Soldaten van het Noorse leger tijdens de oefening Trident Juncture in Noorwegen, 31 oktober © Julie Hjermstad / EPA / ANP

‘Flitsen, knallen, laag overkomende gevechtsvliegtuigen, vlammende pantservoertuigen en rennende militairen.’ Het klinkt als de inleidende scène van een Michael Bay-actiefilm, maar deze ronkende alinea kwam vorig jaar uit de vingers van Nederlandse defensie-ambtenaren die op de webpagina ‘de spectaculaire Fire Power Demo’ tijdens de internationale militaire oefening Bison Drawsko in Polen omschreven.

Dat was februari 2017. Als we diezelfde ambtenaren mogen geloven vond begin november een nog veel groter spektakel plaats in Noorwegen, waar Nederlandse militairen meededen aan de Navo-oefening Trident Juncture. Het was namelijk niet zomaar een militaire oefening, maar ‘een die indruk maakt. En dat is precies de bedoeling! Het is de grootste Navo-oefening sinds de Koude Oorlog’, aldus defensie.

Maar twee jaar geleden deed Nederland ook al mee aan de grootste Navo-oefening sinds de Koude Oorlog. Deze had plaats in Italië en bestond uit ‘maar liefst 36.000 militairen uit meer dan dertig landen, zeventig schepen, tweehonderd vliegtuigen’, zo lepelde het ministerie van Defensie quasi-nonchalant de imposante verzameling van militaire bijdragen van Navo-bondgenoten op. Met als uitsmijter: ‘Zomaar wat getallen uit de grootste Navo-oefening sinds 2002.’

Zulk krijgszuchtig taalgebruik klinkt vreemd vanuit dezelfde Nederlandse polder waar maandenlange politieke discussies plaatshebben over wederopbouwmissies en humanitaire hulpverlening. Hebben we hier te maken met overijverige ministeriële woordvoerders of resoneert hierin het Navo-bondgenootschap?

De aanwezige pers mag tijdens Trident Juncture plaatsnemen op een tribune aan de rand van een Noors strand. Gehuld in warme kleding en voorzien van oordoppen kunnen driehonderd journalisten een uur lang kijken naar overvliegende gevechtsvliegtuigen, helikopters, militairen die het strand bestormen, gesimuleerde granaatinslagen en voorbij rollende tanks.

Maskeren en strategische misleiding zijn typerend voor de Russische aanpak

De perskaravaan – drie tourbussen onder politiebegeleiding via afgezette wegen – is naar het strand gedirigeerd vanuit een hotel in het nietsvermoedende kustplaatsje Trondheim. Daar komen de journalisten samen in een verwarmde tent waar ze nog een uur mopperend wachten op de persconferentie. Wachttijden zijn onoverkomelijk, vertelt een Navo-medewerker, de honderden journalisten moeten allemaal naar die paar tientallen vierkante meters boven op een fjord. Daar worden ook de secretaris-generaal van de Navo en de Noorse minister van Defensie, gehuld in een vrolijke wintertrui, afgezet. Het hele militaire persfestijn heeft kortom nogal wat logistieke voeten in de aarde.

De Navo houdt haar grootste oefening sinds de Koude Oorlog, en dat zal men dankzij de uitgenodigde wereldpers weten ook. De deelnemende landen laten aan heel de wereld zien dat ze bereid zijn samen militair op te treden. Hoe groter de omvang van de oefening, hoe groter het afschrikkende effect. Artikel V van de Navo (‘een aanval tegen een is een aanval tegen allen’) is springlevend. Al is de vijand onzichtbaar.

Secretaris-generaal van de Navo Jens Stoltenberg benadrukt meermaals tijdens de persconferentie dat de oefening ‘tegen geen enkel specifiek land’ is gericht. Om misverstanden te voorkomen zijn bijvoorbeeld ook Russische observatoren uitgenodigd om de oefeningen te bekijken. ‘We zijn hierin transparant.’

Maar de houding van ‘niets aan de hand, mensen’ van Stoltenberg komt niet helemaal over. Grote Navo-oefeningen in Noorwegen zijn anno 2018 wel degelijk politiek beladen. Het land vormt een natuurlijke grens van waaruit het bondgenootschap lucht- en zee-operaties kan uitvoeren richting Rusland. Andersom kunnen de Russen makkelijk meekijken en -luisteren in Noorwegen. De Nederlandse commandant der mariniers, Jeff Mac Mootry, laat aan de vooravond van de Navo-oefening aan De Telegraaf weten dat de Russen steeds vaker en openlijk meegluren tijdens dit soort oefeningen. Zo brengt een Russisch maritiem verkenningsvliegtuig op 4 november een ‘verrassingsbezoek’ door net buiten de Noorse kust boven het Amerikaanse vlaggenschip USS Mount Whitney te vliegen.

Het is onderdeel van het hernieuwde pingpongspel van afschrikking, zo constateert generaal der mariniers b.d. Frank van Kappen: ‘De theorie van afschrikken bestaat uit twee elementen: capability en intent. Je moet de spullen hebben, capability, maar ook de tegenstander overtuigen dat je de politieke wil hebt deze in te zetten indien nodig, intent. We zien de laatste jaren een toename van beide: zowel Rusland als de Navo laat over en weer zien de middelen te hebben en bereid te zijn deze in te zetten.’ Van Kappen verwijst naar de regelmatige ‘prikacties’ van Rusland boven onder meer Baltisch en Brits luchtruim. ‘Dit is het systematisch testen van paraatheid: hoe snel reageren we? Hetzelfde geldt voor het Russische vliegdekschip met escorte door de Noordzee. Dit was nergens voor nodig anders dan te laten zien dat ze deze militaire middelen hebben.’

Terwijl Rusland al tien jaar investeert in zijn defensie kent de Navo een neerwaartse trend

Dit betekent niet dat Navo-oefeningen altijd politiek gevoelig liggen. Volgens Tormod Heier, politicoloog aan de Noorse Defensieacademie en luitenant-kolonel in het Noorse leger, is de mate van politieke gevoeligheid van Noorse Navo-oefeningen vooral een graadmeter voor de Amerikaans-Russische relatie. Het feit dat oefeningen worden opgevat als vijandig signaal laat vooral zien dat landen weinig van elkaar kunnen hebben. Evenementen die normaal niet per se als bedreigend worden ervaren, zoals een militaire oefening, worden in tijden van geopolitieke spanning ineens een ding.

Heier omschrijft in een paper van april dit jaar hoe gelijksoortige oefeningen in Noorwegen tijdens de jaren negentig tot begin 2000 niet alleen werden getolereerd door Rusland, maar juist werden verwelkomd. Als oefeningen namelijk laten zien waartoe je militair in staat bent, maken ze ook vrij snel duidelijk of deze een gevaar vormen, of juist niet. Heier beargumenteert dat in onzekere tijden, zoals vlak na de Russisch-Georgische oorlog in 2008 en de invasie van de Krim in 2014, eenzelfde oefening een heel ander signaal kan afgeven en onder verslechterde politieke omstandigheden wordt gezien als onderdeel van een oplopende (wapen)wedloop.

Door de Russische inname van de Krim werd voor alle Navo-bondgenoten duidelijk dat de oorspronkelijke raison d’être van de Navo nog springlevend was. Oftewel: een sterke eensgezindheid van de Navo is vaak een symptoom van een gezamenlijk ervaren dreiging. Tijdens de Warsaw Summit in 2016 onderstreepten alle lidstaten dat Rusland kon worden gezien als een ‘challenge [to] the Alliance’ en ‘a source of regional instability’. Hoewel Rusland hiermee het eigen (vijandige) beeld over de Navo vooral bevestigd zag, is hiermee wel degelijk iets veranderd binnen de Navo, namelijk de hernieuwde eensgezindheid.

En juist die eensgezindheid vertaalt zich in directe actie van de politiek. De Navo-oefeningen laten de afgelopen jaren een vaste stijgende lijn zien in omvang, complexiteit en frequentie. Trident Juncture kan dan ook niet los worden gezien van het feit dat Rusland de laatste jaren eveneens meer en grootschaligere militaire oefeningen houdt.

Uit data van de Navo blijkt dat Rusland sinds 2013 en in aanloop naar de crisis op de Krim minstens zes militaire oefeningen heeft gehouden met ongeveer 65.000 tot 300.000 militairen. De grootste oefening van de Navo in diezelfde periode betreft de oefening Steadfast Jazz met zesduizend man personeel, waarvan de helft bestond uit hoofdkwartierpersoneel. Na de crisis op de Krim stijgt het aantal militairen dat meedoet aan Navo-oefeningen rap, terwijl dat van Rusland – hoewel in absolute zin nog steeds groter – de laatste jaren daalt. Deze verschillen tussen de omvang, in kaart gebracht door de analisten Ian Brzezinski en Nicholas Varangis voor de Amerikaanse denktank Atlantic Council, staan bekend als het zogeheten exercise gap. Het ‘gat’ wordt kleiner.

Zijn de Russen onder de indruk van wat lichte artillerie die een kruising in Litouwen afzet?

Hoewel de Navo meer en steeds groter oefent, staat dit op het eerste gezicht niet in verhouding tot de aantallen die Rusland produceert. Dit jaar claimde Rusland een oefening gehouden te hebben met 300.000 manschappen, en telde de kleinste oefening vorig jaar 12.500 man. Dit zijn echter getallen die door Rusland naar buiten zijn gebracht. Uit een reconstructie in The National Interest door Nicholas Meyers bleek dat de 300.000 in werkelijkheid eerder tussen de 60.000 en 75.000 lag, terwijl die van 12.500 meer dan 25.000 deelnemers telde. Maskeren en strategische misleiding – en hierdoor onvoorspelbaar zijn – zijn typerend voor de Russische aanpak. Aantallen zeggen niet alles. Er moet rekening worden gehouden met ongetrainde eenheden, of civiele chauffeurs die voor de gelegenheid in een militair tenue worden gehesen.

Veel vertoon. Maar toch. Naast getallen ontbreekt het bij de Navo-oefeningen aan nog iets wat de Russen wel graag en veel aan de wereld tonen, namelijk zware bepantsering en artillerie. De zware Russische militaire snufjes zijn het resultaat van tien jaar modernisering. De vijfdaagse oorlog in Georgië legde in 2008 genadeloos de tekortkomingen van het Russische leger bloot. Hoewel de Russen met het innemen van Abchazië en Zuid-Ossetië succesvol waren, werden zij geconfronteerd met grote aantallen Russische militaire slachtoffers (64 gevallen soldaten en een onbekend aantal ‘vrijwilligers’), werd er gewerkt met aftands materieel en bleken zij niet in staat de operatie goed te coördineren.

‘De commandant van de luchtmacht maar ook de tankcommandanten moesten per sms via het Georgische mobiele netwerk opdrachten geven omdat de militaire verbindingen niet werkten’, aldus Van Kappen. Terwijl Rusland al dik tien jaar bezig is met een herstelslag en flink investeert in zijn defensieapparaat laten de defensiebudgetten binnen de Navo voor dezelfde periode een neerwaartse trend zien.

En het is nog maar de vraag of Russische militaire planners wakker zullen liggen van het soort oefeningen dat de Navo houdt. Voormalig luchtmachtofficier en emeritus professor Ralph Clem van Florida International University constateerde dat de oefeningen niet afschrikwekkend genoeg zijn. Volgens hem blijft de Navo hameren op het fictieve scenario waarbij troepen vooruit worden gestuurd om de Russen tegemoet te treden in de Baltische regio, terwijl serieuze studies laten zien dat dit militair gezien niet te doen is, tenzij er al een grote militaire aanwezigheid is in de regio, of op z'n minst dichtbij.

De Verenigde Staten hebben al kleine stapjes gemaakt om hun aanwezigheid in de Europese regio te versterken, bijvoorbeeld door het opnieuw openen van een militaire basis in Limburg, maar dat is bij lange na niet genoeg voor het scenario waarin de Navo de Russen in een vroege fase tegemoet moet treden met groot materieel.

‘Binnen de Navo heerst opluchting weer terug te zijn bij conventionele oorlogvoering’

Clem vroeg zich af of de Russen – met hun hevige artillerie, zoals zware tanks voorzien van gemechaniseerde artillerie en mortieren, aan de Oostgrens van de Navo – werkelijk onder de indruk zijn van wat lichte artillerie die manoeuvreert door Baltische bossen en een willekeurige kruising in Litouwen afzet.

Maar betekent dat dat Rusland bereid is de extreem risicovolle gok te wagen dat de Navo niet zal ingrijpen en een diplomatieke oplossing zal zoeken, en dus te verdeeld zal zijn om op te treden? Rusland probeert via desinformatiecampagnes wel verdeeldheid binnen het bondgenootschap te zaaien, maar de vraag is of die succesvol genoeg zijn om de riskante gok van een inval te wagen. Ook is de modernisering van de Russische strijdkrachten nog niet op een dusdanig niveau dat zij in staat zijn om langdurig een groot gebied te bezetten.

‘De Russen hebben Vostok-18 gepresenteerd als een enorme oefening, maar dat betekent niet dat ze ook daadwerkelijk in staat zijn om driehonderdduizend man deze kant op te brengen, want dat is zo’n beetje de hele paraatheid van het leger. Ze zijn ook niet sterk genoeg om echt een strategische militaire overwinning te boeken, dus wat overblijft is een beperkte set van mogelijkheden, wat te vergelijken is met een beetje draaien aan de Rubiks Kubus’, constateert militair historicus Christ Klep. ‘Er zijn limieten aan wat Poetin kan, het voortzettingsvermogen van het Russische leger is vrijwel nihil. Dat zie je ook aan de inzet in Oost-Oekraïne: het is geen overwegend succes te noemen. Dus wat overblijft is spelen met de mogelijkheden op regionaal niveau, zoals twee patrouillevliegtuigen onze kant op sturen en dezelfde dag een provocerende uitlating op het diplomatieke vlak doen. Op deze wijze kan Poetin de indruk wekken dat hij het initiatief aan zijn zijde heeft, en dus de controle.’

Een scenario met rollende Russische tanks over Navo-grondgebied wordt ook niet waarschijnlijk geacht door de Navo zelf, zo liet generaal Curtis Scaparrotti, commandant van het Amerikaans-Europese commando en Navo-commandant voor Europa, eerder dit jaar aan de Amerikaanse Senaat weten. Dit betekent niet dat we Rusland kunnen negeren, waarschuwt Van Kappen: ‘Een conflict met Rusland is niet waarschijnlijk maar ook niet ondenkbaar. Het risico is echter wel groot, want het effect zou desastreus zijn. Risico is immers het product van de kans dat iets gebeurt maal de impact.’

Ondanks de jarenlange bezuinigingen door bondgenoten kan de Navo in totaal rekenen op ruim 3,6 miljoen actief militair personeel, tegenover ruim één miljoen Russische actieve militairen. Tegelijkertijd is de Navo niet te zien als een groot homogeen blok, daarvoor ontbreekt het op een hoger planniveau aan aansturing. Uiteindelijk leveren lidstaten niet per se wat de Navo nodig heeft, maar wat zij de Navo wíllen leveren. De Navo heeft dus in aantallen troepen en militair materieel de overhand, maar heeft wel te maken met 29 landen die deze gezamenlijk moeten coördineren. Van Kappen wijst dan ook op de tactiek van Rusland om met name de eensgezindheid binnen de Navo te breken. ‘Elke onenigheid is een scheurtje in de alliantie waar Rusland zijn beitel weer in kan zetten.’

‘Met name Poetin deinst niet terug om te benadrukken dat Rusland een kernmacht is’, zegt Van Kappen. ‘Waar ik zelf van ben geschrokken is de Russische claim dat zij bereid zijn tactische nucleaire wapens te gebruiken vanwege de de-escalerende werking ervan. Als de Navo inderdaad besluit dat bijvoorbeeld een Krim-scenario in de Baltische staten onacceptabel is, en de Russen zetten vervolgens tactische nucleaire wapens in als de-escalatie, omdat zij ervan uitgaan dat wij toch geen nucleaire oorlog riskeren, dan heb je het toch over scenario’s waar de rillingen van over de rug lopen. De Navo heeft hierop weer signalen terug gegeven ook bereid te zijn nucleair terug te slaan. Of we dat echt zullen doen, dat weet ik niet. Maar Rusland weet dat ook niet. Deze wederzijdse onzekerheid geeft ook voldoende afschrikking.’

Oefeningen maken deel uit het van het strategische spel: de Navo laat zien wat het in huis heeft. Niet per se qua militair materieel, maar vooral wat betreft de mogelijkheid om gezamenlijk snel troepen te verplaatsen, en de bereidheid daartoe. Mede daarom zal het geopolitieke effect van een tribune vol journalisten die kijken naar rollende tanks en Nederlandse mariniers die fast ropend vanuit een Cougar-helikopter een Noors strand bestormen vooralsnog beperkt zijn.

‘Gezien wat er allemaal op het wereldtoneel gebeurt, is Trident Juncture wel een logische oefening’, constateert Klep. ‘Het is in veel mindere mate een symbolische of politieke oefening zoals we die eerder hebben gehad in de Baltische Staten en Polen. Deze oefening is klassiek multinationaal waarbij een reeks kleinschalige oefeningen wordt gehouden, dus een amfibische landing hier, een transportoefening daar. Over het hele spectrum wordt van alles uitgeprobeerd en let wel: de Navo kan op dit moment ook niet veel meer.’

De belangrijkste meerwaarde van Trident Juncture zit dus vooral in het oefenen zelf: militairen uit diverse landen kunnen samen in verschillende (en met name: koude) omstandigheden de gezamenlijke procedures uittesten. Voor wat betreft de afschrikkende werking gaat het niet zozeer om het materieel als wel om te laten zien dat deze opsomming van 29 lidstaten valt te coördineren. ‘Kun je je eenheden wel snel verplaatsen naar de plek waar het nodig is?’ zegt Van Kappen. ‘Eerder hadden Navo-landen de verplichting bij bruggen aan te geven hoeveel ton eroverheen kon, zodat je wist of de brug je tank zou houden. Deze bordjes zijn verdwenen. Zeker die logistieke verplaatsing is van belang. Dit is ook de reden waarom tijdens Trident Juncture de Engelse eenheden eerst naar Nederland zijn gekomen en van daaruit naar Noorwegen zijn gaan rijden. We hebben in deze tijd te maken met zaken als diplomatieke clearance en allerlei administratieve rompslomp die erbij komt kijken om één eenheid te verplaatsen. Je bent sneller met je burgerauto door Europa dan met een militaire formatie.’

Hoewel de oefening ‘historisch gezien niet nieuw’ is, ziet Christ Klep wel een militair-strategische kentering met Trident Juncture. ‘Ik denk dat er binnen de Navo op dit moment een soort opluchting heerst, die zie je ook in Nederland en dan met name binnen de landmacht. De opluchting weer terug te zijn bij conventionele oorlogvoering. De counterinsurgency-fase ligt achter ons, een denktrant die ook duidelijk terug te zien is in de vakliteratuur. Trident Juncture is echt een expeditionaire oefening, waarbij wordt uitgegaan van een vijand op de flank. Eigenlijk zou het vanuit pragmatisch oogpunt heel raar zijn geweest als deze oefening niet was gehouden.’