Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBoerkaverbod

Hoe gaan scholen, zorginstellingen en het OV om met het boerkaverbod?

Sommige burgemeesters willen het naderende boerkaverbod niet handhaven. Dat roept de vraag op wat overheidsinstellingen zullen doen als het verbod eenmaal van kracht is. Een rondgang langs drie sectoren.

Bezoekers van de Tweede Kamer gekleed in een niqab in gesprek met twee oudere dames, tijdens het debat in de Tweede Kamer over gezichtsbedekkende kleding.Beeld Bart Maat / ANP

Scholen

Het boerkaverbod zal voor veel onderwijsinstellingen nauwelijks verschil maken omdat zij in hun huisregels al hebben opgenomen dat gezichtsbedekkende kleding niet is toegestaan. Dit geldt net zo goed voor petjes als voor nikabs of boerka’s. Scholen kunnen leerlingen, docenten of ouders op basis hiervan weigeren. 

Dit gebeurde in 2016 in Overvecht, een wijk in Utrecht. Een vrouw in nikab, een gezichtsbedekkende sluier die alleen de ogen onverhuld laat, werd tijdens het ophalen van haar kind naar huis gestuurd. De schoolleiding wees op het kledingprotocol, waarin staat dat het voor ‘goed onderwijs essentieel is dat leraren, leerlingen en hun ouders of verzorgers goed met elkaar kunnen communiceren, zowel verbaal als non-verbaal’. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding verhindert dit, aldus het protocol. De vrouw verliet zonder problemen het schoolplein.

De gebeurtenis vond plaats op het moment dat de Tweede Kamer zich boog over een wetsvoorstel van de toenmalige minister Ronald Plasterk voor een boerkaverbod in sommige openbare ruimten – een beleidsmaatregel waarover in Den Haag al meer dan dertien jaar wordt gesproken, en die onder het huidige kabinet eindelijk lijkt te worden ingevoerd.

De contouren van de wet zijn onveranderd: het gaat om een verbod op gezichtsbedekkende kleding zoals boerka’s, nikabs, bivakmutsen en integraalhelmen voor het openbaar vervoer, de zorg, het onderwijs en overheidsinstellingen. Overtreders kunnen rekenen op een boete van 400 euro. 

Maar, zo stelde Plasterk toentertijd al: het boerkaverbod heeft voor de politie geen prioriteit. Bovendien is er maar een beperkt aantal vrouwen – schattingen lopen uiteen van 150 tot 350 – dat zich in Nederland in allesbedekkende gewaden hult. Onder critici wordt de beleidsmaatregel honend weggezet als symboolpolitiek. 

‘Wij kennen dit verschijnsel niet’, zegt een woordvoerder van de VSNU, de branchevereniging voor universiteiten. Ook de woordvoerder van de VO-raad, die het voortgezet onderwijs vertegenwoordigt, heeft ‘nog nooit’ gehoord van boerka- of nikab-dragende leerlingen of docenten. Over het naderende boerkaverbod is intern nog niet gesproken – de organisaties wachten het overleg met de minister in januari af.

Scholen

De zorg

Het boerkaverbod is ‘onwenselijk en onnodig’, schreef de artsenfederatie KNMG al in 2015 in een persbericht. Dit standpunt is onveranderd. ‘Wij krijgen geen signalen dat artsen belemmeringen ervaren in het behandelen van vrouwen met een boerka. Ook moeten mensen zich vrij voelen om naar de dokter te gaan, ongeacht hun levensovertuiging of wijze van kleding’, zegt KNMG-voorzitter René Héman.  

Communicatie in de zorg is erg belangrijk, zei minister Kasja Ollongren in juni, toen de wet door de Eerste Kamer werd aangenomen. En hoewel het voor zorginstellingen mogelijk is eigen kledingvoorschriften te hanteren, wil de minister discussie voorkomen met een eenduidige norm. Mocht er een vrouw in nikab of boerka het ziekenhuis binnenwandelen, dan kan het personeel volgens Ollongren de politie inschakelen.

Héman: ‘Het is de vraag of zorgverleners dat doen. Artsen willen patiënten helpen, de zorg gaat altijd voor.’

In de zorg geldt overigens al een identificatieplicht. ‘Het is een standaardprocedure dat iedere patiënt bij binnenkomst in een ziekenhuis of dokterspraktijk om zijn identiteitsgegevens, zoals naam en geboortedatum, wordt gevraagd. Artsen zullen vrouwen met gezichtsbedekkende kleding vervolgens in de spreekkamer pas vragen om hun gezicht te tonen. Dat levert zelden of nooit problemen op.’

Openbaar vervoer

Een boerka- of nikab-dragende vrouw heeft nog nooit een incident opgeleverd in het openbaar vervoer, maar als er een verbod geldt zouden reizigers weleens onaangenaam kunnen reageren. Dat vreest Arjan Vaandrager van het Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), die spreekt namens negen grote ov-bedrijven. ‘Zo’n onderwerp levert spanningen op, net als met het Zwarte Pietendebat. Dit kan gevolgen hebben voor ons personeel.’

De minister heeft openbaarvervoerbedrijven een paar jaar geleden al gevraagd in hun huisregels op te nemen dat gezichtsbedekkende kleding niet is toegestaan. ‘Wij hebben toen gezegd: zo’n verbod is zo fundamenteel, dat moet wettelijk geregeld worden’, zegt Vaandrager.

Nu het verbod er daadwerkelijk komt, is de vraag wat er gebeurt als een passagier in boerka of nikab de tram, bus of trein instapt. Het is lastig een vervoersmiddel stil te zetten of een passagier de toegang te ontzeggen. ‘Uiteindelijk moet de politie handhaven’, zegt Vaandrager. ‘Het is niet de bedoeling dat buschauffeurs dit gaan doen.’ Hij hoopt op meer duidelijkheid van de minister tijdens het overleg in januari.