Direct naar artikelinhoud

Stropersbuit: vijftig olifanten, leeuwen en zebra’s per dag

Door stropers gedode zebra.Beeld Phunundu

Natuurbeschermer Assia Hiemstra wil het van de daken schreeuwen: Mensen, doe iets! Bescherm het wild in de Afrikaanse natuur! Maar als zelfs het Wereld Natuur Fonds het in Zimbabwe laat afweten, kunnen de stropers hun gang gaan.

Over een half jaar zal al het wild in het Zimbabwaanse natuurreservaat Maninga uitgeroeid zijn, zegt Assia Hiemstra, natuurbeschermer. Ze schat dat stropers zo’n vijftig dieren per dag doden: olifanten, luipaarden, leeuwen, buffels. Dat moet stoppen. Maar hoe?

“Maninga is zo’n gebied waar je direct verliefd op bent, prachtige natuur. Ik woon op een uur rijden. Laatst was ik er weer: het is één grote platgebrande vlakte nu. Zo gaan stropers te werk, ze steken de boel in brand om de dieren met honden op te jagen.”

Uitgemoord

Assia Hiemstra (46) probeerde onlangs in Nederland aandacht te krijgen voor de situatie in het noorden van Zimbabwe. Vergeefs. Ze had bijna een plekje aan tafel in het tv-programma van Jeroen Pauw. “Maar ik ben geen Bekende Nederlander, dus het ging niet door.” Ze kreeg ook geen poot aan de grond bij de grote natuurbeschermingsorganisaties en keerde gefrustreerd terug naar het land in het zuiden van Afrika.

Zimbabwe, dat is ver van huis. “Het Wereld Natuur Fonds heeft een kantoor in de hoofdstad Harare. Daar zit één man. Hij doet niets. Het WNF heeft geen enkel project in Zimbabwe. Maar wel de mond vol over de halvering van de wilde dierenpopulaties wereldwijd. WNF produceert prachtige rapporten over de Living Planet. Maar in Zimbabwe gebeurt niets en ook hier worden straks de laatste dieren uitgemoord.”

Assia Hiemstra, dierenbeschermer in Zimbabwe.

De Nederlandse kwam er bij toeval terecht, liep tegen een Zimbabwaan aan en raakte verliefd op deze James Gadzikwa én ze werd geraakt door Afrika. Ze wil er nooit meer weg. Hiemstra kwam in Zimbabwe nog een man tegen, Jan Stander, die in het noorden van Zimbabwe een anti-stropers-programma opzette om het wild te beschermen. Met hem ging ze samenwerken in het natuurbeschermingsproject Phundundu. In een gebied van 60.000 hectare, waarvan de helft wildernis is, heeft Stander met financiële steun van de anti-stropen-organisatie IAPF een team opgezet dat met succes het stropen bestrijdt.

Deze Akashinga-rangers bestaan geheel uit vrouwen. Ze hebben sinds begin 2017 46 stropers opgepakt en verjaagd uit het noorden van Zimbabwe. In de regio werden op grote schaal olifanten met het uiterst giftige cyanide gedood. Met de vergoeding die de vrouwen krijgen voor hun werk, wordt de armoede bestreden. Hiemstra: “Want dat stropen was in die regio gewoon bittere noodzaak voor de mannen. Er is grote armoede. Veel dieren, zoals antilopen, werden gestroopt voor het vlees. Je moet die oorzaak wegnemen, dan pas kun je het stropen bestrijden.”

Je moet de oorzaak, armoede, wegnemen, dan pas kun je het stropen bestrijden
Assia Hiemstra, natuurbeschermer

Er is met subsidiegeld een dam aangelegd in het gebied, waardoor water voor plaatselijke landbouw kan worden gebruikt. “Er is een landbouwproject voor de teelt van mais, mango, rode peper en citrusvruchten. Als de mensen daar een inkomen uit kunnen halen, hoeven ze niet meer te stropen.” De Britse ambassade gaf geld voor de inrichting van een viskweekvijver en doneerde een oude Landrover voor de rangers. De natuurbeschermers zijn met de Nederlandse ambassade in Harare in gesprek over steun aan Phundundu. Hiemstra: “We hopen dat ook zij in het project stappen.” 

Met een impuls van 20.000 dollar per maand van de IAPF is het stropen teruggedrongen en is de wildstand in de regio zich langzaam aan het herstellen. Het geld komt via de rangers ten goede aan de lokale gemeenschap. Zo’n 7500 inwoners van het gebied profiteren van de steun die IAPF hen biedt.

Trofee-jacht

Er zijn veel meer van dit soort locaties en daar gebeurt op dit moment niets, vertelt Assia Hiemstra vanuit Zimbabwe via Skype. Ze kan zo twaalf natuurgebieden opnoemen waar stropers ongestoord actief kunnen zijn. “Er is geen geld”, zegt ze. “En dus kunnen we niets doen. Neushoorns staan niet in stemhokjes helaas. En het is ver van ons bed. Er zijn volop beroemde mensen die zich op sociale media heel druk maken over de trofee-jacht en de stroperij in Afrika, maar als het er op aan komt blijft het bij mooie woorden. Ik word daar echt moedeloos van.”

Er zijn volop beroemde mensen die zich op sociale media druk maken over stropen, maar het blijft bij mooie woorden
Assia Hiemstra, natuurbeschermer

Ze wil dat ook in Maninga het stropen stopt. Het is al bijna te laat, maar ze weet dat met een stevige aanpak de wildstand zich snel kan herstellen. Maninga is een bijzonder gebied omdat daar de sabel-antilope leeft, de enige antilopensoort die resistent is tegen de tseetseevlieg. “Als deze antilope verdwijnt, verdwijnen alle sabel-antilopen uit de Zambezi-vallei.”

De tseetseevlieg brengt een parasiet over die bij de mens de gevreesde slaapziekte veroorzaakt en bij vee een vaak fatale ziekte: nagana. De parasiet was onder meer door toepassing van het omstreden bestrijdingsmiddel DDT bijna uitgeroeid, maar is inmiddels weer opgekomen. “Het probleem is dat er veel gebieden zijn zoals Maninga. Er is al zoveel verdwenen.’’

De sabel-antilope, die in het natuurgebied Maninga leeft, wordt met uitsterven bedreigd. Het is de enige antilopensoort die resistent is tegen de tseetseevlieg.Beeld Phunundu

Ooit werd het natuurbehoud in Zimbabwe voor een belangrijk deel betaald uit de opbrengsten van de trofee-jacht. Rijke westerlingen betaalden grof geld om een olifant te kunnen schieten. Er kwam een internationale ban op de trofee-jacht en daarmee droogden ook de inkomsten op voor programma’s om de natuur te beschermen. De Zimbabwaanse overheid steekt nauwelijks geld in behoud van natuur en fauna. Hiem­stra wil daarom zelf fondsen gaan werven om stroperij en trofee-jacht voorgoed uit te bannen.

Geen cent

Maar dat valt vies tegen. “Als je de sociale media volgt, lijkt het alsof er ontzettend veel mensen, vooral beroemde personen, heel begaan zijn met het wild in reservaten. Maar hier in Zimbabwe kwam ik erachter dat natuurbeschermers al heel lang tegen een muur oplopen, als ze geld zoeken om wild te beschermen. WNF en al die andere organisaties, ze brengen leuke spotjes op tv, maar de natuurbeschermers in Zimbabwe krijgen geen cent.”

“Neushoorns zijn er al bijna niet meer. We moeten onze aandacht nu richten op het kleinere wild, alle antiloop-achtigen, het luipaard, de buffel, de gnoe. Als je nu rondloopt bij de plekken waar deze dieren drinken, dan zie je overal de strikken hangen. Ze gaan in zo’n strik een gruwelijke dood tegemoet, pas na enkele dagen lijden zijn ze doodgebloed. Het zijn de stropers die die reservaten leegplunderen, niet de jagers.” Wat ze het liefst wil? “Dat mensen hier zelf komen kijken. Ik leid ze graag rond. Ik wil ze laten zien hoe prachtig het nog is en hoe belangrijk het is om de biodiversiteit in Zimbabwe veilig te stellen.”

Reactie Wereld Natuur Fonds

Het WNF bevestigt dat de organisatie geen projecten heeft in Zimbabwe. “Wij snappen dat het vreselijk is als je met lede ogen moet aanzien dat prachtige dieren zoals de sabel-antilope worden gestroopt”, aldus woordvoerder Nathalie van Koot. “Dat is een werkelijkheid waar wij helaas elke dag mee te maken hebben. We zijn dan wel een van de grootste natuurbeschermingsorganisaties met projecten in zo’n honderd landen, maar ook wij moeten soms harde keuzes maken.”

Lees ook:

Nu hun tijgers op zijn, halen de Chinezen tot pasta gekookte jaguars uit Suriname

Nu de Zuid-Chinese tijger vrijwel is uitgestorven, worden jaguars in Suriname opeens bedreigd. Stropen gebeurt er op bestelling, en de Chinezen trekken aan de touwtjes. 

Nu neushoornpoeder meer oplevert dan goud, is natuurbescherming een bloedige oorlog geworden

Internationale veteranen, huurlingen en soldaten vliegen daarom steeds vaker naar Afrikaanse natuurparken om daar te helpen bij natuur- en wildbescherming. Niet iedereen is daar blij mee.

In Zimbabwe waart de geest van Mugabe nog rond

Toen president Mugabe werd afgezet, kende de euforie in Zimbabwe geen grenzen. Maar opnieuw is er vrees voor geweld.

De landbouw in Zimbabwe is nog altijd kapot en geld om te repareren is er niet

Onder Mugabe werden veel witte boeren onteigend. Het nieuwe regime wil de sector herstellen.