Vluchtelingen kunnen dankzij nieuwe aanpak via Eelde pijlsnel naar nieuwe woning

Directeur John van Tilborg en enkele andere medewerkers van Inlia brachten in 2016 de Tussenvoorziening in gereedheid.

Directeur John van Tilborg en enkele andere medewerkers van Inlia brachten in 2016 de Tussenvoorziening in gereedheid. Foto: Geert Job Sevink

Vanaf dag één op Nederlandse les en je meteen voorbereiden op het wonen in Nederland. Met deze aanpak komen vluchtelingen met een verblijfsvergunning snel in een gewoon Nederlands huis.

Deze nieuwe aanpak is ontwikkeld in de Tussenvoorziening in Eelde. Die bestaat nu ruim twee jaar, vertelt directeur John van Tilborg van Stichting Inlia, de organisatie voor vluchtelingen die de voorziening beheert. Doel is statushouders, dus vluchtelingen die in Nederland mogen blijven, voor te bereiden op wonen, werken en leven in Nederland.

Meteen vanuit kamp in Turkije naar Eelde

De eerste klap is een daalder waard, zo is kort gezegd de gedachte. ,,We krijgen hier statushouders rechtstreeks uit vluchtelingenkampen in Turkije’’, vertelt Van Tilborg. ,,Ze hebben daar al de procedure doorlopen voor een verblijfsvergunning. Eenmaal hier krijgen ze een dag om op verhaal te komen. Daarna gaan ze aan de slag om de taal te leren en om in te burgeren.’’

Volgens Van Tilborg is deze aanpak nieuw in Nederland. Het ministerie van Justitie subsidieert die. ,,Het is een proeftuin om te kijken hoe het systeem beter kan meebewegen met schommelingen in de instroom’’, verklaart een woordvoerder van het ministerie. ,,De pilot loopt tot 1 juli 2019.’’

Van Tilborg is zeer tevreden over de eerste resultaten. ,,In augustus is de eerste groep met deze aanpak gestart. Enkelen van hen zijn nu klaar om zelfstandig te wonen en hebben al een huis toegewezen gekregen.’’

In gebouw Dutch Flight Academy

De Tussenvoorziening is gevestigd in het pand waarin vroeger de Dutch Flight Academy zat en is ontstaan in samenwerking met de gemeenten Tynaarlo, Emmen, Midden-Drenthe, Aa en Hunze en Noordenveld. Er zijn veel vrijwilligers uit de omgeving actief. Zij helpen met de taal, geven fietsles en vertellen over het dagelijks leven in hun dorp.

De Drentse gemeenten geven hiermee invulling aan de wettelijke verplichting om statushouders te huisvesten. Statushouders hebben voorrang op andere woningzoekenden. Vorige week kwam in het nieuws dat dit in gemeenten tot discussies leidt. Vier van 186 door de Volkskrant onderzochte gemeenten willen af van de voorrangsregeling, in nog eens 26 gemeenten is de discussie opgelaaid.

Scheve ogen

Van Tilborg snapt dat de regeling tot scheve ogen kan leiden, maar wijst er op dat de mensen om wie het gaat een verblijfsvergunning hebben. ,,Niemand heeft er baat bij als zij jarenlang in een asielzoekerscentrum zitten’’, benadrukt hij. ,,Dan komt er veel te weinig terecht van de integratie en blijven mensen jarenlang in de bijstand.’’

Provincies zijn toezichthouder

De provincies zien er op toe of de gemeenten aan hun taken voldoen. Groningen had twee jaar geleden discussies met de gemeenten over de achterstanden bij de resultaten. Volgens een woordvoerder van de provincie liggen de Groningse gemeenten nu op schema. In Drenthe gaat het iets minder goed dan een jaar geleden, aldus een woordvoerder. ,,We hebben nu vier gemeenten die wat achterblijven.’’ Van onwil is volgens hem geen sprake, er liggen praktische oorzaken ten grondslag.

,,Het kan bijvoorbeeld zijn dat een gemeente moeite heeft om een huis te vinden voor een familie met tien personen. En natuurlijk mogen statushouders ook zelf aangeven waar ze het liefst willen wonen. Vaak is dat in een stad. Dan kan het zijn dat er minder vluchtelingen naar een plattelandsgemeente komen.’’