Direct naar artikelinhoud
TV-recensie

Ik-televisie, bij ‘Natascha’s beloofde land’ werkt het wel

Natscha van Wezel, fietsend door Tel Aviv.

‘Ik ben Natascha, geboren in Amsterdam, waar ik ook woon’, begint de vierdelige VPRO-reisserie ‘Natascha’s beloofde land’. Journalist Natascha van Weezel (32) fietst een maand door Israël; heftig. 

Maar bij dat eerste ‘ik’ blijf ik even hangen. Televisieprogramma’s draaien nu standaard om het individu, schreef Max Pam laatst boos in HP/De Tijd: ‘Sophie in de Kreukels’. ‘Filemon Buiten Westen’. ‘Danny in de buitenwijken’.

Het is inderdaad de vertelstructuur van nu met de ik als dankbare ingang in een onderwerp. En en passant kan de maker zichzelf extra profileren. Die oppervlakkige motieven blijken niet van toepassing op Van Weezel. Als het om aandacht draaide, had ze wel een minder explosief dossier gekozen, want hier kan ze het nooit goed doen. De termen landverrader en zionist calculeert ze al in.

En juist omdat dé waarheid niet bestaat in dit conflict, is de ik-vorm hier functioneel. Ze maakt een persoonlijke zoektocht die alleen zij kan maken. Zij is én Joods, dochter van journalisten Anet Bleich en Max van Weezel en kleindochter van Holocaustoverlevers, én kritisch-pacifistisch journalist/filmmaker/schrijver die beide perspectieven wil begrijpen. Israël is ook haar beloofde land, haar verzekeringspolis voor als het antisemitisme in Europa gevaarlijk zou worden.

Een moeilijk gesprek met een lid van Islamic Jihad

Openluchtgevangenis

Tegelijk is het het land dat twee miljoen Palestijnen in een openluchtgevangenis houdt en hen met geweld onderdrukt, laat ze zien. Ze heeft een haat-liefdeverhouding met het land en gaat die aan ook. Alles is politiek, merkt ze meteen in deel een van de vier: ‘Twee kanten, twee kampen’. 

Met haar geëmigreerde vriendin Tamara spreekt ze in Tel Aviv over het welkomstbeleid van Israël. Het lijkt hartverwarmend om als Jood een jongerenreis te krijgen en allerlei financiële voordelen als je er echt gaat wonen, maar het is bevolkingspolitiek. Meer Joodse baby’s. En dat vindt Natascha onderdeel van een brainwash die het perspectief van ‘sterk staan tegen de vijand’ in stand houdt.

Met een Amerikaans-Joodse militair op een tank
Die fiets, zonder pantser of pretenties, neutraal, Nederlands, is als de witte vlag waarmee ze het strijdveld betreedt

Natascha gaat daarna uit in Ramallah met een hippe Palestijnse modeontwerpster. Ze fietst langs de anti-aanslagen-muur van de Westelijke Jordaanoever en spreekt met de 17-jarige activiste Ahed Tamimi, die met haar blonde krullen en blauwe ogen Israëlische militairen sloeg. Van allen hoort ze wat ze hebben verloren en hoe de afstand tot de ander te groot is. En toch vertrekt ze steeds op haar fietsje voor nog een gesprek.

Die gehuurde fiets, zonder pantser of pretenties, neutraal, Nederlands, is als de witte vlag waarmee ze het strijdveld betreedt. Ze treft zowaar een paar mensen met hoop, zoals de dienstweigeraar die vindt dat iedereen als gelijke is geboren.

Aankomst bij een checkpoint

Ik vind haar dapper met haar tengere lijf en kwetsbare blik. Ze verlangt zo sterk naar vrede dat ze omwille van de dialoog bereid is zich voor de leeuwen te gooien. Volgende week praat ze met de familie van twee jihad-martelaren. “Zo lang Israël bestaat, zal er geen vrede zijn”, zegt de zus. Natascha kan als journalist wel hun kant van het verhaal willen horen, als Jood is ze geraakt. “Maar als ik rustig blijf en luíster, hoor ik de wanhoop. Een totaal gebrek aan vertrouwen. Dat vind ik misschien nog wel erger dan wat ze zegt.” 

Ga er maar aan staan, zo’n serie.

Vier keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie. U leest ze op trouw.nl/tvrecensie.

Lees ook:

Vader Max en dochter Natascha

Voor Trouw schreven Max en Natascha van Weezel, beiden journalist, elkaar wekelijks over wat hen bezighoudt.