Naturalisatie bevordert integratie van migranten

Het Nederlanderschap biedt migranten meer kansen op werk, een beter inkomen en een eigen huis. Dit geldt met name voor degenen die afkomstig zijn uit economisch laagontwikkelde en politiek instabiele landen. Te strenge eisen en hoge kosten voor naturalisatie werken vanuit het oogpunt van integratie contraproductief.

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte III neemt de integratie van migranten een prominente positie in, en wordt onderstreept dat ‘(…) je afkomst nooit je toekomst [mag] bepalen’. [1]

Onderzoek toont echter consistent aan dat migranten een relatief zwakke positie bekleden op onder andere de arbeidsmarkt [2] en de huizenmarkt. [3] Migranten hebben minder vaak betaald werk, genieten een lager inkomen uit werk, en zijn minder vaak huiseigenaar dan mensen zonder migratieachtergrond. [4] [5]

Er speelt een duidelijk kip-ei probleem

Vanuit dit oogpunt wordt naturalisatie door beleidsmakers dikwijls gezien als een veelbelovend instrument om de integratie van migranten te bevorderen. Internationaal onderzoek laat namelijk zien dat genaturaliseerde migranten beter presteren op de arbeidsmarkt [6] en de huizenmarkt [7] dan hun niet-genaturaliseerde tegenhangers. Dit positieve effect van naturalisatie wordt ook wel de naturalisatiepremie genoemd.

Er is echter nog veel onduidelijkheid in de literatuur over de vraag voor wie en waarom het staatsburgerschap van het bestemmingsland ertoe doet. Bovendien speelt er een duidelijk kip-ei-probleem: bevordert naturalisatie de integratie van migranten, of zijn beter geïntegreerde migranten meer geneigd en beter in staat om te naturaliseren?

Om een beter inzicht te krijgen in het unieke effect van het Nederlanderschap onderzocht ik in het kader van mijn promotie de rol van naturalisatie voor de integratie van eerste generatie migranten in Nederland op basis van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Snelle naturalisatie heeft positief effect op werk en inkomen

De resultaten van mijn analyses laten zien dat naturalisatie ertoe doet voor de integratie van migranten. Het Nederlanderschap verhoogt de kans op werk en heeft voor migranten uit economisch laagontwikkelde landen een positief effect in termen van inkomen uit arbeid.

Bovendien stijgen de kansen op de arbeidsmarkt al in aanloop naar het moment van naturalisatie. Migranten investeren in hun arbeidsmarktpotentie anticiperend op de mogelijkheden die het Nederlanderschap zal bieden en in het kader van de formele eisen voor naturalisatie. Om die reden doet naturalisatie er vooral toe wanneer de Nederlandse nationaliteit relatief snel verkregen wordt. Investering in bijvoorbeeld kennis van de Nederlandse taal en maatschappij zijn vooral van belang in de beginfase van het vestigingstraject, aangezien migranten ook gaandeweg deze kennis opdoen door in Nederland te verblijven.

Ter vergelijking: de kans op werk van migranten die na vijf jaar verblijf naturaliseren (wanneer het gros van de migranten in aanmerking komt voor naturalisatie) is 34 procent hoger voor mannen, en 38 procent hoger voor vrouwen dan hun niet-naturaliserende tegenhangers. Onder migranten die na acht tot tien jaar naturaliseren is dit positieve effect geslonken tot 10 procent.

Naturalisatie stimuleert dus de kans op werk, maar het maakt wel uit wanneer het Nederlanderschap verkregen wordt. Naturalisatie faciliteert ook toegang tot de huizenmarkt door de kans op huizenbezit te vergroten.

Streng beleid blijkt obstakel voor kwetsbare migranten

Naturalisatie kan dus functioneren als een springplank voor integratie en deuren openen voor verdere opwaartse mobiliteit. Dit geldt in het bijzonder voor migranten uit economisch laagontwikkelde herkomstlanden, die de grootste achterstand hebben op de arbeidsmarkt en huizenmarkt en een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken.

Deze kwetsbare migranten uit laagontwikkelde landen zijn echter sterk afhankelijk van de toegankelijkheid van naturalisatiebeleid. Met de invoering van de naturalisatietoets (1 april 2003) werden de eisen voor naturalisatie strenger, onder meer door de invoering van een naturalisatietoets waarin taalbeheersing en kennis van de Nederlandse maatschappij formeel getoetst worden.

Uit mijn onderzoek blijkt dat migranten onder deze restrictievere institutionele condities minder snel en minder vaak naturaliseren.

Te hoge eisen en kosten maken Nederlanderschap exclusiever

Basale taalbeheersing is een belangrijke voorwaarde voor participatie in de samenleving. Een zekere mate van vereiste taalkennis kan migranten stimuleren om hier al in een vroeg stadium in te investeren. Wanneer taaleisen echter te hoog zijn of (financiële) ondersteuning om deze kennis te ontwikkelen ontbreekt, zullen met name de migranten die het Nederlanderschap het meest nodig hebben niet langer in staat zijn te naturaliseren, of wordt het moment van naturalisatie zodanig vertraagd dat het niet langer relevant is voor het integratieproces.

Verder zal een lange verblijfstermijn of hoge kosten voor naturalisatie het Nederlanderschap alleen exclusiever maken. De positieve rol die naturalisatie kan spelen in het integratieproces van migranten wordt daardoor alleen maar beperkt.

Kortom, naturalisatie kan een kickstart geven aan het integratieproces van migranten, maar het effect is wel afhankelijk van de juiste timing en functionele beleidscondities.

Floris Peters is postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Maastricht. Binnen het ‘Migrant Life Course and Legal Status Transition’ project doet hij onderzoek naar de rol van naturalisatie voor de sociaaleconomische integratie van migranten. Hij promoveerde onlangs met het proefschrift ‘The Citizenship Premium: Immigrant Naturalisation and Socio-Economic Integration in the Netherlands’, Maastricht University, 2018. 

 

Noten:

[1] Rijksoverheid. (2017). Vertrouwen in de toekomst: regeerakkoord 2017-2021. Den Haag: Ministerie van Algemene Zaken.

[2] Lancee, B. (2012). Immigrant Performance in the Labour Market: Bonding and Bridging Social Capital. Amsterdam: Amsterdam University Press.

[3] Zorlu, A., Mulder, C. H., & van Gaalen, R. (2014). Ethnic Disparities in the Transition to Home Ownership. IZA Discussion Paper no. 8039.

[4] CBS. (2016). Jaarrapport integratie 2016. Den Haag/Heerlen: CBS.

[5] Uunk, W. (2017). Does the Ethnic Gap in Homeownership Vary by Income? An Analysis on Dutch Survey Data. Housing Studies, 32(1), 95-114.

[6] OECD. (2011). Naturalisation: a passport for the better integration of immigrants?. Paris: OECD Publishing.

[7] Enchautegui, M. E., & Giannarelli, L. (2015). The economic impact of naturalization on immigrants and cities. New York: Urban Institute.

 

Foto: DFID - UK Department for International Development (Flickr Creative Commons)