Direct naar artikelinhoud

Het zwartepietdebat woedt voort, of de blokkeerfriezen straf krijgen of niet

Demonstranten houden twee bussen tegen, onderweg naar de intocht van Sinterklaas in Dokkum, op de A7 bij Joure in 2017.Beeld ANP

Krijgen 34 Friezen straf voor hun snelwegblokkade tegen het zwartepietprotest? En wat betekent de rechtszaak voor de hoogoplopende strijd om de kleur van Piet?

Blokkeer die onruststokers uit Amsterdam en Rotterdam. Laat ze het kinderfeest niet verpesten. Als de burgemeester betogers tegen Zwarte Piet uitnodigt, is het logisch dat we daar zelf iets tegen moeten doen. 

Die meningen klonken in de strafzaak tegen de 34 ‘blokkeerfriezen’ die vrijdag haar ontknoping krijgt met de uitspraak van de rechtbank in Leeuwarden. Toen ze vorig jaar hoorden dat demonstranten tegen Zwarte Piet op weg waren naar de landelijke intocht van Sinterklaas in Dokkum, reden ze op de snelweg in een ‘spontane actie’ drie bussen met actievoerders klem. De politie kwam de bussen ontzetten, maar na alle heisa verbood de burgemeester de demonstratie alsnog, uit angst voor wanorde.

Strikt genomen gaat de zaak over demonstratierecht en verkeersonveiligheid. Maar de aangeklaagden verwijzen ook naar de maatschappelijke tegenstellingen die erachter liggen. En ze vinden het oneerlijk dat juist zij voor de rechter moeten komen, en anderen niet.

De strategie van het OM is om de olifant in de kamer te laten staan, zoals de Engelsen dat zeggen
Jeroen ten Voorde, hoofddocent strafrecht Universiteit Leiden

Rustig feestje

Alle verdachten zijn Fries en wat ze daarnaast  gemeen hebben, is dat ze autoriteiten als de burgemeester niet vertrouwen. En uiteraard dat ze niets moeten hebben van het verzet tegen Zwarte Piet. Om verschillende redenen overigens. De ene blokkeerder zei tegen de rechter dat hij Zwarte Piet wil behouden en dat die niets te maken heeft met discriminatie of racisme. De ander – zoals hoofdverdachte Jenny Douwes, volgens justitie de aanjager van de blokkade – benadrukt dat hij of zij vorig jaar alleen maar de kinderen een rustig feest wilde bezorgen, niet gestoord door demonstranten.

Tijdens de rechtszaak verklaarden de meeste verdachten dat juist de antizwartepietactivisten, eenmaal uit de bus gestapt, degenen waren die voor agressie zorgden. Die zouden hebben geroepen dat de blokkeerders racistisch waren. Mag dat zomaar ongestraft?, vroegen de verdachten zich af. 

Hun advocaat Tjalling van der Goot trok die lijn door: terwijl de Friezen voor de rechter worden gesleept, kunnen elders in het land activisten ongestoord demonstraties verstoren. Ongelijke behandeling dus, en dat verwijten de blokkeerders het Openbaar Ministerie. En ze hielden zich toch aan de onderlinge afspraak om geen geweld te gebruiken? Waarom kwam hun actie überhaupt in aanmerking voor een rechtszaak?

Olifant in de kamer

Vrijdag wordt duidelijk of de rechters meegaan in de eisen van dat OM: 80 tot 240 uur werkstraffen voor het schenden van demonstratierecht en het veroorzaken van ernstig gevaar op de weg. Aanklager en rechter hebben verwijzingen naar het debat over Zwarte Piet tot nu toe vermeden, en of er nou straffen komen of niet, het is sterk de vraag of de uitspraak aan dat debat bijdraagt.

“Het is de strategie om de olifant in de kamer te laten staan, zoals de Engelsen dat noemen”, zegt de Leidse hoofddocent strafrecht Jeroen ten Voorde. “Er is weliswaar een groot maatschappelijk debat, maar in de rechtszaal gaat het over andere zaken. Dit debat voeren wij hier niet, zegt het OM.”

Zou dat wel moeten? “Dat hangt af van je visie op het strafrecht”, zegt Ten Voorde, tevens bijzonder hoogleraar strafrechtsfilosofie in Groningen. “Je kunt strafrecht zien als middel voor hervormingen in de samenleving, zoals de emancipatie van burgers of het afdwingen van bepaalde rechten.” Maar in de klassiek-liberale visie komt de strafrechter alleen in actie als alle andere middelen zijn uitgeput. “Wie die visie aanhangt, wil dat de rechter zo ver mogelijk wegblijft van dit soort conflicten.”

Inwoners van Dokkum kijken naar de demonstratie van tegenstanders van Zwarte Piet.Beeld ANP

Geen van beide visies is  dominant, maar het lijkt erop dat het OM in de Friese zaak doelbewust geen positie kiest in de maatschappelijke discussies. En al helemaal niet in het debat over Zwarte Piet – toch de klassieke benadering van het strafrecht. En zo blijven de demonstratieblokkade en verkeersgevaar over in de rechtszaak. Ten Voorde: “Het lijkt erop dat hier een piketpaaltje wordt geslagen: dit willen we niet als samenleving.”

D66-rechter

Soms maakt het OM een heel andere keuze. Ten Voorde verwijst naar de rechtszaak waarin PVV-leider Geert Wilders wordt vervolgd voor aanzetten tot discriminatie en groepsbelediging. Na een eerste veroordeling loopt nu het hoger beroep. “In deze zaak wil het OM een fundamentele uitspraak. Het gaat daar mede om de ordening van de samenleving.”

Het OM mag zelf kiezen voor welke zaken het mensen vervolgt. In andere landen is die keuze er niet, is vervolging verplicht. “Men zal altijd proberen op objectieve gronden te vervolgen”, zegt Ten Voorde. “Maar er zitten natuurlijk wel keuzes achter.” Het verbaast hem niet dat de snelwegblokkeerders en hun advocaat er een punt van maken dat andere demonstratieverstoorders niet worden vervolgd. “Je loopt altijd het risico dat de keus om te vervolgen wordt gepolitiseerd, dat mensen die voor de rechter moeten komen, zeggen: Wij worden vervolgd voor iets anders, maar eigenlijk is men gewoon tegen ons.”

In juridische termen heet het dat de blokkeerders een beroep doen op het gelijkheidsbeginsel. Dezelfde strategie als Wilders’ advocaat Geert-Jan Knoops inzette toen hij een uitspraak van D66-voorman Pechtold aanhaalde: diens mening dat Russen nooit hun fouten toegeven, zou vergelijkbaar zijn met Wilders’ ‘Minder Marokkanen’-oproep. De een wel vervolgen en de ander niet, dat kan niet, zo is de kern van dit verweer. Het sluit aan bij het verwijt dat wel vaker te horen is: rechters zijn links, of D66-rechters.”

Door er een rechtszaak van te maken, haal je het debat bij de mensen weg en neemt de overheid het over
Jeroen ten Voorde

Te heftige middelen

Maar een beroep op het gelijkheidsbeginsel is niet eenvoudig. Ten Voorde: “In die Friese zaak zou de verdediging moeten aantonen dat andere demonstranten vergelijkbaar geweld hebben ingezet, en toch niet werden vervolgd. Dat lijkt me niet eenvoudig. Ik ken geen andere zaak waarin de snelweg werd geblokkeerd.”

De rechter zal ook kijken naar proportionaliteit, zegt Ten Voorde. Als de Friezen worden veroordeeld, kon het hen wel eens nekken dat ze hun doel wilden bereiken met te heftige middelen.

De snelwegblokkeerders verwijzen graag naar de tegenstelling tussen Randstad, waar het antizwartepietprotest vandaan komt en Friesland, waar niemand van Zwarte Piet af wil. Of dat terecht is en of echt en de hele provincie achter de blokkeerders staat, is nog maar de vraag. Advocaat Tjalling van der Goot kreeg ook uit eigen, Friese kring zo vaak de vraag waarom hij de snelwegblokkeerders verdedigt, dat hij een verklaring opstelde waarin hij benadrukt dat het hem erom gaat dat de blokkeerders een eerlijk proces krijgen en dat zijn eigen mening over Zwarte Piet er niet toe doet.

Alles zeggen

Stad versus platteland, zoiets kan meespelen. Maar Ten Voorde ziet een andere maatschappelijke ontwikkeling als oorzaak van de blokkade. “Eerst kregen mensen steeds meer de neiging te denken: ik mag alles zeggen, dat is mijn recht. De laatste tijd komt daar het idee bij dat alle middelen zijn toegestaan om die mening kracht bij te zetten. Of het nu op de snelweg is of op internet wanneer ze op iemand reageren. Uit wat ik lees in de krant of op televisie zie, doemt het beeld op dat men niet met elkaar in debat wil, dat men niet wil luisteren om te horen of er misschien toch iets zit in wat de andere kant zegt. Die houding kan aan beide kanten voorkomen, niet alleen bij de blokkeerders.”

Maar de Friezen waren wel degenen die actie ondernamen. Ten Voorde: “Vroeger had je een eigen mening en kon het gebeuren dat je geen gelijk kreeg bij de rechter. Dat was vervelend, maar het werd geaccepteerd. Nu is de sfeer anders: we zullen de tegenpartij laten voelen dat we het niet met ze eens zijn.” Voorkomen dat mensen het recht in eigen hand nemen, is nou net een van de doelen van het strafrecht. Ten Voorde: “Wat dat betreft is het begrijpelijk dat het OM zegt: tot hier en niet verder.”

Voor de verharding die Ten Voorde signaleert in het maatschappelijk debat, is het strafrecht geen oplossing. “Juist niet”, zegt hij. “Zeker als er straffen worden uitgedeeld, zal dat mensen verharden. In een strafzaak hangt je vaak meer boven het hoofd.” Neem de verklaring omtrent het gedrag, een document dat een veroordeelde tijdelijk niet kan krijgen, terwijl die nodig is voor een flink aantal beroepen. “In andere zaken hebben we gemerkt dat mensen dat vaak nog erger vinden dan een taakstraf. Zo’n maatregel zorgt waarschijnlijk niet dat men alsnog luistert naar de tegenpartij.” Die tegenpartij kan dan juist worden gezien als veroorzaker van het leed door een veroordeling.

Geen opening

Kick Out Zwarte Piet, de actiegroep die werd tegengehouden en tijdens de rechtszaak als benadeelde partij het woord voerde, had een opmerkelijke eis. De rechter zou de snelwegblokkeerders moeten veroordelen tot workshops over tolerantie en de geschiedenis van Zwarte Piet – een methode om het eigen gelijk nog maar eens te benadrukken, geen opening tot een gesprek.

Voor een open maatschappelijk debat is strafrecht zelden een oplossing, zegt Ten Voorde. “Door er een rechtszaak van te maken, haal je het debat bij de mensen weg. De overheid neemt het over.”

Ook na de uitspraak van de rechter staat de olifant van Zwarte Piet nog opzichtig in de kamer.

Lees ook:

‘Snelwegblokkeerders’ kijken voor de rechtbank terug op een geslaagde actie

Wij gebruikten geen geweld, zeiden de Friese ‘snelwegblokkeerders’ in koor voor de rechtbank in Leeuwarden. Het Openbaar Ministerie denkt daar heel anders over.

Demonstranten moeten eigen ordedienst meenemen naar de intocht van Sinterklaas

Het gaat hier niet om een eigen politiemacht, zegt de gemeente Zaanstad. Wat bedoelt de stad dan wel met een ordedienst?