Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

OPCW wil mogelijke gifgasaanval Aleppo onderzoeken

Afgelopen weekend raakten mogelijk meer dan honderd mensen gewond bij een gifgasaanval, volgens het Syrische regime zijn rebellen verantwoordelijk.

Een Syrische vrouw wordt behandeld in een ziekenhuis in Aleppo na een mogelijke chemische aanval afgelopen weekend.
Een Syrische vrouw wordt behandeld in een ziekenhuis in Aleppo na een mogelijke chemische aanval afgelopen weekend. Foto George Ourfalian/AFP

De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) wil onderzoek doen naar de mogelijke gifgasaanval in de Syrische stad Aleppo afgelopen weekend. Daarbij zijn vermoedelijk tussen de vijftig en ruim honderd mensen gewond geraakt. Het Syrische regime, dat eerder zelf beschuldigd is van het gebruik van chloorgas, riep de in Den Haag gevestigde waakhond op om de kwestie te onderzoeken.

OPCW-chef Fernando Arias zegt maandag dat hij de Verenigde Naties heeft verzocht de veiligheidssituatie in de regio te bekijken, meldt persbureau Reuters. Daaruit moet blijken of een onderzoeksteam gestuurd kan worden. Volgens Syrische staatsmedia werden projectielen gevuld met giftig gas van buiten de stad verschillende wijken in geschoten. Slachtoffers zouden last hebben van ademhalingsproblemen.

Lees ook: OPCW mag nu ook de daders van gifgasaanvallen aanwijzen

De OPCW onderzoekt vaker chemische aanvallen in Syrië en presenteert de resultaten vervolgens aan de VN. Tot nu toe had de organisatie niet de bevoegdheid om daarbij een dader aan te wijzen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de chloorgasaanval in Douma waar volgens het Westen het regime van president Assad voor verantwoordelijk was. Daarbij vielen ongeveer zeventig doden.

Syrië tegen uitbreiding bevoegdheid OPCW

Vanaf februari 2019 mag de waakhond ook een oordeel vellen over wie verantwoordelijk is voor chemische aanvallen. Overigens waren Syrië en Rusland, een van de belangrijkste bondgenoten van het regime van Assad, tegen de verruiming van de bevoegdheid van de OPCW.

Sinds de mogelijke gifgasaanval in Aleppo hebben Russische gevechtsvliegtuigen meerdere doelen van opstandelingen bestookt in het noorden van Syrië. Rebellengroepen ontkennen het gebruik van chemische wapens, en zeggen dat het Syrische regime een in september gesloten wapenstilstand probeert te ondermijnen.