Direct naar artikelinhoud
Lezersbrief

'We hebben ons lesje nog niet geleerd na de Holocaust'

Walter Palm is somber over de multi-etnische samenleving anno 2018. 'Het zou helpen als de Nederlandse regering de Grondwet volmondig zou uitdragen.'

Extreemrechts is een amalgaam van islamofobie, antisemitisme, homofobie, afrofobie en antifeminisme.Beeld Marcel van Oostrom

Het jaar 2018 had een onaangename verrassing in petto voor wie dacht dat de mensheid haar les had geleerd na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, maar dat geldt kennelijk niet voor de mensheid als geheel.

In 2018 maakte extreemrechts een comeback. Het heeft een nieuw gezicht, maar het is oude wijn in nieuwe zakken.

Het heet nu white supremacy en richt zich tegen alle minder­heden: tegen Joden, maar ook tegen moslims, Caribische Nederlanders, lhbti'ers en niet te vergeten feministen. Extreemrechts als amalgaam van antisemitisme, islamofobie, homofobie, afrofobie en antifeminisme.Het idee van de übermensch in een nieuw jasje gestoken, een geliefd onderwerp van de nazi's.

Dialoog met minderheden
Antisemitisme is de kanarie in de kolenmijn voor een opleving van extreemrechts. Een indicatie voor de relatie tussen extreemrechts en antisemitisme in Nederland was het verbijsterende artikel 'Hoe alt-right online Jodenhaat verspreid' van Hassan Bahara en Annieke Kranenberg in de Volkskrant van 10 november.

In het artikel wordt gesteld dat op obscure extreemrechtse platforms in de duistere krochten van het internet, antisemitisme ­welig tiert. En dat Forum voor Democratie opvallend vaak kan rekenen op sympathie van de mensen die actief zijn op deze platforms. Verontrustend dus.

Helaas beperkt antisemitisme zich niet tot extreemrechts. Ook onder minderheden komt antisemitisme voor. Een manier om dit te bestrijden is dat de regering hierover de dialoog aangaat met minderheden.

Eens was er met de Wet overleg minderhedenbeleid (Wom) een gestructureerde en wettelijk gefundeerde dialoog van het kabinet met minderheden. Minderhedenorganisaties die op basis van de in deze wet vastgestelde representativiteitscriteria werden toegelaten tot het Landelijk Overleg Minderheden, hadden gezag, omdat ze wettelijke gesprekspartner van het kabinet waren.

Zonder enige vorm van evaluatie is de Wom in 2013 ingetrokken. Toen er achteraf werd geëvalueerd, bleek de wet ook voor de overheid waardevol te zijn. Met de intrekking ervan heeft de regering zichzelf in de vingers gesneden.

In 2018 was het vijf jaar geleden dat de Wom is ingetrokken. In die jaren ging het over minderheden zonder minderheden. Belangrijke onderwerpen die alleen met minderheden zijn op te pakken, zijn jaren blijven liggen.

Ik doel op onderwerpen als het bespreekbaar maken van homoseksualiteit, antisemitisme en radicalisering - onderwerpen die cruciaal zijn voor een harmonieuze multi-etnische en multireligieuze samenleving. De rekening voor dit achterstallig onderhoud komt nog.

Grondwet
Opvallend is dat bij twee brandende kwesties, Zwarte Piet en het boerkaverbod, de Grondwet geen doorslaggevende rol had in het overheidshandelen. Dat is vreemd, want de Grondwet ­behoort leidend te zijn in het handelen van de regering. Niet voor niets moeten leden van het kabinet en de Staten-Generaal bij hun aantreden trouw zweren aan de Grondwet, dan wel een gelofte afleggen.

Het gaat tegenwoordig over minderheden zonder minderheden

In plaats van pal te staan voor het non-discriminatiebeginsel (artikel 1 van de Grondwet) keek het kabinet liever weg in het Zwarte Piet-debat. In plaats van hartstochtelijk op te komen voor het recht op demonstreren (artikel 9 van de Grondwet) kwam VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff met het abjecte voorstel om demonstreren te verbieden van de intocht van Sinterklaas tot 6 december; een voorstel dat dwars tegen de Grondwet ingaat.

Ander voorbeeld is de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, het boerkaverbod dus. Deze wet is evident een beperking van de grondwettelijk vastgelegde godsdienstvrijheid (artikel 6 van de Grondwet), want voor sommige moslimvrouwen is de boerka onderdeel van hun geloofsuiting.

Bovendien bevat de wet zoveel uitzonderingen voor andere gezichtsbedekkende kleding dan de nikab en de boerka, dat het in de praktijk neerkomt op een verbod van alleen deze twee kledingstukken. Daarmee maakt deze wet zich schuldig aan onbedoelde discriminatie en is die dus strijdig met artikel 1.

Grondwet als kompas
Terugblikkend op 2018 moet helaas ook de betreurenswaardige uitspraak van minister Stef Blok gememoreerd worden, dat hij niet gelooft dat een multiculturele en multi-etnische samenleving harmonieus kan zijn.

Het kabinet kijkt weg bij Zwarte Piet en ontkent het demonstratierecht

Natuurlijk is een multiculturele en multi-etnische samen­leving niet vanzelf harmonieus. De Grondwet is een uitstekend kompas bij het realiseren van een vreedzame samenleving en daarom zou het helpen als de Nederlandse regering de Grondwet, en meer in het bijzonder artikelen 1, 6 en 9, volmondig zou uitdragen, zoals zij gezworen respectievelijk beloofd hebben.

Urgent is dat het kabinet opnieuw een gestructureerde en wettelijk gefundeerde dialoog aangaat met representatieve minderheden­organisaties, zeker nu gebleken is dat de Wet overleg minderhedenbeleid mede in het belang is van de overheid. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. 

Urgent is ook een verhoogde inzet op de Grondwet, nu demonen uit het verleden in 2018 weer tot leven zijn gekomen - en dan doel ik op extreemrechts.

Als Nederland in de ogen van Mark Rutte een kostbare en kwetsbare vaas is, dan is het van belang dat die vaas een solide voetstuk heeft. Anders kan een stevige windvlaag vanuit extreemrechts de vaas alsnog doen stukvallen. En wat is een beter voetstuk dan de Grondwet?

Urgent is een verhoogde inzet op de Grondwet, nu demonen uit het verleden in 2018 weer tot leven zijn gekomen