Direct naar artikelinhoud
Die ene patiëntOogarts Tjeerd de Faber

‘Die ene vuurpijl heeft hem een levenslange handicap bezorgd’

‘Die ene vuurpijl heeft hem een levenslange handicap bezorgd’
Beeld Tzenko Stoyanov

Medische experts over de patiënt die hun kijk op het vak veranderde. Deze week: oogarts Tjeerd de Faber (63).

‘Hij kwam binnen op de arm van zijn vader, het was Nieuwjaarsdag vroeg in de ochtend. Zijn rechteroog had een voltreffer gehad. Zijn ouders hadden samen met de buren rond een vuurkorf in de tuin het oude jaar uitgeluid en daarbij waren babyvuurpijlen afgestoken. Een daarvan had zijn gezicht geraakt. Zijn oog zat dicht, hij huilde hartverscheurend. Een jongetje van drie jaar dat geen idee had wat hem was overkomen.

‘Ik heb hem drie keer moeten opereren. Zijn lens was troebel, het netvlies was beschadigd en zijn pupil was deels weg. Hij had een kunstlens nodig, de jaren erna moest zijn goede oog worden afgeplakt om te voorkomen dat het getroffen oog lui zou worden. Jarenlang heeft hij rondgelopen met pleisters en ooglapjes en moest hij proberen te kijken met een oog dat almaar achteruit ging. Na een paar jaar zag hij alleen nog licht en donker. Ondanks al onze inspanningen is hij uiteindelijk blind geworden.

‘Leroy is het jongste vuurwerkslachtoffer dat ik ooit heb behandeld. Mijn boosheid over het lot van zo’n weerloos kind heeft ertoe geleid dat ik de barricades ben opgegaan. Vuurwerk is prachtig, het hoort bij het nieuwe jaar, maar niet in handen van mensen die er niet goed mee kunnen omgaan. Elk jaar hoorde ik op het nieuws dat het weer een rustige jaarwisseling was geweest en elke keer dacht ik: mijn hemel, kom eens hier kijken. In het oogziekenhuis waar ik werk hadden we dan steevast onze handen vol gehad aan ernstig gewonden. Het werd me duidelijk dat we landelijke cijfers nodig hadden om de dramatische gevolgen van die ene nacht in beeld te krijgen. Daar ben ik me voor gaan inzetten en na verloop van tijd kreeg ik mijn collega’s mee.

‘Oogartsen laten mij nu op de eerste dag van het nieuwe jaar weten hoeveel slachtoffers ze hebben behandeld zodat we een overzicht kunnen maken. We  hebben nu over tien jaar cijfers verzameld en de balans is treurig: iedere Oud en Nieuw enkele honderden kapotte ogen en gemiddeld achttien blinde ogen per jaar. De helft van alle ongelukken treft omstanders zoals Leroy.

‘Dat jongetje van toen is nu 18 jaar. Hij helpt mee in de glastuinbouw, in de kassen van zijn vader. Die ene vuurpijl heeft hem een levenslange handicap bezorgd. Jarenlang is hij doodsbang geweest voor ieder onverwacht geluid. Pas door therapie is hij van die angst afgekomen. Eens per jaar komt hij hier nog voor controle en steeds als ik hem zie, besef ik waarvoor ik actie voer. Verbied vuurwerk voor consumenten, laat het over aan professionals: dat is onze boodschap en daar blijven we voor strijden.

‘De komende jaarwisseling is de 21ste keer dat ik dienst heb. De laatste decemberdag is mijn trouwdag, toen ik dit vak koos, kon ik niet voorzien dat ik die avond altijd weg zou zijn. Ik kan uittekenen wat er gaat gebeuren. Ik houd, net als mijn collega’s vermoedelijk, nauwlettend het weerbericht in de gaten. Regen is een zegen, harde wind een ramp vanwege de afzwaaiers. Eerst ga ik bij vrienden kijken naar het vuurwerk dat hier boven de Erasmusbrug wordt afgestoken. Om half 1 rijd ik naar het ziekenhuis, waar dan de eerste ambulances al binnenkomen. Die nacht lijkt het hier op een veldhospitaal, tot een uur of vier zijn we bezig om te beoordelen welke slachtoffers meteen kunnen worden behandeld en wie de volgende ochtend een operatie nodig heeft. Om 4 uur ga ik naar huis om een paar uur te slapen, om 8 uur ben ik terug om te opereren.

‘Tegen die tijd komen op mijn telefoon alle meldingen binnen uit de andere ziekenhuizen en kan ik de optelsom maken. Ik weet nu al dat ik weer de twijfelachtige eer heb om straks voor de camera’s van de journaals het eerste slechte nieuws van het nieuwe jaar te brengen.’

Tjeerd de Faber