Aanleiding voor de onrust is een onderzoek van Reuters, waaruit bleek dat Johnson & Johnson al tientallen jaren op de hoogte is dat er mogelijk kankerverwekkende asbestsporen in hun talkpoeder zitten. Het Amerikaanse bedrijf zou wetenschappers betaald hebben om voor het product positief onderzoek te publiceren.
De Indiase medicijnwaakhond verbood Johnson & Johnson deze week om hun Baby Powder te maken met grondstoffen die liggen opgeslagen in twee fabrieken in het land. Eerst moeten tests uitwijzen dat de grondstoffen van het talkpoeder geen asbest bevatten, aldus de autoriteit.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet geen reden om een onderzoek in te stellen. "Als er in die andere landen asbest wordt gevonden in het product, zullen ze dat delen met Johnson & Johnson. Het is dan de verantwoordelijkheid van het bedrijf om maatregelen te treffen", zegt een woordvoerder. De toezichthouder heeft nog geen aanwijzingen dat het asbestprobleem op de Europese markt speelt.
'Beperkt risico' door asbest in cosmetica
Eerder dit jaar controleerde de NVWA 296 cosmeticaproducten op de aanwezigheid van asbest, waaronder ook 'lichaamspoeders' voor baby's. Sporen van asbestvezels werden toen gevonden in twee producten, een blusher en een oogschaduw. Het gezondheidsrisico werd ingeschat als "beperkt".
Johnson & Johnson noemde de Reuters-berichtgeving "eenzijdig, fout en opruiend". Volgens het bedrijf voldoet de talk aan de kwaliteitseisen van de Indiase regering. Het bedrijf liet aan Reuters weten het talk zelf ook structureel te testen.
Talk wordt gedolven in mijnen en bevindt zich vaak in dezelfde aardlagen als asbest. Deze zomer werd Johnson & Johnson veroordeeld tot het betalen van miljarden dollars aan 22 vrouwen die zeggen dat ze door het asbest in talkpoeder eierstokkanker hebben gekregen. In totaal lopen er zo'n negenduizend rechtszaken om het talkpoeder tegen Johnson & Johnson.