Direct naar artikelinhoud
column

Migranten aanwijzen als zondebok helpt niemand. Morele verhevenheid ook niet

Migranten aanwijzen als zondebok helpt niemand. Morele verhevenheid ook niet
Beeld Maartje Geels

In Madrid is het aantal casino’s de afgelopen ­jaren verdubbeld, las ik in de Volkskrant. Stelt u zich daar vooral geen James Bond-taferelen bij voor, met elegante avondkleding, liters Dom Pérignon en miljoenen die aan de pokertafel ­gewonnen en verloren worden met een noncha­lance alsof het knikkers zijn.

Nee, de Madrileense gokhuizen duiken juist op in de armste wijken. Het is van een pijnlijke ironie: wie door het lot (en door economische crisis) tot een leven in armoede is veroordeeld, beroept zich op datzelfde lot om aan die armoede te ontsnappen. Meer ironie: de speelhuizen zijn goeddeels in handen van grote, beursgenoteerde bedrijven.

Je winst halen bij de verliezers, het is een treffende illustratie van de groeiende afstand tussen arm en rijk in een wereld van doorgeslagen vrijemarktdenken.

Ik denk dat de meeste mensen in principe bereid zijn over racisme en discriminatie na te denken

Ik moest denken aan de recente triomf van de extreem-rechtse partij Vox in Andalusië, de regio met het hoogste werkloosheidscijfer van Spanje. Vox pleit onder meer voor strengere immigratiewetgeving. Het is het riedeltje dat inmiddels in vrijwel heel Europa klinkt: de rottige economische situatie van de autochtone bevolking wordt toe­geschreven aan de instroom van ­migranten. De rationale: ze pikken onze schaarse banen in, ze plunderen onze sociale voorzieningen.

Masloviaanse logica

Gematigde politici zijn geneigd het (extreem-)rechtse populisme te veroordelen. Op zichzelf is dat terecht. Zondebokdenken helpt niemand vooruit. Maar ­morele verhevenheid doet dat evenmin. In het klimaatdebat zie je nu hetzelfde gebeuren. Een moreel verheven boodschap over de toekomst van de planeet, van onze kinderen – prachtig. Alleen, als je mensen die financieel gezien weinig kunnen hebben, voor de rekening laat opdraaien, terwijl het bedrijfsleven met de grootst ­mogelijke omzichtigheid wordt ­behandeld, dan oogst je Gele Hesjes.

Eerst bestaanszekerheid, dan pas de moraal. Dat is de masloviaanse logica die telkens aan dit soort problematiek ten grondslag lijkt te liggen.

Zie het racismedebat in Nederland. Ik denk dat de meeste mensen in principe bereid zijn over racisme en discriminatie na te denken. Maar als een academisch geschoolde antiracisme-activist over ‘wit ­privilege’ ­begint tegen een tijdens de crisis ontslagen witte man van 53 die nooit van zijn leven meer aan werk zal komen en voor wie de AOW- en pensioenvooruitzichten ook al tot steeds meer pessimisme stemmen, dan ontstaat er kortsluiting. Hoezo privilege?

Het gevolg van al die onhandig gerichte morele ­verhevenheid is elitehaat, afkeer van academisme. Koren op de molen van populisten. En weer een ­bittere ironie: mensen die elkaar bestrijden op het punt van migratie, racisme, klimaat – ze hebben meer met ­elkaar gemeen dan je zou denken. Ze zijn samen de pineut in een wereld waarin regeringen louter nog geloven in de God van Winst en Groei tegen Elke Prijs – en de multinational is zijn profeet.

Jamal Ouariachi is psycholoog en schrijver. Voor zijn roman ‘Een Honger’ ontving hij in 2017 de EU-prijs voor literatuur. Hij vervangt tijdelijk­­ Stevo Akkerman. Lees zijn columns hier. 

Lees ook:

De gele hesjes zijn het zat! Maar wat?

Nederlandse demonstranten in gele hesjes willen nadrukkelijk géén geweld gebruiken zoals in Frankrijk. Maar dat is dan ook de enige beleidslijn van de nieuwe burgerbeweging.