Direct naar artikelinhoud
rubriekklopt dit wel?

‘Seculiere landen minder gewelddadig dan religieuze landen’ - Klopt dit wel?

Berichten verspreiden zich vaak razendsnel, of ze nu kloppen of niet. Wij proberen de zin van de onzin te scheiden. Vandaag: seculiere landen zijn minder gewelddadig dan religieuze landen.

Politie voor een synagoge in de Amerikaanse stad Pittsburgh, waar een man een bloedbad aanrichtte.Beeld AP

Van wie komt de claim?

De Verlichting verloste ons van de knellende banden van godsdienst en gaf ons een onderzoekende geest, betoogt psycholoog Steven Pinker in zijn laatste boek Verlichting Nu – Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang. Het effect is te merken, aldus Pinker. ‘Niet-religieuze samenlevingen als Canada, Denemarken en Nieuw-Zeeland zijn enkele van de aangenaamste plekken ter wereld om te wonen. (…) De Verenigde Staten zijn religieuzer dan de andere westerse landen, maar presteren slechter qua geluk en welzijn.’ De boodschap, opgetekend in een interview met Pinker in de Volkskrant, lijkt duidelijk: seculiere landen zijn minder gewelddadig dan religieuze landen.

Klopt het?

Zijn seculiere landen minder gewelddadig? ‘Het is een ingewikkeld verhaal’, reageert Pinker per mail. ‘Zeker, seculiere landen in bijvoorbeeld West-Europa kennen lage criminaliteitscijfers en zijn weinig geneigd om zich in oorlogen te storten. Aan het andere eind van het spectrum vind je religieuze en door geweld geteisterde landen in Midden-Amerika, het Midden-Oosten en Afrika. Maar dit is geen statistische onderbouwing, dit zijn anekdoten.’

In zijn boek schrijft Pinker dat veel van de meest religieuze samenlevingen ‘vreselijke oorden zijn’. Hiernaar heeft hij wel statistisch onderzoek gedaan. Hij gebruikte een indicator voor het algehele welzijn van de bevolking van landen; de Social Progress Index (SPI). Deze meet zaken als gelijkheid, scholing, geweld en moord. En vat ze per land samen in één score.

Pinker keek voor 116 landen waarvan hij de SPI-score had kunnen opmaken, wat daar het percentage atheïsten was. Die gegevens over het geloof in God had hij overgenomen uit een Brits-Deense studie uit 2009. Hij vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van 0.63) tussen atheïsme en welzijnsscore. ‘Landen met hoge percentages aan ongelovigen scoren hoger op welzijn.’

‘Maar’, zegt Pinker, ‘ik ken geen studies die een samenhang tonen tussen seculiere waarden en alleen geweld. Het is lastig om geweld en religiositeit objectief te meten. En al zou je een correlatie vinden, dan kun je nog niet concluderen dat geweld het gevolg is van religie. Afghanistan is zeer religieus, maar ook arm, technologisch achtergesteld en patriarchaal. Wat is het gevolg van wat? Alleen de slimste statistici kunnen die factoren ontwarren. En dat heeft nog niemand geprobeerd.’

Wiskundige Pasquale Cirillo van de TU Delft, die samen met historici statistisch onderzoek heeft gedaan naar doden door oorlogsgeweld gedurende de afgelopen 2000 jaar, bekritiseert de analyse van Pinker. ‘Hoe ga je om met de grootte van landen? Kun je een land als de VS vergelijken met bijvoorbeeld IJsland, dat een veel homogenere bevolking heeft? De populatiedynamiek in landen verschilt sterk. Het is link om conclusies te trekken uit één zo’n analyse.’

Conclusie:

Een harde statistische onderbouwing ontbreekt, laat staan dat een oorzakelijk gevolg is aangetoond tussen hoe gelovig een land is en hoeveel geweld er heerst.