Recensie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Geschiedenis

Recensie Boeken

Hoe fout was ‘racist en moordenaar’ Churchill nu echt?

Winston Churchill Andrew Roberts schreef een meeslepende biografie van deze journalist, historicus, krijger, politicus, redenaar, schilder, sigarenroker, champagnedrinker, metselaar, vlinderverzamelaar, driftkop en huilebalk.

De jonge Winston Churchill als parlementslid voor het kiesdistrict Oldham, 1901.
De jonge Winston Churchill als parlementslid voor het kiesdistrict Oldham, 1901. Foto Rischgitz / Getty Images

Oude witte mannen zitten de laatste tijd in de hoek waar de klappen vallen. En geen reputatie is heilig, ook postuum niet. Dat ontdekte de Amerikaanse astronaut Scott Kelly, toen hij onlangs een goedbedoelde tweet de wereld in stuurde. Hij richtte zich tot de Republikeinse partij, met een citaat van ‘een van de grootste leiders van de moderne tijd’, Winston Churchill: ‘In victory magnanimity.’ (Wees grootmoedig bij een overwinning.)

De reacties waren woedend. Wist Kelly soms niet dat Churchill een racist was, een moordenaar die verantwoordelijk is voor de dood van talloze mensen van kleur? Geschrokken verontschuldigde de voormalige commandant van het International Space Station zich, op een wijze die niet had misstaan in Orwells 1984: ‘Het was niet mijn bedoeling te kwetsen door Churchill te citeren. Mijn excuses. Ik zal mij verder verdiepen in zijn gruweldaden en zijn racistische standpunten, die ik niet deel.’

Het kan verkeren. In 2002 werd Winston Churchill nog door het BBC-publiek verkozen tot de Grootste Brit aller tijden, maar anno 2018 is hij kennelijk zo omstreden dat een man die de moed had om bovenop een raket te gaan zitten, het niet aandurfde hem te verdedigen tegenover een meute boze twitteraars.

Prachtboek

Gelukkig voor Scott Kelly kan hij zijn zelfstudie beginnen met het onlangs verschenen prachtboek Churchill. Walking with Destiny van de Engelse historicus Andrew Roberts (1963). Roberts, die vier jaar geleden nog een vuistdikke biografie van Napoleon afleverde, heeft misschien wel de beste ééndelige biografie van Churchill geschreven die momenteel verkrijgbaar is. Roy Jenkins’ Churchill (2001) is stilistisch fraaier, maar voor zijn informatie leunde de Labour-politicus sterk op de officiële achtdelige biografie van de hand van Martin Gilbert. Roberts heeft veel breder gelezen, zo blijkt uit de in totaal 5.047 noten aan het eind van zijn boek. Het meer recente The Churchill Factor van Boris Johnson moet toch vooral gezien worden in het licht van de politieke ambities van de auteur.

Andrew Roberts wil zijn hoofdpersoon vooral zien en beoordelen als een product van zijn tijd. Dat levert een kritische, maar faire biografie op. In ruim duizend pagina’s krijgt de lezer een meeslepend levensverhaal opgedist van de journalist, historicus, krijger, politicus, redenaar, schilder, sigarenroker, champagnedrinker, metselaar, vlinderverzamelaar, driftkop, huilebalk, somberaar en levensgenieter Winston Spencer Churchill (1874-1965).

Roberts laat op overtuigende wijze zien dat de mensen die Churchill aanvallen veelal hun bronnen niet kennen, zonder dat hij van zijn protagonist een held met sneeuwwit blazoen maakt. Churchill was een gecompliceerde man: de koppigheid waarmee hij zich in de jaren dertig verzette tegen Indiaas zelfbestuur, kwam voort uit dezelfde geest die als een van de weinigen het gevaar van nazi-Duitsland onderkende.

De jaren 1940-1945, toen Churchill als premier van Groot-Brittannië een titanengevecht leverde met Adolf Hitler, beslaan de helft van het boek. Dit deel van de biografie is bijzonder sterk in de analyse van het politieke en militair-strategische optreden van Churchill. Dat Roberts als eerste historicus onbeperkt toegang heeft gekregen tot de dagboeken van koning George VI, zorgt voor een extra mooi kijkje achter de schermen.

De rest van de biografie, die minstens zo interessant is, gaat over de zestig jaar waarin Churchill toegroeide naar de rol van zijn leven. Als politicus ontwikkelde hij zich in de eerste decennia van de twintigste eeuw tot Tory Democrat, naar voorbeeld van zijn vader, Lord Randolph Churchill. Een Tory Democrat stond voor een bevoogdend soort conservatisme, dat het beste voorhad met de arbeiders in eigen land en de miljoenen overzeese onderdanen van het Britse wereldrijk. Die verheffing moest wel plaatshebben onder leiding van de maatschappelijke elite waartoe de familie Churchill – nazaten van de hertog van Marlborough – behoorde.

‘Vriendelijke volkeren’

Vooral over zijn denkbeelden en optreden als koloniaal krijgt Churchill de afgelopen jaren veel kritiek. Hij was meteen verliefd geworden op het Britse Empire toen hij als kersverse luitenant in 1896 in India van de boot stapte. Hij bewonderde ‘het grootse werk’ dat Engeland verrichtte in India en haar ‘verheven missie om te heersen over deze primitieve maar vriendelijke volkeren, voor hun eigen welzijn en het onze.’

Churchill zag alleen de fraaie kanten van het kolonialisme: sinds de komst van de Engelsen heerste er vrede in India, er waren spoorwegen, havens, bruggen en wegen aangelegd en het onderwijs was met sprongen vooruit gegaan. De bevolking van India bofte met deze vooruitgang, vond hij.

Roberts noteert terecht dat Churchill het ‘sinistere en paternalistische’ karakter van de ‘koloniale uitbuiting’ ontkende, maar plaatst daarbij de belangrijke kanttekening dat die houding indertijd niet bijzonder was. De zegeningen van het kolonialisme werden in de Victoriaanse tijd overal in Europa bezongen.

Niet lang na zijn verblijf in India slaagde Churchill erin als oorlogscorrespondent een plekje te bemachtigen bij de legereenheid die in 1898 in Soedan een opstand van de plaatselijke bevolking moest neerslaan. Hij nam tijdens deze campagne deel aan de laatste geslaagde cavaleriecharge uit de geschiedenis van het Britse leger.

Kritiek op Islam

Net als over zijn Indiase avonturen schreef Churchill over deze expeditie een boek, waarin hij zich stevig uitliet over de islam. Hij noemde het een religie die ‘een genadeloos fanatisme’ stimuleerde. ‘De Islam verergert, in plaats van vermindert, de woede van intolerantie. Deze religie van bloed en oorlog staat tegenover de religie van vrede. Gelukkig is de religie van vrede meestal beter bewapend.’ Hij beklaagde ook het lot van de vrouw in de islamitische wereld. ‘Het feit dat in de Mohammedaanse wet elke vrouw het bezit moet zijn van een man – het zij als kind, echtgenote of concubine – zorgt ervoor dat er van de totale afschaffing van de slavernij pas sprake kan zijn als de Islam niet langer een Grote Macht onder de mensheid is.’

Als echtgenote van Winston Churchill stond ze haar man in alles bij. Voor de goede zaak liet ze zelfs haar dochter de Amerikaanse gezant verleiden, zo blijkt uit haar biografie. Lees ook: Zonder haar was Churchill nergens

Opvallend genoeg waren deze passages verdwenen toen er in 1902 een verkorte versie van het boek uitkwam. Churchill was toen op jacht naar een ministerspost binnen de regering die een rijk met tientallen miljoenen moslim-inwoners bestuurde. Zijn gepeperde mening over de islam kwam hem toen even minder goed van pas.

Churchill was overigens niet dermate begaan met het lot van de vrouw dat hij een voorstander was van het vrouwenkiesrecht. Hij werd dan ook regelmatig lastiggevallen door suffragettes als hij politieke toespraken hield. Meestal trachtte hij de situatie naar zijn hand te zetten door de demonstranten met enkele charmante woorden uit te nodigen op het podium om er hun zegje te doen. Lang niet alle vrouwen lieten zich op deze manier paaien. Zo was er de Ierse suffragette Mary Malony die tijdens de verkiezingscampagne van 1908 Churchill het spreken herhaaldelijk onmogelijk maakte door een grote bel te luiden zodra hij zijn mond open deed.

Churchill bekleedde tussen 1908 en 1929 een aantal belangrijke kabinetsposten, waaronder die van minister van Marine tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na deze periode begonnen zijn jaren ‘in de wildernis’, zoals hij het zelf noemde, een decennium waarin hij vervreemd raakte van zijn partij en zich vooral bezighield met schrijfwerk. (Hij was na te zijn overgelopen naar de Liberalen eind jaren twintig weer teruggekeerd bij de Conservatieven).

Bengaalse Hongersnood

Churchill kwam buiten spel te staan vanwege zijn liefde voor het Empire. Hij weigerde zich neer te leggen bij de plannen om India een zekere mate van zelfbestuur toe te staan, en zei bijzonder hatelijke dingen over Mahatma Ghandi, de belangrijkste pleitbezorger van een onafhankelijk India. Later in de jaren dertig nam zijn isolement verder toe vanwege zijn verzet tegen de appeasement-politiek waarmee Neville Chamberlain Adolf Hitler tegemoet trachtte te komen.

Ook nadat hij in mei 1940 aan de macht was gekomen, was het Empire cruciaal in Churchills denkwereld. Veel van zijn strategische overwegingen waren ingegeven door de wil Britse belangen in het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië veilig te stellen.

Roberts begint de epiloog van zijn boek met een paginalange opsomming van alle fouten die Churchill heeft gemaakt in zijn leven als politicus

In 1943 kreeg Churchill te maken met een bijzonder ernstige voedselcrisis in India. Een orkaan had de oogst vernield in een gebied dat het huidige Bangladesh overlapt. Uiteindelijk zouden daar anderhalf miljoen mensen omkomen van de honger. Over zijn optreden tijdens deze Bengaalse Hongersnood worden Churchill nu bijzonder ernstige verwijten gemaakt. Zijn critici beschuldigen hem van genocide: hij zou uit nijd over het Indiase onafhankelijkheidsstreven met opzet voedselhulp hebben achtergehouden.

Roberts maakt korte metten met deze theorie. Ondersteund door talrijke bronnen toont hij aan dat Churchill er juist álles aan deed om graan naar het getroffen gebied te sturen. Ondanks dat de geallieerden zware verliezen hadden geleden op zee, lukte het uiteindelijk om meer dan een miljoen ton graan te verschepen naar India. Je zou kunnen concluderen, aldus Roberts, dat de Bengaalse Hongersnood zonder Churchills optreden nóg slechter was afgelopen.

Weerstand

Lees ook de recensie van de film Darkest Hour, over het leven van Churchill: Churchill, dat gaat niet zonder hoorngeschal

Roberts begint de epiloog van zijn boek met een paginalange opsomming van alle fouten die Churchill heeft gemaakt in zijn leven als politicus, om vervolgens te concluderen dat dit ‘veertjes zijn op de weegschaal’ van de geschiedenis. Toen het er écht toe deed, was Churchills oordeelsvermogen feilloos. Hij onderkende als geen ander de gevaren van het Pruisisch militarisme in 1914, de agressie van de nazi’s in de jaren dertig en de expansiedrift van het Sovjet-communisme na de Tweede Wereldoorlog. Op deze momenten, toen het met de wereldgeschiedenis compleet de verkeerde kant op had kunnen gaan, deed Churchill het juiste, ook al had hij met nog zo veel tegenwerking te maken. Die weerstand deerde hem niet, omdat hij zijn hele leven al gewend was eigenwijs tegen de stroom in te roeien.

Churchill had naast zijn vader Lord Randolph twee grote helden in zijn leven: John Churchill, de eerste hertog van Marlborough (1650-1722), en Napoleon. Roberts besluit zijn boek met een vergelijking tussen deze drie Grote Mannen: ‘John Churchill won veldslagen en bouwde Blenheim Palace. Napoleon won nog meer veldslagen en bouwde een rijk. Winston Churchill deed het beter dan beiden: de veldslagen die hij won redden de Vrijheid.’

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.