Direct naar artikelinhoud
Reportage

Agressie op Franse scholen houdt aan door zwijgcultuur

Beeld uit het filmpje dat Frankrijk vorige maand in rep en roer bracht: een jongen richt een (naar later blijkt vals) pistool op een lerares.Beeld YouTube

Franse leraren luchten op Twitter massaal hun hart over onhandelbare en soms gevaarlijke leerlingen. Maar anoniem, want er rust nog een taboe op zulke problemen. De schoolleiding kijkt de andere kant op.

De beelden hakten er in vorige maand. Een jongen richt een (naar later blijkt vals) pistool op een lerares. Op de achtergrond steekt een klasgenoot zijn middelvinger op naar een derde handlanger die staat te filmen en te lachen. Misschien nog het meest bevreemdend: het slachtoffer lijkt niet bang, eerder gelaten.

Deze video maakte de tongen los onder het onderwijzend personeel. Op Twitter verscheen een stroom van honderden verhalen voorzien van de hashtag #PasdeVague, zoiets als ‘hou het onder de pet’. Want leraren vertellen niet alleen dat ze zijn bedreigd en in een enkel geval geslagen. Ze wijzen er ook op dat ze er alleen voor stonden.

Aanpassen

Daders worden volgens de slachtoffers niet of nauwelijks tot de orde geroepen. De laatsten krijgen te horen dat ze zich maar moeten aanpassen. Zeggen ze bijvoorbeeld dat ze weten waar je woont en dat ze je thuis op je bek komen timmeren? ‘Niet serieus nemen’, adviseerde een conrector aan iemand die zich @KiaraPapillon noemt.

Naar aanleiding van deze MeToo-achtige beweging presenteert minister van onderwijs Jean-Michel Blanquer volgende maand een actieplan. Het taboe op de problemen van achterstandsscholen – want om deze categorie gaat het meestal – lijkt te wankelen. Toch is het zeer de vraag of het Twitter-offensief af zal rekenen met de zwijgcultuur.

Lerares filosofie Anne-Sophie Nogaret begrip moest op haar voormalige school van de rector begrip hebben voor de leerling die haar ‘kutwijf’ had genoemd en gedreigd had haar in elkaar te slaan.Beeld Kleis Jager

Anne-Sophie Nogaret, lerares filosofie, vreest van niet. “Zolang leraren anoniem klagen zoals ze nu doen, blijft alles zoals het was”, zegt de auteur van een even scherp als somber boek over de staat van het Franse onderwijs. “Door niet namens jezelf te spreken, dragen deze collega’s eigenlijk alleen maar bij aan de omerta, de zwijgplicht die zij zeggen te veroordelen. Het is valse openheid.”

Nogaret spreekt uit ervaring. Zij weigerde haar mond te houden over een bedreiging en dat leidde uiteindelijk tot haar vertrek op een school in de buurt van het Normandische Rouen. Nogaret werd gezegd dat ze begrip moest hebben voor de leerling die haar ‘kutwijf’ had genoemd en gedreigd had haar in elkaar te slaan. “De rector draaide het om. Hij suggereerde dat ik de Afrikaanse thuiscultuur van deze jongen niet respecteerde en dat zijn agressie daar het gevolg van was.”

Nogaret eiste dat haar zaak voor een interne commissie zou komen. Maar daarmee verspeelde zij haar krediet in de lerarenkamer, waar zij aanvankelijk veel supporters had. “Je tegen de leiding keren is riskant. Niemand wil een ongunstige beoordeling krijgen die salarisverhoging in gevaar brengt.” De belager van Nogaret werd later van school gestuurd nadat hij een klasgenoot had aangevallen. Voor haar geval maakte het niet meer uit: ze was het zwarte schaap en bleef dat ook.

Deze gang van zaken is volgens Nogaret vooral kenmerkend voor openbare scholen. De katholieke scholen zijn strenger en juist om die reden erg populair, ook bij steeds meer allochtone ouders. Katholieke scholen hebben ook het voordeel dat ze probleemgevallen kunnen weigeren.

Psychiatrische gevallen

Het openbaar onderwijs heeft het onheil ook over zichzelf afgeroepen, denkt Nogaret. “Het rectoraat, een provinciale afdeling van het ministerie van onderwijs, bevordert actief dat het woord van een leerling en een leraar evenveel waard is. Er wordt voortdurend gehamerd op het belang van begrip, dialoog en welwillendheid. Straf geven mag eigenlijk niet en leerlingen verwijderen is al helemaal niet de bedoeling. Zelfs psychiatrische gevallen moet je binnenboord houden.”

Bovendien hebben ‘openbare’ schoolleiders de neiging incidenten te verzwijgen. Omdat ze bang zijn voor de reputatie van hun school, maar ook omdat dit beter is voor hun carrière. “Ze blijven maar drie, vier jaar. Ze willen allemaal naar een grotere instelling waar ze beter worden betaald. De kans daarop neemt toe als je kunt laten zien dat je het rustig weet te houden.”

Het tragische is, weet Nogaret, dat de goede bedoelingen van de école publique in de praktijk botsen op de cultuur van kinderen die juist veel behoefte hebben aan duidelijkheid. “Als jongens bijvoorbeeld moeite hebben met de autoriteit van vrouwen, moet je gelijk duidelijk maken wie er in de klas de baas is. Dan valt er heel goed met ze te werken.”

Microgeweld

Een leraar wiskunde werd deze maand bijna gewurgd in het Parijse voorstadje Bezons, in Toulouse gingen leraren in januari in staking tegen geweld, net als in Stains (vlakbij Parijs). De rij ernstige incidenten die de media halen is lang. Volgens steekproeven van het Observatoire International de la Violence à l’École heeft 1 procent van de 800.000 leraren in het voortgezet onderwijs ervaring met fysiek geweld. Van ‘microgeweld’ (beledigingen en bedreigingen) is 30 procent wel­eens het slachtoffer geweest. De problemen zijn het grootst in het beroepsonderwijs.

Lees ook:

Franse scholier baalt: een nieuwe wet bant het mobieltje uit de klas en van het schoolplein

Op Franse scholen zijn mobiele telefoons met ingang van het nieuwe schooljaar bij wet verboden. Ze moeten in de tas blijven, niet alleen in de klas maar ook in de gangen en op het plein. In Nederland wil niemand zo’n verbod.