiodebat over filosofie heeft op de zender France Culture en een scholierenprijs kreeg omdat hij filosofie toegankelijk weet te maken voor niet-ingewijden, schreef in 2017 het boek Les maladies chroniques de la démocratie. Daarin schrijft hij dat veel mensen de democratie als een doel zien. Een doel dat je kunt bereiken. Als dat niet lukt, of je gaat een poosje achteruit in plaats van vooruit, dan concluderen mensen dat het doel dús onhaalbaar is. En dat ze misschien een ander doel moeten kiezen. „Die manier van kijken is verkeerd,” zegt Worms in zijn kleine werkkamer, uitkijkend op een binnenplaats waar studenten onder de bomen boeken lezen en discussiëren.

Als de democratie geen doel is, wat dan wel?

„Je moet het meer zien als een proces. Een proces om de maatschappij zo in te richten dat groepen mensen elkaar niet naar de keel vliegen.”

Dus de democratie is een mechanisme?

„Ja. Het is een manier om die verschillende groepen in balans te houden. Een manier om te zorgen dat er geen geweld wordt gebruikt, dat er geen oorlog komt. Al die groepen in de maatschappij hebben verschillende belangen. Altijd. Dat moet in goede banen worden geleid, met gemeenschappelijke regels en overheidsinstellingen. Als je dat niet doet, proberen de groepen elkaar te overheersen en gaan ze elkaar naar het leven staan. Soms loopt dit democratische proces beter dan anders. Maar als het minder gaat, of als er serieuze problemen opdoemen, is dat geen reden om te zeggen: we scheien ermee uit. Nee, dan probeer je het op een andere manier.”

Dit suggereert dat er veel soorten democratieën zijn.

„Dat is ook zo. In elke maatschappij heb je andere groepen, die moeten samenleven in één systeem. In elk land spelen er vergelijkbare problemen, maar er zijn soms ook grote verschillen. De democratie is het frame waarbinnen je de groepen in balans probeert te houden. Overal ziet dat er iets anders uit. Iedereen richt het, binnen bepaalde parameters, op zijn eigen manier in. In Zwitserland werkt het anders dan in Frankrijk. In Frankrijk is het weer anders dan in Duitsland of Nederland. Sommige landen hebben méér, andere mínder directe democratie. Sommige zijn meer federaal georganiseerd, andere meer centralistisch. Of ze hebben overheidsinstellingen die anderen niet hebben. Maar één ding hebben ze gemeen: die systemen evolueren, in de loop der jaren. Geen enkele democratie is statisch. Dé democratie bestaat niet. Dé democratie is fictie. Als je de democratie als proces ziet, wordt dat duidelijker. Een proces is immers nooit af. Je moet altijd onderhoud plegen, altijd bijsturen, ook als het goed gaat. En je komt nooit in de veilige haven aan. Er ís geen veilige haven.”

Waarom hebben we zo lang gedacht dat er een veilige haven is? Waarom dachten we dat de mens almaar beter zou worden?

„Dat heeft, denk ik, met het verleden te maken. Na de oorlogen van de vorige eeuw wilden we het slechte in ons vernietigen. Wegstoppen. Overwinnen. Dus streefden we ernaar om steeds ‘betere’ mensen te worden. Op het laatst geloofden we dat dit kon. Dat we dat doel zouden bereiken.”

Waarom bestaat dat ene doel niet?

„Omdat maatschappijen constant veranderen. Er ontstaan steeds nieuwe groepen. En er zijn veranderingen die de balans kunnen verstoren, net als je denkt dat alles lekker loopt: een financiële crisis, terreuraanslagen, wat dan ook. Ook externe ontwikkelingen kunnen de balans verstoren: oorlog, klimaatverandering, kelderende olieprijzen. Daarom moet je constant waakzaam zijn en beseffen dat je altijd aan de democratie moet blijven sleutelen.”

Kunt u zich voorstellen dat mensen zeggen: het loopt nu wel heel slecht? Kijk naar de gele hesjes.

„Ja, dit zijn geen eenvoudige tijden. Vooral niet omdat we een periode achter de rug hebben waarin velen nogal tevreden waren met de democratie. In 1989, toen de muur viel, waren we zelfs euforisch. Ons model had ‘gezegevierd’. Nu zouden we de rest van de wereld helpen om óók democratieën te worden. Toen kwam de Irak-oorlog. Die bracht ons aan het twijfelen. Wórden we wel almaar beter? Is het acceptabel om oorlog te voeren in een ver land, zelfs als je daar een democratie wilt vestigen? Natuurlijk niet. Later kwamen de crises met de banken, de euro, migratie. Sommige groepen staan nu lijnrecht tegenover elkaar. De politieke polarisatie groeit. Het interessante aan de gele hesjes is dat zij de vraag naar sociale gerechtigheid bovenaan de agenda zetten. Sociale gerechtigheid is cruciaal in een democratie, omdat democratie het kader is om te zorgen dat groepen in de samenleving elkaar niet naar het leven gaan staan. We moeten hier aan werken. Alleen, dat is niet makkelijk omdat je daarvoor naast de regering een constructieve, democratische oppositie nodig hebt. Die is er momenteel niet in Frankrijk. We hebben eigenlijk alleen een extremistische oppositie, op links en op rechts.”

Lees ook: ‘Mijn enige zorg bent u’, zegt Macron tegen de Fransen

Is dit een gevaarlijk moment voor de democratie?

“Ja. Als er niets mee gebeurt, staat straks niet sociale gerechtigheid ter discussie, maar de democratie zelf.”

Maar volgens u is dit geen reden om de democratie op te geven?

„Nee. Het is juist een reden om er in te geloven. Want we hebben een mechaniek nodig om de boel te kalmeren. En de democratie ís dat mechaniek. Dips horen erbij. Anders dan we lang gedacht hebben, is een democratie nooit perfect. Het gaat altijd in gradaties: soms beter, soms minder. Dat dualisme is ingebakken. Hetzelfde dualisme zit in de mens, hè. Een mens heeft goede kanten en slechte kanten. U en ik ook. Het is nooit zwart-wit. Soms komt de ene kant meer boven, soms de andere. De democratie is door mensen gemaakt en kent hetzelfde dualisme.”

Waar verwijzen de ‘maladies’, de ziektes, in de titel van uw boek naar?

„De democratie kan ziek worden, net als de mens. Soms is het een griepje en gaat het snel over. Soms is het ernstiger en moet je naar de dokter. Je zegt niet: ik geef het op. Nee, je probeert beter te worden. In de democratie gaat het net zo.”

Hoe dan?

„Door onafhankelijke instituties te versterken en zonodig te vernieuwen. Die instituties zijn er voor ons allemaal. Zij zijn de uitvoerders en de hoeders van de democratie. Ze zorgen dat zwakkeren niet worden gediscrimineerd. Ze zorgen voor gezondheidszorg, rechtspraak, onderwijs, sociale voorzieningen. Zij zorgen dat iedereen twee minuten spreektijd krijgt en dat dan de volgende aan het woord komt. Zij bewaken het publieke domein én de burgerlijke vrijheden.”

Velen zeggen: die instituties zijn juist het probleem.

„Dat is zo. Maar niet álle instituties. Een heleboel functioneren wél goed. Als dingen mislopen, moeten we ze corrigeren. Zo hadden we in Frankrijk een enorm probleem met besmette bloedtransfusies, in de jaren negentig. De rot zat diep. Ambtenaren die wisten dat bloed met het aids-virus was besmet, keurden transfusies goed. Burgers raakten besmet. Dit schandaal tastte het vertrouwen van mensen in de staat enorm aan. Toen hebben we nieuwe instellingen opgericht. Die hebben het gezondheidssysteem gered, zo kun je het rustig stellen. En zo zijn er meer voorbeelden. Jérôme Cahuzac, de begrotingsminister onder president Hollande, bleek geheime bankrekeningen in Zwitserland te hebben, waarover hij aanvankelijk ook nog loog. Hij moest aftreden, kreeg gevangenisstraf en een boete. Daarna is de Haute Autorité pour la Transparance de la Vie Publique opgericht, een nieuw orgaan. Bestuurders en politici moeten daar onder andere hun financiële belangen en inkomsten melden. Iedereen kan die dossiers inzien. Dit systeem bestaat pas een paar jaar, maar er zijn al drie ministers ten val gebracht. Kortom: het functioneert. Voor mij is dit een teken dat de democratie vitaal is. Er is geen reden om té somber te zijn over onze instituties.”

Democratie bezit meer veerkracht dan mensen weleens denken

Willen leiders als Trump en Orban instituties niet hervormen, maar juist de nek omdraaien?

„Trump is geen democraat: hij bekritiseert constant overheidsinstellingen en probeert ze te ondermijnen. Toch is het niet alleen zwart-wit in Amerika. Het interessante is dat je tegelijkertijd Trump én #MeToo ziet. Rechtbanken snijden Trump de pas af. Kwaliteitskranten als The New York Times zitten weer in de lift. Alles is ambivalent.”

Bent u niet bang dat dit doorslaat?

„Daar moeten we altijd bang voor zijn. Elke genocide begint met een beetje racisme. Het is gevaarlijk als leiders instituties afbreken of minderheden krenken. Heel gevaarlijk zelfs, want de mens heeft een heleboel kwaads in zich. Als hij zich laat gaan, kan het er zó weer uitkomen. Toch ben ik optimistisch. We spelen weer met een beetje van dat kwade, op het moment, maar ik denk dat we ons herinneren hoe slecht het vorige keren afliep. We weten: dit is gevaarlijk. Tijdens de politieke crisis in Italië, eind mei, wilde de Vijfsterrenbeweging de president afzetten en een grote Mars naar Rome organiseren. Maar alle Italianen weten: dit is Mussolini, dit is de jaren dertig. Ofwel, kijk uit.”

Mensen vergeten dat niet?

„Nee, dat denk ik niet. Het is zorgwekkend dat onze slechte kanten bovenkomen. Tegelijkertijd is het misschien goed dat het gebeurt: zo begrijpen we wat er op het spel staat. Toen de Fransen zagen dat Le Pen de verkiezingen kon winnen in 2016, hebben ze massaal op Macron gestemd. Zelfs mensen die weinig met Macron hebben, deden dat. De zwijgende meerderheid zag de voortekenen, begreep wat er op het spel stond en kwam in actie.”

Macron had charisma. Veel andere landen hebben zo iemand niet.

„Wat niet is, kan nog komen.”

En nu? Kan Macron struikelen over de gele hesjes?

“Dat kan. Hij heeft onderschat hoe belangrijk de vraag naar sociale gerechtigheid is. Macron heeft teveel accent gelegd op liberale gerechtigheid. Dat moet hij nu corrigeren: 80 procent van de Fransen vindt dat sociale gerechtigheid een probleem is. Tegelijkertijd denk ik dat we wel moeten beseffen dat een levendige democratie ook een verdeelde democratie is. De polemiek over de politiek, over de vraag waar je heen gaat met de maatschappij, staat in het hart van de democratie. Die polemiek kan fel zijn. Dat mag. Sommigen vinden Macron arrogant en autoritair. Maar ik ben niet tegen een president die beslissingen neemt. Macron is een democraat. Hij steunt overheidsinstellingen en herinnert ons eraan dat ‘vrijheid’ een cruciaal bestanddeel is van de democratie. Rechts praat in Frankrijk alleen nog maar over restricties, over muren en beperkingen. Links doet dat ook steeds meer. Macrons probleem is nu dat de gele hesjes een diverse beweging zijn. Met wie moet hij praten? De democratische oppositie is heel zwak. Radicale groeperingen kunnen met de ontevredenheid op de loop gaan. Macron heeft in december meteen sociale concessies gedaan. Dat is goed. Het toont dat hij begrijpt dat sociale gerechtigheid in een democratie cruciaal is. Zelf denk ik dat de democratie meer veerkracht bezit dan mensen weleens denken. Mensen moeten daar vertrouwen in hebben. Ook op de meest donkere dagen.”

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.