Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Taal

Koran en kerstverhaal – zoek de verschillen

Moslims vieren geen Kerst. Of toch? is ervan overtuigd dat Kerst in de Koran voorkomt.

Illustratie Cyprian Koscielniak

Wie ervoor kiest deze kerstdagen alleen te zijn, zou zich kunnen vermeien in het lezen van Judith Flanders’ Christmas A Biography – Jezus Christus weet dat er slechtere manieren zijn om deze tijden te vieren. En wie ervoor kiest ze te vieren met familie kan zich voor en na de maaltijd ook prima in een hoekje afzonderen met dit goed geïnformeerde boek (de geest wil ook een schransmaal).

De culturele en, onvermijdelijk, ook politieke geschiedenis die ze beschrijft van deze feestdagen is rijk en laat genoeg onbeantwoorde vragen achter om de dagen waarin menigeen op sneeuw hoopt hun geheimzinnigheid te laten behouden, die op zich geen geheim is. De theorieën over de heidense oorsprong van dit feest, zoals de viering van de winterwende, zijn nogal aantrekkelijk, maar bewijs hiervoor, archeologisch of anderszins, is nagenoeg afwezig. Ze zijn overtuigend onderuitgehaald.

En nee, de Kerstman is niet een uitvinding van Coca-Cola; al heeft dit bedrijf wel met een decennialange reclamecampagne de globale verspreiding van de Kerstman zoals we hem nu kennen mogelijk gemaakt. Het uiterlijk van de Kerstman werd vastgelegd door de Amerikaanse cartoonist Thomas Nast (1804-1902), die hem niet als elf uitbeeldde, zoals Clement Clarke Moore deed in zijn onsterfelijke A Visit from St. Nicholas (1823) („He was chubby and plump, a right jolly old elf”), maar als een volwassen, witbebaarde man met een bierbuik – een negatief van Jezus: Christus was een baby net geboren, de kerstman oud; hij leefde in het Midden-Oosten, de Kerstman op de Noordpool; hij droeg traditioneel wit en was slank, de Kerstman draagt rood en is dik; hij was vrijgezel, de ander getrouwd; hij was een timmerman, de ander bezit een fabriek; hij veranderde water in wijn, de ander verandert kinderwensen in tastbaar speelgoed. De kerstman is een soort Bacchus, een god van hedonistische en kapitalistische geneugten; Jezus had het niet zo op met rijkaards.

Niet voor niets fulmineerden de kerkvaders tegen de eetfestijnen

Bacchus is van belang hier, want Kerst, volgens Judith Flanders, was en is, ondanks de religieuze oorsprong, een seculier feest. Niet voor niets fulmineerden de vroege kerkvaders tegen de eetfestijnen, de dronkenschappen en liederlijke danspartijen op straat (pas vanaf de 17de eeuw, na een protestants verbod op het kerstfeest, verschoof de viering naar binnenshuis en naar kroegen en taveernen). „…because, ultimately, Christmas is not what is, or even has been, but what we hope for”, schrijft Flanders. Kerst, zo is haar stelling, is een rituele vorm van verbeelding. Zo komt het dat men met Kerst verlangt naar knisperende en blozende huiselijkheid – ondanks dat statistieken in Groot-Brittannië volgens Flanders aantonen dat tijdens en na Kerst huiselijk geweld toeneemt en het aantal echtscheiding stijgt. Onderzoekers hebben een sterk vermoeden dat dit verband houdt met de feestdagen.

Laten we, voortbordurend op Flanders, eens kijken naar Kerst in de islam. De geboorte van Jezus wordt drie keer in de Koran genoemd, Maria zelf zeven keer en soera 19 (een soera is een hoofdstuk uit de Koran) draagt zelfs haar naam. Zij werd door Allah „uitverkoren … en verkozen boven de vrouwen der werelden” [3:42].

En hier is de geboorte van Jezus: „Zij [Maria] droeg het kind en vluchtte naar een afgelegen plaats. De barensweëen dreven haar naar de stam van een palmboom … en van onder haar sprak het [kind in de baarmoeder]: ‘Waarlijk, wees niet droevig, want uw Heer heeft onder u een beekje geopend. En schud de stam van de palm naar u toe en rijpe dadels zullen op u neervallen!’” [19:22-25, zie ook 66:12]

Deze versie heeft de Koran overgenomen uit het Evangelie van Pseudo-Mattheüs, geschreven ca. 600 (20:2): „En toen zei het kind Jezus dat in de schoot van Maria lag tegen de palmboom: ‘Buig uw takken neer, o boom, en verkwik mijn moeder met uw fruit. (…) En open onder uw wortels een waterbron, die onder de aarde verborgen ligt en laat het water stromen, opdat wij onze dorst lessen kunnen.’” Het is mogelijk dat de kerstboom zijn oorsprong heeft in deze wonderlijke palmboom.

Moslims kennen echter geen feest rond Maria en zij vieren Kerst niet, al is er een grote waarschijnlijkheid dat zij dit wel deden, maar op een andere dag – in vermomming. Kerstnacht komt namelijk voor in een van de geliefdste soera’s uit de Koran. Kinderen leren het van jongs af aan uit hun hoofd.

Soera 97 gaat over de nacht waarin de Koran geopenbaard zou zijn. De heilige nacht van de moslims valt op de 27ste dag van de ramadan, de zogenoemde laylat al-qadr, ‘de nacht van de voorbestemming’. Deze korte en poëtische soera bestaat uit vijf verzen:

Wij hebben hem neergezonden op de Nacht van de Voorbestemming.

En wat zal u doen weten wat de Nacht van de Voorbestemming is?

De Nacht van de Voorbestemming is beter dan duizend maanden.

In deze nacht dalen de engelen en de Geest neer, met de toestemming van hun Heer, omtrent alle zaken.

Vrede is zij tot het rijzen van de dageraad.

Merk op dat de Koran, noch ramadan genoemd wordt in deze soera. Verder is het van belang te weten dat moslims de Geest niet interpreteren als de Heilige Geest, maar als de aartsengel Gabriël.

Hoe kwam men dan tot de interpretatie van de openbaring van de Koran? Simpel, de woordcombinaties ‘neerzenden’, ‘hem’, ‘nacht’, ‘engelen’, ‘Geest’, ‘zaak’ komen we ook elders in de Koran tegen: „De maand ramadan waarin de Koran werd neergezonden…” [2:185] „Wie een vijand is van Gabriël, Hij is degene die hem heeft doen neerdalen tot uw hart met Zijn toestemming…” [2:97] „De dag waarop de Geest en de Engelen in een rij zullen staan…” [78:38]

De soera zelf bevat enkele woorden die wat problematisch zijn, zoals ‘de nacht van de voorbestemming’: het Arabische qadr heeft meerdere betekenissen, maar ‘voorbestemming’ is favoriet, omdat met de openbaring van de Koran, het laatste, definitieve Woord van Allah, volgens moslims, de toekomst van de mensheid werd bepaald.

Maar deze term kan tevens begrepen worden als ‘een nacht van waarde’, i.e. een waardevolle nacht, een gezegende nacht (zoals eerder elders in de Koran aangehaald) – een heilige nacht.

Het probleem met de opvatting dat de Koran in een nacht zou zijn geopenbaard, is dat zij niet strookt met de bewering dat Mohammed gedurende bijna een kwart eeuw het boek in gedeelten via Gabriël kreeg toegefluisterd. Commentatoren bedachten derhalve dat er bedoeld wordt dat de gehele koran naar de laagste hemel werd gezonden vanwaaruit Gabriël zijn openbaringswerk over zo’n 23 jaar kon verspreiden, al naar gelang de omstandigheid in Mohammeds leven. De openbaring was dus aan Gabriël en niet aan Mohammed.

Moslims geloven daadwerkelijk dat de hemels deze nacht opengaan en dat de engelen neerdalen, waardoor elk gebed verhoord wordt – zij waken daarom de hele nacht, het liefst op het dak om dit wonder te aanschouwen, als ze niet in de moskee extra gebeden verrichten. Elke moslim kent wel een andere moslim die een kennis heeft die heeft gehoord dat zijn of haar moeder dit mirakel, compleet met neerdalende meteorieten, heeft aanschouwd.

Het gesternte waaronder een kind wordt geboren

Het is ongetwijfeld dat beeld van engelen en de aartsengel die neerdalen in een nacht van vrede dat deze soera zo bemind maakt. En de zinsnede „…omtrent alle zaken” moet wel verantwoordelijk zijn voor het geloof dat elk gebed verhoord wordt.

Maar de Koran is niet in een cultureel en linguïstisch vacuüm ontstaan en in het gebied waar de islam ontstond leefden er naast polytheïsten ook christenen, Joden en zoroasters. Naast het Arabisch werden er dus ook andere semitische talen gesproken, zoals het Assyrisch, Syro-Aramees en Hebreeuws. Deze talen en religies hebben natuurlijk invloed gehad op de Koran en de islam. In soera 97 is de christelijke invloed het meest zichtbaar.

Vergelijk de laatste regels van soera 97, die over de neerdalende engelen en de vrede, maar eens met deze uit Lucas 2:13-14: „En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’”

En vergelijk ze ook eens met de verzen van de vroegchristelijke dichter Sint Efrem de Syriër (306-373) uit Hymnen op de geboorte van Onze Heer: „Op deze dag hebben de engelen en de aartsengel nieuwe lofzangen doen neerdalen op aarde. Op deze wijze dalen zij neer en jubelen met de nachtwakers.”

Zulke overeenkomsten kunnen geen toeval zijn. Wat de linguïstische invloeden betreft, al vanaf de 19de eeuw is er gewezen op Syro-Aramese woorden in het koranisch Arabisch. Het meest recent door Christoph Luxenberg (pseudoniem van een Libanese taalkundige) in Die Syro-aramäische Lesart des Koran (2000).

Zijn benadering, hoewel controversieel, is essentieel voor het wetenschappelijk kritisch onderzoek naar het ontstaan van de Koran. Luxenberg heeft mij overtuigd van de christelijke wortels van soera 97. Dit is een korte samenvatting van zijn theorie.

Het belangrijkste Syro-Aramese woord in deze soera betreft het eerder genoemde amr – dit Arabisch woord is etymologisch verwant niet alleen met het Syro-Aramese, maar ook Hebreeuwse memra, dat respectievelijk ‘hymne, lofzang’ en ‘woord’ betekent. Zo bezien dalen de engelen niet neer ‘met alle zaken’, maar met ‘hymnen’, precies zoals in de hymne van Sint Efrem. Of ze dalen neer met ‘het Woord’ – en was Jezus volgens Johannes niet ‘het vleesgeworden woord’?

Een andere belangrijke term in deze soera is laylat al-qadr: deze term zou een equivalent kunnen zijn van het Syro-Aramese helqa yaldanaya, ‘lotsbestemming bij de geboorte’, met andere woorden, het gesternte waaronder een kind wordt geboren, een geboortester (zo komen we weer uit bij Mattheüs, die als enige de geboortester noemt).

Ook stelt Luxenberg voor om in plaats van ‘beter dan duizend maanden’ ‘beter dan duizend wakes’ te lezen: sahr (wake, vigilie) in plaats van shahr (maand, maan).

Voeren we deze verbeteringen door, dan luidt een nieuwe vertaling van soera 97 als volgt:

Wij hebben hem in de nacht van de Geboortester gezonden.

En wat zal u doen weten wat de nacht van de Geboortester is?

De nacht van de Geboortester is genaderijker dan duizend vigiliën.

Daarin zingen de engelen en de Heilige Geest hymnen met toestemming van hun Heer.

Vrede is zij tot het rijzen van de dageraad.

Zoals een palmboom een naaldboom kan worden, zoals Jezus in een dikke Kerstman kan veranderen, hebben moslims van Jezus (het vleesgeworden Woord) een boek gemaakt (Koran), maar Kerst blijft in deze soera nog altijd vrede verkondigen.