Direct naar artikelinhoud
De week in wetenschapTonie Mudde

Schelden met ‘homo’ of ‘mietje’ op het voetbalveld verdient een gele kaart

Schelden met ‘homo’ of ‘mietje’ op het voetbalveld verdient een gele kaart

Een halve eeuw nadat homoseksualiteit als psychische stoornis werd geschrapt, gaat de homo-emancipatie bij volkssport no.1 nog steeds tergend langzaam.

Twee jonge, homoseksuele voetbalsupporters schreven onlangs een brief aan de KNVB dat ze zich storen aan het homo-gescheld rondom voetbalvelden. ‘Keer op keer worden we geconfronteerd met het gebruik van woorden als homo, flikker, etc. in een negatieve context. Hoewel dit hoogstwaarschijnlijk niet op ons persoonlijk is gericht, en onze geaardheid er wellicht zelfs los van staat, blijven deze opmerkingen enorm kwetsend.’ De auteurs nodigen de KNVB uit om samen verder te denken over hoe de voetbalwereld sneller toleranter gemaakt kan worden.

Dat er iets mis is met die tolerantie in het voetbal is wel duidelijk, blijkt uit peilingen van het Mulier Instituut, gespecialiseerd in sportonderzoek en -beleid. Bijna de helft van de voetbalverenigingen geeft aan dat homonegativiteit wel eens voorkomt op hun club, bijna vier keer zoveel als bij andere sportverenigingen. Een profvoetballer die tijdens zijn carrière openlijk homo is? Extreem zeldzaam.

De journalisten van This American Life maakten ooit een prachtige reconstructie over de verkrampte omgang met homoseksualiteit in een heel andere sector: de psychiatrie. Tot 1973 omschreef de DSM, het diagnostisch handboek van psychiaters, homoseksualiteit nog als een psychische stoornis. De radiodocumentaire toont hoeveel moeite het kostte om daar verandering in te brengen. Bij een bijeenkomst van de Amerikaanse vereniging van psychiaters APA stond pas in 1972 voor het eerst een (homoseksuele) psychiater op het podium die ervoor pleitte om homoseksualiteit als stoornis uit het psychiatrisch handboek te schrappen.

De man in kwestie was zo bang dat zijn uitspraken hem zijn carrière zouden kosten dat hij vermomd ging. Rubber masker over z’n hoofd, een kostuum van drie maten te groot. Dat verandering desalniettemin in de lucht hing, bleek uit de respons van de zaal: een staande ovatie.

Bijna een halve eeuw later durven twee jonge voetbalsupporters het aan om zonder vermomming te pleiten voor meer homo-tolerantie bij voetbalclubs. Kregen zij ook een staande ovatie? Een van hen, een 20-jarige AZ-supporter, besloot deze maand om zijn campagne alweer terug te schroeven vanwege de drek die hij online over zich heen kreeg. ‘Via Facebook kreeg ik berichten met verwensingen als aandachtzoekende kankerhomo, pisnicht en relnicht’, zegt hij tegen de Gaykrant.

Het Mulier instituut peilt al tien jaar de acceptatie van seksuele diversiteit bij sportverenigingen. Veel goede voornemens, weinig resultaat in de praktijk, luidt de samenvatting. Een van de stellingen in de enquêtes: Ik vind dat scheidsrechters moeten ingrijpen wanneer sporters ‘homo’ of ‘mietje’ gebruiken als scheldwoord. Minder dan de helft van de mannelijke teamsporters is het er mee eens, maar wat mij betreft wordt daar nu eindelijk ’ns geel voor getrokken.