Direct naar artikelinhoud
Column

Medicalisering transformeert een gezonde kerel in een sukkel van een patiënt

Sylvain EphimencoBeeld Trouw

Het was zeker een vermakelijke column, die van Bert Keizer vorige week in Trouw (‘Ziektes creëren door te gaan trutten’). Maar duizend lampjes gingen bij mij pas branden toen ik in het stuk het woord terugvond dat ik onlangs in mijn opstand tegen het ‘medische establishment’ had gebruikt: medicalisering.

Het woord betekent in mijn eigen belevenis: nutteloze medische handelingen die een gezonde kerel in een sukkel van een patiënt transformeren.

Het begon met een helse pijn in mijn linkerheup die het lopen bijna onmogelijk maakte. De gemaakte foto’s waren vervolgens duidelijk: zware slijtage, die een operatie en dus een kunstheup noodzakelijk maakt. Dat heb je als je een leven lang in een atletiekkooi om je linkerbeen draaide met als doel je discus zo ver mogelijk te werpen.

Vanaf dat moment werd ik een soort ziekenhuisjunk. Zo werd ik ter voorbereiding op die operatie met ferme hand het bos van de medische specialisten in gestuurd. Overigens allemaal aardige mensen die hun zorg over mijn alarmerende toestand niet onder stoelen of banken staken. In een kort tijdsbestek heb ik alle hoeken van het mooie en glanzende ziekenhuis gezien. En in al die hoeken zaten de specialisten gulzig naar mij te loeren. Ik kreeg uiteraard een orthopeed en anesthesist, maar ook een longarts, neuroloog, cardioloog en apneubegeleidster. Het wachten was nog op een dermatoloog, pediater, gerontoloog of verloskundige, maar ik haakte gelukkig voortijdig af.

Stop de persen! Ik besloot te rebelleren, weigerde iedere vorm van medische handeling en deed het op mijn manier

Zo bracht ik een hele nacht in het ziekenhuis door onder een deken van draadjes om mijn onregelmatige ademhaling te doorgronden. Werd vervolgens verzocht minstens twee maanden met een apneumasker te slapen en al die tijd geen auto te rijden. Moest mijn creatieve hersenen in een soort tunneltje laten scannen. Liet weet ik hoeveel keer mijn bloed prikken. Liet twee maal een hartfilmpje maken om mijn lichte hartritmestoornis in kaart te brengen. Moest een grondige echografie van mijn rikketik laten maken. Kreeg bloedverdunners die binnen drie dagen een allergie veroorzaakten. Uiteindelijk kreeg ik voor zes weken zware medicijnen die me panklaar moesten maken voor de aanstaande shocktherapie waar mijn hart naar hunkerde. En gedurende die zes weken zou de trombosedienst regelmatig bij ons thuis komen om bloed af te nemen.

Heuppijn weg

Stop de persen! Ik besloot te rebelleren, weigerde iedere vorm van medische handeling en deed het op mijn manier. Ik viel dertien kilo af zodat ik nu geen heuppijn meer heb, drie kilometer per dag door de polders kan lopen en niet meer hoef te worden geopereerd.

Onlangs beklaagde ik mij tegen een van die specialisten dat ik door hem en zijn confraters onnodig werd gemedicaliseerd. Was dat wel allemaal nodig geweest? Hij lachte en zei: “En hoe denkt u dat wij ons brood anders moeten verdienen?” Tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet of dit wel of geen grap was.

Drie keer per week schopt Sylvain Ephimenco in Trouw heilige huisjes omver. Lees meer columns in zijn dossier.