Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Artsen doen te veel in laatste levensfase van patiënten

Patiënten in Nederland ontvangen in de laatste fase van hun leven talrijke overbodige medische interventies. Zij slikken medicijnen die geen enkele zin meer hebben en ondergaan handelingen die gericht zijn op genezing, ook als genezing niet meer mogelijk is. Dat blijkt uit het proefschrift van arts-onderzoeker Eric Geijteman, die woensdag op het Erasmus MC in Rotterdam zijn doctorstitel ontvangt. Patiënten- en artsenorganisaties onderschrijven zijn conclusies. 

Voor artsen is het soms lastig om over het staken of niet starten van een behandeling te beginnen, omdat zij hun patiënten niet de hoop op verbetering willen ontnemen.Beeld Getty

Geijteman onderzocht onder andere 179 dossiers van patiënten die overleden in ziekenhuizen, hospices of thuis. Gemiddeld slikten zij zelfs in de laatste 24 uur voor hun overlijden nog zes medicijnen, waaronder veel pijnstillers. Maar een kwart van hen gebruikte ook nog preventieve middelen, zoals cholesterolverlagers die pas enkele jaren later hun effect hebben. Uit ander onderzoek bij terminale kankerpatiënten bleek dat de helft van hen in de laatste drie dagen van hun leven nog diagnostische tests als bloedafname en echo’s onderging, ondanks dat de arts vermoedde dat de dood nabij was.

Deze cijfers laten zien, zegt Geijteman, hoeveel moeite artsen hebben om in de laatste levensfase te stoppen met behandelen, terwijl dat voor de patiënt wel beter zou zijn. ‘Juist het verminderen van medisch handelen kan leiden tot optimale zorg. Wanneer de werking van een medicijn niet meer relevant is, blijft alleen het risico van de bijwerkingen over. Zeker in de laatste levensfase, wanneer de organen heftiger op medicatie kunnen reageren. Daarom moet je stoppen met elk middel en elke handeling die geen nut meer hebben.’ Maar artsen zijn gericht op handelen en op genezing en kunnen daarom het gevoel hebben een patiënt op te geven als de toediening van een medicijn wordt gestaakt. Geijteman: ‘Als arts moet je het daarom hebben over de zinvolheid van het stoppen, in plaats van over de zinloosheid van het continueren.’

Gesprek over wensen

Dianda Veldman, directeur van de Patiëntenfederatie, ziet het onderzoek ‘echt als een signaal dat er iets moet gebeuren’. ‘Nog altijd sterft een te hoog percentage patiënten in het ziekenhuis, terwijl niemand dat wil. Dat komt mede omdat er te lang wordt doorbehandeld.’ Juist een tijdig gesprek over de wensen van de patiënt in de laatste levensfase kan dat voorkomen, denkt zij.

‘Praten over het naderende levenseinde is gewoon heel moeilijk’, zegt René Héman, voorzitter van artsenorganisatie KNMG. ‘Voor artsen is het soms lastig om over het staken of niet starten van een behandeling te beginnen, omdat zij hun patiënten niet de hoop op verbetering willen ontnemen. Patiënten op hun beurt hopen vaak dat ze nog een volgende behandeling zullen krijgen.’

Sinds 2017 is er een ‘kwaliteitskader palliatieve zorg’, waar tientallen richtlijnen voor artsen op zijn gebaseerd. ‘Die zijn we nu allemaal aan het herzien. De inzichten veranderen snel, mede dankzij dit soort studies. Er wordt heel hard aan getrokken.’

Coach

Daarnaast, zegt Héman, moet er in het raamplan voor het nieuwe basiscurriculum voor geneeskundestudenten, dat volgend jaar wordt samengesteld en vanaf 2020 op de universiteiten zal worden onderwezen, meer aandacht komen voor communicatie met de patiënt, zodat de arts meer als coach van de patiënt kan optreden in emotioneel zware tijden.

De dagelijkse medische praktijk loopt inderdaad nog achter bij de kennis over wat goede palliatieve zorg is, zegt ook Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde en medische ethiek aan het Amsterdam UMC, en niet bij het onderzoek betrokken. ‘Het allerlastigste voor artsen is het moment in te schatten waarop een kritische medische evaluatie over wat nog nuttig en nodig is moet plaatsvinden.’

Het aanpassen van de studie geneeskunde juicht Hertogh toe. ‘Het curriculum sluit nu niet goed aan op wat de zorgvragen zijn van de huidige patiënt. Voor palliatieve zorg is geen enkele aandacht.’

Lees ook

En dan begint het malen: als je kunt beslissen over je eigen longkankerbehandeling
Wel of geen chemo? Meneer Van der Vlis krijgt de tijd om zijn keuze te maken. Want in het Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg mogen longkankerpatiënten meebeslissen over hun behandeling. En ze kiezen opvallend vaak iets anders dan wat de artsen als het meest passend beschouwen.