Giles Martin, zoon van Beatles-producer George Martin, mocht ter gelegenheid van dit jubileum het album opnieuw mixen. NU.nl zocht de 49-jarige Brit op in de befaamde Abbey Road Studios. "Mijn vader was de strenge leraar in de studio, die de Beatles op dit album niet meer trokken".
Het is een dagelijks, wat kolderiek schouwspel voor de ingang van de Abbey Road Studios. Hordes toeristen en Beatles-discipelen paraderen over het beroemdste zebrapad ter wereld, zoals John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr dat ook deden op de hoesfoto van hun album Abbey Road.
Automobilisten en buschauffeurs zijn er inmiddels aan gewend en ook binnen in het gebouw waar de vier legendes uit Liverpool hun hits fabriceerden, wordt er vooral geglimlacht om het al decennia voortdurende ritueel. "Het zegt wel iets over wat die band heeft betekend in de wereld", vertelt Giles Martin met een glimlach in een van de opnameruimtes van de west-Londense studio.
Giles luisterde alle producties die zijn vader maakte
Martin oogt duidelijk op zijn gemak tussen alle mengpaneelknoppen en -schuiven en dat is niet zo vreemd. De bijna vijftiger zit al meer dan driekwart van zijn leven midden in de muziekwereld. Zo vergezelde hij al in zijn puberjaren zijn vader George bij interviews, omdat Martin senior langzaam doof werd en dit niet aan de buitenwereld wilde opbiechten.
"Ik luisterde ook altijd naar al zijn producties", legt hij uit. "Puur omdat hij het op een gegeven moment zelf echt niet meer goed kon beoordelen." Ondanks het uitdrukkelijke advies van zijn vader om vanwege zijn beroemde achternaam zelf nooit in de muziekbusiness aan de slag te gaan, bouwt Martin in de loop der jaren een goede naam op als producer en mixt hij veel albums voor bekende artiesten, zoals Elvis Costello, Kate Bush en de nineties-rockers Kula Shaker. Voor zijn werk aan de soundtrack van het Cirque du Soleil-project Love, waarvoor een sloot Beatles-songs volledig in de mash-up gingen, ontvangt Martin in 2008 zelfs twee Grammy Awards.
Het succes van Love is de voorbode van een langdurige samenwerking met de band. Martins vader werd alom als 'vijfde Beatle' gezien. Maar als Paul McCartney en Ringo Starr hem vragen om hun meesterwerk Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band (1967) vanwege het vijftigjarig jubileum van een opgepoetst jasje te voorzien, twijfelt hij sterk of het wel een klus voor hem is.
"Weet je: mijn achternaam is een last en een zegen. Als je het fantastisch doet, ben je plots een genie met goede muzikale genen, maar als het niet aan de verwachting voldoet, heb je de opdracht enkel vanwege je beroemde vader gehad." Een gesprek met een bevriende producer verandert echter alles. "Hij zei: 'Als jij het niet doet, doe ik of iemand anders het wel'. Dat opende mijn ogen. Uiteindelijk is het gewoon een prachtige uitdaging om een legendarisch album naar deze eeuw te tillen."
De internationale pers is eensgezind lovend over de nieuwe versie van het beroemdste Beatles-album en dus is het niet zo gek dat de twee nog levende leden van de voormalige Fab Four dit jaar opnieuw bij Martin aankloppen voor de 'remix' van hun album The Beatles, dat vanwege de compleet witte hoes vooral bekend staat als The White Album.
Leden Beatles konden elkaar tijdens maakproces niet luchten of zien
Een nog grotere uitdaging voor Martin, want het album is niet alleen muzikaal divers en complex - van meezinger Ob-La-Di, Ob-La-Da tot de bloedmooie ballad Blackbird; de langspeler werd ook vooral gezien als hét moment dat The Beatles uiteen vielen en elkaar in het maakproces uiteindelijk niet meer konden luchten of zien.
Naar aanleiding van het urenlange opnamemateriaal dat Martin tot zijn beschikking had en ook allemaal luisterde, is daar volgens de Londenaar in de studiosessies in ieder geval niets van te merken. "Natuurlijk ken ik de verhalen en ik ben er ook naar op zoek gegaan, maar behalve een fragment, waarbij Ringo pissig de studio uitliep, kwam ik niets tegen."
Op The White Album is duidelijk te horen dat ze dan wel apart hadden geschreven en zich als individuele artiesten steeds meer ontwikkelden, maar in de opnameruimte echt een band waren met een ongelofelijke dynamiek. Ze hebben er ook heel lang over gedaan om het album te maken. En met hoorbaar plezier. Van Sexy Sadie bijvoorbeeld zijn wel honderd demo's gemaakt en een nummer als Cry Baby Cry ging van een akoestische versie naar de Pink Floyd-achtige opus, die uiteindelijk op de plaat belandde.
Toch kan ook Martin niet ontkennen dat het af en toe flink rommelt bij het Liverpoolse viertal tijdens de productie van The White Album. De prominente aanwezigheid van Lennons vrouw Yoko Ono bijvoorbeeld en diens invloed op de gemoedstoestand van de zanger, zorgt bij de overige bandleden voor veel irritatie.
Daarnaast is de crew het recalcitrante gedrag van de supersterren na verloop van tijd helemaal beu. Producer Geoff Emerick stapt zelfs op en ook George Martin neemt een tijdje vrijaf van het loodzware project op Abbey Road. "De Beatles waren net gestopt met toeren en de studio was hun enige speelweide. Dat zorgde voor nieuwe verhoudingen en daar konden de technici en producers niet zo goed tegen. Mijn vader was altijd een creatieve bondgenoot met een eigengereide mening en visie. Nu was hij louter de strenge leraar in de studio, die de Beatles op dit album niet meer trokken."
"McCartney zei dat het klinkt alsof het dit jaar is gemaakt"
Dit alles maakt van The White Album een plaat waar Beatles-fans gemengde gevoelens bij houden. Muzikaal geniaal, maar wel het begin van het einde van een tijdperk. Voor Martin junior is echter vooral de sound het sleutelwoord van dit controversiële werk. En belangrijker nog: deze voor een nieuwe generatie ook aantrekkelijk te maken. "De plaat klonk al fantastisch, dus daar wilde ik echt niet veel aan veranderen. Mijn belangrijkste taak was de sfeer in de studio zo dicht mogelijk bij de luisteraar brengen. Alsof je naast de spelende band staat, zeg maar."
"Daarnaast is het belangrijk om de plaat deze eeuw in te trekken. Tegenwoordig zijn playlists op bijvoorbeeld Spotify heel belangrijk en kan een nummer als Blackbird zomaar na een hit van Ed Sheeran voorbijkomen. Ik wil dan niet dat jongeren denken: 'jeetje, wat een oud liedje'."
"Paul McCartney gaf me na afloop een mooi compliment toen hij zei dat het album nu klinkt alsof het dit jaar is gemaakt. Dat vind ik mooi en zo ben ik ook in het project gestapt. Als het louter een commerciële truc was om meer Beatles-albums aan de man te brengen, had ik het nooit gedaan. De Beatles hebben immers al genoeg platen verkocht toch?"