Direct naar artikelinhoud
Opinie op ZondagWillem Melching

Opinie: Politici kunnen crisis alleen nog afwenden door zich weer om de burger te bekommeren

Prikkelende opinies op een dag dat u er tijd voor heeft: de Volkskrant presenteert elke zondag een bijdrage van een vaste club auteurs. Vandaag historicus Willem Melching.

Een demonstrant in een geel hesje zwaait met een Franse vlag tijdens protesten tegen de stijgende brandstofprijzen, 1 december 2018.Beeld AFP

Het is een wijdverbreid misverstand dat arme mensen politieke revoluties maken. Arme mensen hebben helemaal geen tijd om een revolutie te maken. Ze hebben het veel te druk met arm zijn. In een enkel geval willen ze nog weleens wat plunderen, maar er zijn geen voorbeelden bekend van armen die een echte politieke revolutie hebben ontketend.

Voor een echte revolutie zijn er drie ingrediënten nodig. Allereerst een middenklasse die bang is dat hun kinderen het slechter krijgen dan zij zelf. In de tweede plaats een ideologie die niet meer geloofwaardig is en in de derde plaats zwalkende politici die de greep op de gebeurtenissen verliezen. Een klassiek voorbeeld van een dergelijke revolutie is de DDR waar in 1989 in zes weken het regime ten val kwam. De Oost-Duitsers waren niet arm, maar zagen dat hun levensstandaard steeds verder achterop raakte in vergelijking met het Westen.

De opstand van de Gele Hesjes in Frankrijk is vergelijkbaar met die in de DDR in 1989. Natuurlijk is Frankrijk geen dictatuur zoals de DDR, maar de opstandigheid vertoont grote overeenkomsten. Het is een brede opstand want de meerderheid van de bevolking staat achter de Hesjes. De inzet is het grote verschil tussen de welvarende metropolen en de rest van het land. Deze kloof moet worden gedicht om het verval en de mogelijke ondergang van het Franse burgerdom te keren.

Het tweede revolutionaire ingrediënt is onontbeerlijk: politici die zich vastklampen aan een verouderde ideologie. Macron herhaalde zijn mantra’s over het klimaatbeleid en de verdieping van de EU, maar niemand luisterde. In de DDR bleken de ‘antifascistische’ toverformules ook uitgewerkt te zijn. Macrons retoriek deed denken aan de anekdote over Marie Antoinette ten tijde van de Franse Revolutie. Toen ze hoorde dat het brood te duur was voor het volk, vroeg ze zich hardop af: ‘waarom eten ze dan geen cake?’ Macron deed iets soortgelijks. Hij verhoogde de prijs van de dagelijkse brandstof van de armen, vervolgens gaf hij de rijken subsidie voor hun elektrische speelgoedauto’s.

Verwoeste geloofwaardigheid

Ook het derde ingrediënt is present. Macrons crisismanagement laat zien dat hij de greep op de gebeurtenissen heeft verloren. In eerste instantie stuurde hij het leger op de Hesjes af, maar dat hielp natuurlijk niets. Ten einde raad hield hij een televisierede. Hij deed zoveel concessies dat hij in dertien minuten de geloofwaardigheid van hemzelf en van Frankrijk verwoestte. Hij verspeelde zijn imago als krachtig Frans leider en hervormer. Zijn vrijgevigheid maakte bovendien een einde aan het prille Franse economische herstel.

De overeenkomsten met de DDR in 1989 zijn wederom treffend. Verwarring, gevolgd door repressie en tenslotte in wanhoop zoveel concessies doen dat het staatsgezag feitelijk ophoudt te bestaan. Wellicht krijgen deze cadeautjes en het slechte weer de Hesjes zover dat ze weer naar huis gaan, maar zijn morele en politieke gezag is Macron definitief kwijt.

De revolutie van 1989 bleef niet beperkt tot de DDR, maar sloeg over naar andere landen. Ook de Franse Revolutie van 2018 is een onderdeel van een bredere Europese crisis. Niet alleen in Frankrijk heerst politieke chaos. Merkel is vleugellam, de Brexit is ontaard in surrealistisch straattheater en in Italië hebben nihilisten de macht gegrepen. Overal zijn dezelfde klachten te horen en overal laten de kiezers de gevestigde partijen in de steek.

De staat als bedreiging

De burgers zijn boos. Ze zien al jaren hun koopkracht nauwelijks stijgen, terwijl de economie groeit en bloeit. Hun rechtsposities staan op de tocht terwijl managers en directies schaamteloos hun zakken vullen. De scholen en universiteiten van hun kinderen zijn overvol en de kwaliteit van het onderwijs neemt meetbaar af. Ze zijn boos op politici die zich niet om de burger, maar om utopistische visioenen bekommeren. Wie moeite heeft het einde van de maand te halen is niet heel erg geïnteresseerd in de ‘klimaatdoelen’ van 2035.

Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog verkeert het Westen in een existentiële crisis, maar veel politici lijken dit nog niet te beseffen. De naoorlogse wederopbouw was succesvol door een simpele succesformule. De staat zorgt voor geborgenheid en de burger beloont dit met zijn loyaliteit. Maar de staat wordt niet meer gezien als een hoeder van de gemeenschap, maar als een bedreiging.

Het Oostblok was niet meer te redden. Europa heeft genoeg reserves en veerkracht om deze crisis te overwinnen, maar zal daar wel zelf iets aan moeten doen. Om de kiezers terug te winnen en de band tussen overheid en burger te herstellen moeten politici hun apocalyptische toon over het klimaat loslaten en voor Europa concrete en voor de burger controleerbare doelen stellen. Want de voornaamste les van ‘1989' is nog steeds dat de burger uiteindelijk altijd gelijk krijgt. Of zoals de demonstranten in Leipzig op 9 oktober 1989 het zo treffend formuleerden: ‘Wir sind das Volk.’

Willem Melching is historicus.