Opinie: Het zinloos rekken van het leven van een laatste restje mens

De Kerk van Kampen.  Foto Shutterstock

De Kerk van Kampen. Foto Shutterstock

Een hoopje mens van 94 ligt al ruim vier jaar in een vegetatieve toestand in een verpleeghuis. Een aanklacht tegen een misdadig, wreed en mensonwaardig levenseinde.

Lees meer over
Opinie

Verlaten en naargeestig toont de keerzijde van het leven zich hier, in deze wachtkamer van de dood. Ik ben bij een tante die ik al een paar jaar bewust niet meer heb bezocht. Van wie ik af en toe alleen nog via mijn ouders hoorde dat ze in een horrorfilm gevangen werd gehouden.

Gegijzeld

Af en toe schiet vanuit een reflex een lege blik uit troebele ogen langs of misschien wel dwars door mij heen. Tot mijn verbijstering zie ik dat het lichaam dat hier (ogenschijnlijk klaar om te worden opgebaard), wordt gegijzeld op de grens tussen ‘zijn’ en ‘niet zijn’. In technische zin behoort het ‘vegeterend overschot’ nog tot het rijk der levenden. De zak met botten die haar rest, functioneert in klinisch opzicht immers nog naar behoren. Ter meerdere eer en glorie van wie, dat lijkt er niet toe te doen in het verpleeghuis.

Mededogen

De zorg zal er ongetwijfeld liefdevol zijn. Maar waar zijn het mededogen en de barmhartigheid voor iemand die al jaren blijft steken in dit macabere voorportaal? Want waarom en voor wie ligt mijn kinderloze tante hier al zeker vier jaar in dezelfde vegetatieve toestand? Een toestand die de desolate leegte van een langgerekt levenseinde markeert. Vier keer per etmaal wordt het lichaam in een andere positie gedraaid. Waarom niet op haar buik…?

Godvrezend

Kind noch kraai heeft ze. Haar man heeft al zo’n 20 jaar vóór haar het leven verlaten. Maar dan écht. Ze waren godvrezend. Tv kijken op zondag was uit den boze. Maar klaverjassen deden ze vol vuur. Vooral mijn tante. Zoals ze klaverjaste, zo vol passie, zo kon mijn tante in geuren en kleuren vertellen over het Kampen van vroeger, over haar jeugd, de familie, over vakanties en andere gebeurtenissen. Haar verhalen waren beeldend en boeiend. Ook kon mijn tante prachtig zingen, ze was in mijn beleving van toen de prima donna tijdens het zingen van de psalmen uit mijn jeugd. Wat rest er nog van haar waardigheid?

Klaaglijk

Hier voor mij ligt de tol die kennelijk betaald wordt voor een dogmatische levensovertuiging gekoppeld aan medische vooruitgang. Hoogstaand vernuft die hier een ethische afweging ontbeert. Een lichaam als een lijk dat tot op de dag van vandaag (ze is 94) in stand wordt gehouden. Meer is het niet voor mij. Het mag steeds maar niet beginnen aan de oneindige vakantie. Het ontdoet zich nog van afvalstoffen. Want tante ‘eet en drinkt’ nog wel, al lijkt dwang of de macht der gewoonte het hier voor het zeggen te hebben. Ergens diep verstopt, in de krochten van een al lang buiten gebruik gesteld brein, lijkt soms nog iets van bewustzijn zich te willen uiten in een niet verstaanbare taal. Uit de mond komt af en toe nog een zeer klaaglijke gil. Is het een schreeuw om hulp?

Misdadig

Dat begon met wekenlang schreeuwen en krijsen, maar dat kon met een paar extra pillen worden onderdrukt, zodat het lichaam de rust van andere bewoners van het zo vredige verpleeghuis niet zou verstoren. Ik vind dit misdadig, wreed en mensonwaardig. Op deze manier wordt het lichaam van mijn tante onder zeil gehouden. Gedrogeerd welteverstaan. Dit is een aanklacht tegen medici die leven in stand houden, tegen beter weten in. De zinloosheid van het bestaan komt hier in al z’n lelijkheid en ongenade tot uitdrukking. Dit heeft naar mijn idee niets meer met respect voor het leven te maken. Het willens en wetens rekken en in stand houden van dit laatste restje mens roept enorme weerstand bij mij op.

Woede

De onmacht en het verdriet maken plaats voor woede. Wat voor systeem is dit? Tolereren we dit? Is dit een gewenste en humane manier van doen om bij het laatste beetje leven een vacuüm te creëren waaruit geen ontsnappen mogelijk is? Mijn tante was vanaf haar vroege jeugd gehandicapt en droeg een kunstbeen. Ze liep daardoor moeilijk en kwam op hogere leeftijd lelijk ten val, waardoor ze haar heup brak en in het ziekenhuis in Zwolle belandde. Dat is nu zo’n 15 jaar geleden. In het ziekenhuis werd ze langzaam blind vanwege een bacteriële infectie. Wellicht door de operatie. Na verloop van tijd werd tante nog eens doof ook en raakte meer en meer in zichzelf opgesloten. Al jarenlang is zij zich niet meer bewust van haar bestaan en probeert zij zich wellicht naar de uitgang van het leven te knokken. Moe van de afgrijselijke droom van het schreien, het schreeuwen, het gillen en van de angst om niet meer gehoord te worden.

Vacuüm

Haar geest, voor zover die haar nog niet heeft verlaten, doolt rond in dat vacuüm en wat er rest van haar lichaam is het akelige decor van verval. Ik klaag de medici aan die dit leven nog leven noemen. Geef een beetje mee, wees barmhartig en gun haar de toegang tot het door haar zo vurig gewenste eeuwige feest bij haar God, die voor haar bepaalde dat er op zondag niet naar tv gekeken mocht worden, maar wel geklaverjast. Zou die God het niet door de vingers zien wanneer zij dat laatste zetje krijgt vanuit mededogen om de drempel definitief over te gaan? Welke reden voor uitstel van de dood is hier opportuun? Deze levensverlenging dient mijns inziens geen enkel hoger doel en biedt ook totaal geen perspectief.

Ik denk aan mijn tante Dick, geboren (3 oktober 1924) en getogen in Kampen. Zich niet meer bewust van die prachtige Hanzestad sinds 2014.

Hoogeveen, Pieter Mulderij