Direct naar artikelinhoud
Interview

Psychiater Bram Bakker: Ik had een klap voor mijn kop nodig

Psychiater Bram BakkerBeeld paul tolenaar

De bekendste psychiater van Nederland constateerde bij zichzelf een depressie. Maar die bleek een lichamelijke oorzaak te hebben.

Begin dit jaar werd psychiater Bram Bakker (55) steeds vaker voor dronkenman aangezien als hij broodnuchter z’n hondje uitliet – met een zwalkende tred. Een gang door ziekenhuizen en talloze onderzoeken volgden. Zijn cerebellum, ook wel de kleine hersenen genoemd, was verstoord.

De altijd uitgesproken, fanatiek hardlopende en schrijvende psychiater was een bedlegerige man geworden. Neerslachtig werd hij daarvan. De officiële oorzaak voor de verstoring werd niet gevonden. Over zijn ervaring schreef Bakker het boek ‘De dokter als patiënt’, dat zondag verschijnt.

Een verstoring in het cerebellum, wat houdt dat precies in?

“Het cerebellum is het deel van je hersenen dat  in verband wordt gebracht met het evenwicht. Ook de fijne coördinatie wordt er geregeld. Ik wist bijvoorbeeld welke letter ik wilde aanslaan op het toetsenbord, maar sloeg ernaast. En met m’n mobiele telefoon wist ik ook geen raad meer.”

Ai, zo lang niet appen: hoe is dat? 

“Heel frustrerend! Ik dacht eerst: het gaat morgen, of anders volgende week over? Maar ik heb zes maanden thuis gezeten met deze klachten.”

Wat heeft u in deze periode over de verhouding tussen lichaam en geest geleerd?

“De artsen konden geen fysieke oorzaak vinden voor mijn klachten, dus vertelden ze mij dat het waarschijnlijk psychisch was. Ik kreeg door het thuis zitten ook steeds meer depressieve klachten. Ik at slecht en sliep weinig, had geen concentratie – allemaal symptomen. Ik voldeed aan de meeste criteria uit het handboek voor psychische ziekten, maar ik wilde niet dood, of dacht daaraan.

Psychiaters denken vaak niet aan de mogelijkheid dat psychische klachten een lichamelijke oorzaak hebben.
Bram Bakker

“Uiteindelijk werd het mij duidelijk dat de depressieve klachten een symptoom waren van het cerebellair cognitief affectief syndroom, een heel onbekende ziekte die het gevolg kan zijn van griep. Psychiaters denken vaak niet aan de mogelijkheid dat psychische klachten een lichamelijke oorzaak hebben. Gek eigenlijk, want tot 1975 heetten psychiaters en neurologen allebei zenuwarts. Nu zijn het gescheiden beroepen: de een kijkt naar de geest, de ander naar het lichaam. Maar je moet naar de mensen kijken als geheel: psychische klachten kunnen het gevolg zijn van lichamelijke klachten, maar andersom kan ook”

Hoe ging u als psychiater met die depressieve klachten om?

“Ik stelde een regime voor mijzelf op: ik deed overdag slaapjes omdat ik zo moe was, zat twee keer in de week in de sportschool en bleef met regelmaat hardlopen. Ik bezocht wel een vriend die coach is, Joop. Met hem besprak ik de voor- en nadelen van antidepressiva, praatte ik over de kinderen en over hoe ik dat thuis zitten moest overleven. Ik bracht die dagen lezend, op de bank hangend, slapend, of gewoon voor mij uitstarend door. Je wordt ook nooit meer gebeld tegenwoordig hè, en dat appen lukte niet. Praten überhaupt kostte moeite.”

Hoe gaat het nu met u?

“Ik ben negentig procent beter. Het wandelen is nog steeds moeilijk. Als ik moe ben ga ik onverstaanbaar slissen. Ik maak meer typefouten dan voordat ik ziek werd en slaap nog steeds slecht. Ik werk nog niet zo veel, vanaf november ga ik voor twee dagen als psychiater aan de slag.”

Kijkt u door uw ervaringen anders naar uw eigen patiënten?

“Ja, ik kan mij beter inleven. Soms wil je als patiënt gewoon duidelijkheid: ben ik er goed aan toe of niet? De gesprekken die ik nu heb vinden op een ander niveau plaats. Ik kijk meer naar de betekenis van de klacht in het leven van het patiënt, dan sec naar de klacht. Ik was vergeten dat mensen niet alleen naar een dokter gaan om genezen te worden, maar ook om begrepen te worden. Dat heb ik zelf gemist in mijn gang door de ziekenhuizen: persoonlijke aandacht, iemand die echt naar het hele plaatje keek.”

Ik moest ziek worden om de waarde van het leven te ontdekken, schrijft u. Vertel.

“Ik verloor vijf vrienden van mijn leeftijd in korte tijd, maar leerde daar niet de les uit die ik door deze ziekte leerde. Ik zei altijd tegen mijn vriend Gerrit, die is overleden aan ALS, dat hij leuke dingen moest doen, aandacht moest besteden aan z’n gezin. Maar zelf was ik ook alleen maar aan het werk.

“Ik ga vanaf nu veel minder werken. Het is belangrijker om het goed te hebben met je dierbaren en de tijd hebben. Ik was altijd onderweg, vroeger, maar ga meer dingen doen vlak bij huis. Ik had een klap voor m’n kop nodig, zodat ik niet ongestraft kon blijven doorhollen.” 

Lees ook: 

‘Het was niet de bedoeling maar ik ben de hofnar’ 

De levenslessen van psychiater Bram Bakker. “Mijn inmiddels lang overleden vriendin Ria van der Heijden zei eens: ‘Bram, de dwarsliggers houden de rails bij elkaar.’