Direct naar artikelinhoud

Europa: benadruk ook welke Afrikanen wél welkom zijn

Europa: benadruk ook welke Afrikanen wél welkom zijn
Beeld AFP

In Afrika zal de wereldbevolking het snelst toenemen, en daarmee ook de migratie naar Europa, verwachten de meeste migratie-experts. Zij pleiten voor meer mogelijkheden om de oversteek legaal te maken.

Elke Afrikaanse familie zal in 2050 wel een neefje of nichtje in Europa hebben, stelt de Amerikaanse Afrikanist Stephen Smith. In zijn boek ‘Stormloop op Europa, jong Afrika op weg naar het oude continent’, legt hij uit waarom hij dat denkt. In Afrika zal de bevolking het hardst groeien, de verstedelijking het snelst gaan en de grootste concentratie van jonge mensen bij elkaar zitten.

“Jonge mensen zullen hun dorpen verlaten, en via provinciesteden en hoofdsteden verhuizen naar regionale hoofdsteden als Lagos, Johannesburg en Nairobi”, licht hij toe in een lezing op zijn eigen Duke University in North Carolina, te zien op YouTube. “Daar komen ze in sloppenwijken terecht. Ze verwachten niet zozeer dat hun leven er veel beter op wordt, maar ze hebben het gevoel aan een loterij mee te doen. Ze spelen liever mee met het risico te verliezen, dan dat ze helemaal niet meespelen. Op het moment dat de regionale hoofdsteden uit hun voegen barsten, is een volgende logische stap om naar het naburige Europa te vertrekken.”

Explosieve groei

Het Afrikaanse continent telt in 2050 ruim 2,5 miljard inwoners, voorspellen de Verenigde Naties, meer dan twee keer zoveel als nu. Hoeveel Afrikanen de oversteek naar Europa maken, laat zich moeilijk voorspellen. Maar de meeste experts gaan er wel van uit dat migratie gezien de explosief groeiende Afrikaanse en de krimpende Europese bevolking zal toenemen.

Smith denkt zelfs dat miljoenen jonge Afrikanen de stap zullen wagen. “Door mobiele telefoons en 4G weten ze wat er in de wereld te koop is, en ze kunnen terugvallen op Afrikaanse gemeenschappen die zich al in Europa hebben gevestigd. Het vestigen in een nieuw land is daardoor goedkoper en gemakkelijker geworden. Bovendien, een deel van de Afrikanen is een stuk welvarender geworden en heeft de middelen om de tocht te kunnen maken.” Van de ongeveer 1,3 miljard Afrikanen behoort zo’n 150 tot 200 miljoen tot een opkomende middenklasse, rekent Smith voor.

Meer welvaart in Afrika betekent niet dat mensen daar dan willen blijven
Lukas GehrkeInternational Centre for Migration Policy Development

Meer welvaart in eigen land betekent niet dat mensen daar dan willen blijven, zegt ook migratie-expert Lukas Gehrke van het International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) in Wenen. “Veel jonge mensen zullen juist elders op zoek naar werk gaan. Pas als mensen een inkomen tussen de 7000 tot 8000 dollar per jaar hebben, wordt het aantrekkelijker om te blijven en zie je de migratie afnemen.”

Explosieve groei
Beeld Trouw/Sander Soewargana

Dat maakt migratiebewegingen zo lastig te voorspellen, zegt Gehrke. “Je kunt wel inschatten dat in Nigeria de bevolking de komende twintig jaar zal groeien, maar het is veel moeilijker te voorspellen wat de Nigeriaanse economie gaat doen. Het zou een wonder zijn als die gelijke tred houdt met de bevolkingstoename.” En zo zijn er nog heel veel meer onzekere factoren. “Denk aan de impact die conflicten en klimaatverandering kunnen hebben. Bovendien is migratie altijd een individuele beslissing.”

Geen massale uittocht

De Britse migratie-expert John Dalhuisen denkt helemaal niet dat miljoenen Afrikanen staan te popelen om hun koffers te pakken en naar Europa te gaan. Dalhuisen, van de denktank European Stability Initiative (ESI): “In 1970 bestond de bevolking in Afrika uit 350 miljoen mensen, nu zijn het er al meer dan een miljard. Toch heeft dat niet voor een massale uittocht gezorgd. Op het hoogtepunt van de zogeheten ‘migratiecrisis’ ging het om 150.000 mensen per jaar die via Afrika naar Europa kwamen. En dat had te maken met twee uitzonderlijke gebeurtenissen, namelijk het conflict in Syrië en de ineenstorting van Libië. We hebben het echt niet over miljoenen, het is beheersbaar.”

Maar zelfs dan, zegt Dalhuisen, is de Europese migratiepolitiek onvoldoende. Nog altijd verdrinken er mensen in zee, ruziën de Europese lidstaten over de opvang en zijn de wachttijden voor asielzoekers eindeloos lang. En terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers is duur en ingewikkeld. Afrikaanse landen staan veelal niet te trappelen om hun ingezetenen ‘terug te nemen’.

Hoe moet Europa zich voorbereiden op toekomstige irreguliere migratie uit Afrika? Duidelijkheid scheppen, meer mogelijkheden voor legale migratie en compromissen sluiten, zijn volgens migratiedeskundigen sleutelbegrippen.

Duidelijkheid scheppen

Afrikaanse migranten die eigenlijk al weten geen kans te maken op een verblijfsvergunning in Europa, wagen toch de gevaarlijke tocht. Migratie-experts Alexander Betts en Paul Collier stellen in het blad Foreign Affairs dat zij die moeite nemen omdat ze weten dat ze niet snel Europa zullen worden uitgezet. Immers, minder dan de helft van de asielzoekers die in landen als Frankrijk en Groot-Brittannië te horen hebben gekregen dat ze niet mogen blijven, zijn ook echt vertrokken. ‘De Europese migratiepolitiek is chaotisch, reactief en ad hoc’, stellen ze.

Politici wagen zich alleen aan korte-termijnmaatregelen die vaak repressief zijn, zoals het plaatsen van een hek, beaamt Lukas Gehrke. “Maar voor een goed migratiebeleid moeten we in generaties denken. Ik verbaas mij erover dat er in Europa wel groene partijen bestaan die een lange-termijnvisie over het milieu formuleren maar dat er geen partijen zijn die iets soortgelijks doen op het gebied van migratiemanagement. We komen in Europa maar niet tot een gemeenschappelijke visie of doel. Het blijft onduidelijk. Willen we bijvoorbeeld net als Canada een migratieregio worden?”

De vele Europese consulaten en ambassades in Afrika zouden de bevoegdheid moeten krijgen om asielaanvragen af te handelen

Zo zou Europa er volgens Gehrke goed aan doen om niet alleen te benadrukken wie er niet maar ook wie er wél mogen binnenkomen. “Dat schept niet alleen in het Europese land maar ook in het land van herkomst duidelijkheid. Maak als Europa bijvoorbeeld expliciet welke arbeidskrachten je op een bepaald moment goed kan gebruiken en welke niet.” Daarmee sla je volgens Gehrke twee vliegen in een klap. Je maakt aan potentiële migranten duidelijk of ze in Europa kans maken op een bestaan en de eigen bevolking ziet dat niet zomaar iedereen wordt toegelaten. Dat voorkomt onrust.

Duidelijkheid scheppen
Beeld Trouw/Sander Soewargana

Duidelijkheid is ook de sleutel voor een betere asielprocedure, vinden de meeste experts. Die moet vooral veel sneller en efficiënter verlopen. Bijvoorbeeld al in het herkomstland zelf, zodat mensen niet de gevaarlijke tocht naar Europa hoeven te ondernemen, stellen Betts en Collier voor. De vele Europese consulaten en ambassades in Afrika zouden de bevoegdheid moeten krijgen om asielaanvragen af te handelen. Speciale centra in transitlanden als Libië, zoals sommige EU-lidstaten hebben voorgesteld, zien zij niet zitten. Het zou grote groepen mensen kunnen bewegen naar die landen te gaan waar ze terechtkomen in onmenselijke omstandigheden.

Dalhuisen denkt dat in Europa de asielprocedures snel – zo binnen twee, drie maanden – en in gesloten centra zouden moeten worden afgerond. Niet ideaal, geeft hij toe, maar de enige mogelijkheid dat mensen als ze geen status krijgen ook werkelijk zullen terugkeren.

Out of the box

Afrikaanse landen zullen meer geneigd zijn afgewezen asielzoekers terug te nemen als Europa de mogelijkheden voor legale migratie verruimt, denkt Dalhuisen. “Europa kan bijvoorbeeld in ruil voor het terugnemen van mensen jaarlijks een aantal visa voor werk en studie aan Afrikaanse landen afgeven.” Dit soort overeenkomsten werkt volgens Dalhuisen alleen als de Afrikaanse landen er ook echt iets aan hebben. Out of the box-denken is daarbij volgens hem belangrijk. “Niet alleen ontwikkelingshulp bieden, maar bijvoorbeeld ook gunstige handelsvoorwaarden. Kijken naar wat een land echt nodig heeft om economische groei te kunnen stimuleren en proberen daarop aan te sluiten.”

Denken in innovatieve oplossingen is essentieel, betogen ook Betts en Collier. Europa zou bijvoorbeeld een alternatieve arbeidsmigratie-pool in het leven kunnen roepen: een groep van Europese landen die juist wel wat arbeidskrachten kunnen gebruiken in een bepaalde sector kan kenbaar maken dat ze uitgeprocedeerde asielzoekers met specifieke kennis of werkervaring willen opnemen. Omgekeerd zouden die arbeidskrachten moeten kunnen aangeven in welke van die landen ze dan het liefst terecht zouden komen.

Water bij de wijn

Het is opvallend, vindt Gehrke, dat er in Europa wel veel gepraat wordt over de strijd tegen irreguliere migratie en de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers, maar niet over het creëren van legale migratie. Het voorstel van de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, om het met een bluecard makkelijker te maken voor hoogopgeleide migranten om legaal naar Europa te komen, is wellicht een eerste stap.

Gehrke denkt dat met wat creativiteit ook de mensen die echt moeten terugkeren meer toekomstperspectief geboden kan worden in hun land van herkomst. “Hier in Oostenrijk doen we een kleine proef om het bedrijfsleven te betrekken bij terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Ze krijgen voor hun vertrek nog een korte training of stage bij een bedrijf dat samenwerkt met een bedrijf in hun land van herkomst, zodat ze met wat meer bagage terugkomen en hopelijk wat makkelijker een nieuw bestaan kunnen opbouwen.”

Er zitten nog wel wat juridische haken en ogen aan, zegt Gehrke. Want hoe verkoop je dat iemand die illegaal in een land verblijft toch een training mag volgen. Gevoelig ligt het ook, want niet alle Oostenrijkers zullen er begrip voor hebben dat in een groep mensen die moet vertrekken geld en energie wordt gestoken. En breed draagvlak creëren onder de Europese bevolking is volgens de experts heel belangrijk om toekomstig migratiebeleid te laten slagen. Dat lukt alleen als van alle kanten water bij de wijn wordt gedaan.

Compromissen sluiten

Wat voor humaan migratiebeleid kunnen politieke partijen aan de Europese bevolking verkopen dat de huidige situatie verbetert en de belangrijkste mensenrechten respecteert? Zo’n beleid is mogelijk, denkt Dalhuisen, maar het zal even slikken zijn voor mensenrechtenorganisaties. “Ze zien het bijvoorbeeld niet zitten dat asielprocedures versneld zullen worden omdat ze bang zijn dat het minder zorgvuldig zal gaan. Ook het idee van gesloten centra waar migranten hun asielverzoek moeten afwachten zal hun niet aanstaan, omdat ze tegen detentie van migranten zijn. En veel mensenrechtenorganisaties vinden dat migranten die armoede ontvluchten ook recht hebben op asiel. Dat zijn allemaal goede dingen om in te geloven, maar je kunt er geen beleid op ontwikkelen. Simpelweg omdat het publiek het niet zal accepteren. Als je het Europese publiek de keus geeft tussen open grenzen of grenzen die op wrede wijze gesloten blijven, dan zullen ze die laatste optie kiezen. Dat is wat op dit moment al gebeurt. Kijk maar naar de manier waarop Europa de controle van migratie uitbesteedt aan Libië waar de meest vreselijke mensenrechtenschendingen plaatsvinden.”

Bij Amnesty International, waar hij als directeur Europa werkte, was debat over deze kwestie volgens hem niet mogelijk. Daarom nam hij eerder dit jaar ontslag bij de mensenrechtenorganisatie en ging bij de denktank ESI van Gerald Knaus, de bedenker van de EU-Turkije-deal, werken.

Dalhuisen vindt dat humanitaire organisaties compromissen moeten sluiten. “Wat misschien aanvoelt als een slecht compromis, is misschien de beste manier om de mensenrechten te bewaken. Als je de mensenrechten wilt behouden, zal je het asielsysteem zo moeten veranderen dat de belangrijkste rechten behouden worden maar tegelijkertijd de irreguliere migratie echt wordt aangepakt. De grootste uitdaging voor Europa is nu om een breed geaccepteerd humaan beleid te formuleren.”

Lees ook:

Vruchtbaar Afrika: meer mensen, meer strijd

In veel Afrikaanse landen zal de bevolking de komende decennia nog flink groeien, waardoor basisbehoeften in de knel komen. Zoals het onderwijs, terwijl dat nu juist de sleutel is om de bevolkingsaanwas te beperken.