Een en ander kwam aan het licht toen een ondernemer een klacht richting Huurman indiende bij de Stichting Tuchtrecht Banken, een loket voor klachten over de financiële sector. De tuchtcommissie liet de klager per brief weten de klachten niet in behandeling te kunnen nemen omdat Huurman tot april 2018 zonder bankierseed heeft gewerkt en zodoende niet onder het tuchtrecht van de bankierseed valt. De grote vraag is: waarom hebben de toezichthouders het ontbreken van de eed niet eerder aangekaart en ingegrepen? AFM, DNB, maar ook de commissarissen van Achmea Bank en de voormalige werkgever van Huurman, Staalbankiers, hebben de taak om toezicht te houden, ook op het feit of de topman de bankierseed heeft afgelegd. De AFM stuurt de klager als reactie dat niet zij, maar DNB verantwoordelijk is voor toezicht op de eed. DNB stuurt vervolgens een brief dat zij hier ook niet over gaat, maar de bank zelf. Een sterk staaltje van het kastje naar de muur voor de klagende ondernemer. In plaats van in te grijpen trekken DNB en AFM hun handen af van dit opmerkelijk dossier. Consumenten en ondernemers met klachten over de topman van Achmea Bank die betrekking hebben op de periode 2013-2018 vangen zodoende bot bij de betrokken partijen. Ze schuiven allemaal de verantwoordelijkheid naar elkaar door. Deze constructie loont dus bijna voor banken, omdat door geen enkele partij wordt ingegrepen en dit soort zaken onbestraft kan blijven, zo schrijft Bas Vermond in het artikel over de zin en onzin van de bankierseed dat deze maand in Quote staat. Dit stuk (inclusief de eed zelf) is ook te lezen bij onze vrienden van Blendle.