Direct naar artikelinhoud
Opinie

Ode aan het vrije woord: 'Ik wens Nederland veel meer Theo's toe'

14 jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord. Actrice Femke Lakerveld brengt een ode aan het vrije woord. 'Voor verandering moet het kunnen schuren.'

Monument De Schreeuw in het OosterparkBeeld Dingena Mol

Het moet nog in 2004 geweest zijn. December. De bizarre première-avond in Dudok. Detectiepoortjes. Beveiligers. Collega-cast werd gefouilleerd, tassen werden binnenstebuiten gekeerd en gecheckt op, tja, wat eigenlijk? Wapens?

En er was pers, veel pers, met camera's in de aanslag om een glimp op te vangen van de prominenten onder ons. Om vast te leggen of we aangedaan waren, boos, of dat we toch besloten hadden een feestje te bouwen.

Het was de première van 06/05, een thriller over de moord op Pim Fortuyn. De regisseur kon er niet bij zijn; die was inmiddels zelf vermoord.

De strenge beveiliging, mosterd na de maaltijd, drukte ons allen met onze neus op de feiten van een paar weken eerder, toen het mes Theo van Goghs borst kliefde en een moslimfundamentalist met één beweging vele levens verwoestte.

Toen er niemand was om Van Gogh te beschermen.

Ik kende Van Gogh niet eens zo goed. Het was weliswaar mijn derde productie onder zijn regie en ik mocht hem graag, maar behoorde niet tot zijn intimi. Dat lag hooguit aan wederzijdse verlegenheid en mijn gebrek aan talent voor na-borrelen.

Ondanks onze beleefde werkrelatie, waar ik ook zijn vileine regieaanwijzingen en stemverheffingen op de set toe reken, had zijn dood een grote impact op me.

Boosheid en verdriet sijpelden door in interviews en dagboeken uit die tijd. Bovenal maakte ik me zorgen. Om collega's uit het film- en theatervak die hun nek uitstaken en inmiddels zelf ook werden bedreigd. 

Om de (zelf)censuur die om zich heen greep, wat ik tot dan toe alleen uit films of boeken over dictaturen kende. Later ging mijn aandacht uit naar kunstenaars, activisten, journalisten wereldwijd, die vanwege hun mening geweld aan werden gedaan.

'Deadly Dialogues'
In 2011 was ik voor het eerst zelf een minibeetje moedig, door te spelen in het toneelstuk 'De dood van Theo van Gogh'. Deze 'aanklacht tegen de positie van de vrouw' was geschreven door Eddy Terstall. Tegen het einde van het stuk hing ik als een vrouwelijke Christus, vrij weinig om het lijf, aan een metershoog kruis en hield ik een dialoog met God die klonk als Theo. 

Het was de nogal expliciete poster van de voorstelling die me pas echt deed zweten. 'Mogelijk aanstootgevend' was inmiddels allang niet grappig meer.

Begrippen als vrijheid van meningsuiting, moed en angst raakten in die tijd met elkaar verklonken. Hoe tekenend was het dat Terstall met metaforen en impliciete referenties zijn boodschap over had moeten brengen; in zijn toneelstuk sprak hij over het christendom, terwijl hij het (ook) over de islam had willen hebben.

Ondanks onze beleefde werkrelatie, had zijn dood een grote impact op me.

Ik ondervond nu niet alleen zelf hoe angst voor geweld je potentieel berooft van je stem of zeggingskracht, maar besefte ook hoe dit in uiterste vorm de samenleving als open, veilig speelveld ondermijnde.

In 2017 bezocht ik op het Edinburgh Festival 'Deadly Dialogues', een voorstelling over (de)radicalisering, gerealiseerd door onder andere de activist en schrijver Maajid Nawaz. Buiten stonden de straten vol betonblokken, om te verhinderen dat idioten in vrachtwagens inreden op ons, festivalpubliek. 

Later bezocht ik in Amsterdam een lezing van Zineb el Rhazoui, een Charlie Hebdo-redacteur die de aanval had overleefd. Ik kon wel janken dat deze vrouw vanwege haar mening niet vrij rondlopen kon - aan het lot van haar collega's durfde ik niet eens te denken. 

Het debatcentrum had haar beveiliging in Nederland zelf moeten regelen; onze regering droeg niets bij. De moedige stemmen van mensen die de koe bij de horens vatten bereikten weliswaar een podium, maar niet vanzelfsprekend. Niet zonder moeite.

Het vrije woord
Afgelopen 18 mei publiceerden Asis Aynan, Eddy Terstall, Keklik Yücel en ik het manifest Vrij Links. Over het belang van een onbelemmerd debat zeiden we: 'Een open maatschappij staat of valt met de aanwezigheid van het vrije woord. Nederland is al eeuwen een land waarin een wereldbeeld geschokt of uitgedaagd mocht worden en dat heeft een unieke, vrije samenleving opgeleverd.' 

'Wat voor de één een belediging is, kan voor de ander een nieuwe observatie of een analyse zijn. (...) Een open samenleving kenmerkt zich door een vreedzame strijd van ideeën, waarbij het beste idee steeds aan invloed wint.' 

We betoogden dat politiek links zich hier ook hard voor zou moeten maken. De vrijheid van meningsuiting is een belangrijk grondrecht voor iedereen zonder geld, macht of positie. Druk uitoefenen door je stem te laten horen is voor sommigen een laatste redmiddel.

Femke Lakerveld

Actrice, daarnaast werkzaam op het gebied van advies en toezicht in de cultuursector. Sinds juli 2018 is zij bestuursvoorzitter van Vrij Links

Femke Lakerveld
Beeld -

Natuurlijk loopt Nederland relatief voorop als het gaat om persvrijheid en een open debat. Maar ook waar geen serieuze geweldsdreiging speelt, valt een wereld te winnen als het aankomt op het vrije woord; veel vaker nog gaat het om angst voor verlies van positie, subsidie, sponsors of (de schijn van) morele superioriteit.

Het bewaken van gewetensvrijheid en het recht op vrije expressie zou, ongeacht politiek 'links' of 'rechts', vanzelfsprekend moeten zijn. Zo moeten dreiging en geweld, wat per definitie het debat smoort, hard worden aangepakt. 

Hetzelfde geldt voor alle expliciete en impliciete vormen van discriminatie. Maar minstens zo belangrijk is het volop bieden van ruimte aan kritisch geluid of 'onwelgevallige meningen', zolang die binnen het kader van de wet vallen. 

De veronderstelling dat hier een beetje in opschuiven bijdraagt aan maatschappelijke rust, of de samenleving niet schaadt, is naïef.

Voor verandering moet het kunnen schuren. Daarom mag in een vrije samenleving geen enkel idee, religieus of profaan, boven kritiek verheven zijn. Ideeën hebben geen rechten. 

Burgers wel: zij hebben in een open samenleving het recht ideeën op waarheid en moraliteit te toetsen. Een vrije mening laten sneuvelen als poging niemand te willen kwetsen, hoe goed bedoeld ook, is in wezen antidemocratisch en potentieel schadelijk.

De kunstwereld is bij uitstek het domein waar nieuwe ideeën worden geïntroduceerd, vanuit autonomie, vrije expressie of een kritische houding. Artistieke vrijheid is geen luxe, maar cruciaal voor de ontwikkeling van een samenleving op basis van een open ideeënstrijd; kunstenaars moeten mensen tegen het hoofd mogen stoten.

Natuurlijk loopt Nederland relatief voorop als het gaat om persvrijheid en een open debat

Curatoren en programmeurs zouden hun werk niet goed doen als ze alleen maar werk lieten zien waar niemand van op- of omkijkt. Laten we het als publiek desnoods spuuglelijk vinden, maar alsjeblieft niet toestaan dat het verbannen of weggemoffeld wordt.

Er is veel waarover ik twijfel of simpelweg te ongeïnformeerd over ben voor een 'zeker weten'. Maar wat ik inmiddels wel weet is dat dreiging en geweld stemmen doen verstommen, verstoren of verdraaien. 

Nooit voor altijd, maar lang genoeg om slachtoffers te veroorzaken. En ook: dat een vrij speelveld ruimte biedt aan álle ideeën, ook die je zelf verwerpelijk vindt, of die moed vragen om naar te luisteren.

Ode
Als ik odes kon schrijven, schreef ik ze aan de dapperen. Te beginnen bij de makers, kunstenaars en journalisten. Aan hen die hun nek uitsteken, de rug recht houden en door politieke correctheid prikken. 

En aan moedige individuen die we niet zien of horen, maar die zich ontworstelen aan dogma's of dictaturen; die een strijd voor vrijheid leveren die, zolang we een vrije, open samenleving voorstaan, ons allemaal aangaat.

Eén ode zou ik richten aan Theo van Gogh. Ik zou hem zeggen dat ik hem mis. Dat hij mij als enige ooit gezegd heeft dat een scène die ik speelde 'nergens op sloeg'. 

Dat hij me beter heeft gemaakt. Ik zou hem zeggen dat ik Nederland nog veel meer Theo's toewens. 

Dat het ene kamp zich dan boos mag maken terwijl het andere kamp vermaakt wordt. Omdat het de volgende keer zomaar andersom is. Ik zou hem zeggen dat ik het zou opnemen voor de narren, de clowns, de dissidenten - of het in ieder geval zou proberen.

Geef tegengeluid, of maak tegengeluid tenminste mogelijk, in de vanzelfsprekendheid dat we ten strijde trekken met woorden, niet met daden. In de hoop dat we in een land wonen waarin een vrij en gelijk speelveld gewaarborgd is en de staat alle burgers, ongeacht hun mening, in bescherming neemt - de burgers, niet de meningen. 

Hoe zou het zijn als we de kant kozen van het moedige, kritische individu dat op durft te staan uit de groep en zegt: het kan ook anders, of nee, het móet echt anders? 

Aan de ruimte voor dwarsdenkers meet je de veerkracht van je samenleving af.

Eén ode zou ik richten aan Theo van Gogh. Ik zou hem zeggen dat ik hem mis

14 jaar geleden

Het is vrijdag 14 jaar geleden dat Theo van Gogh op 47-jarige leeftijd op straat werd vermoord. Lees hier een terugblik aan de hand van artikelen uit Het Parool van die week. 'In de buurt was hij de mildheid zelve.'