Tbs voor schizofreen die fietser doodreed

Een 23-jarige man uit Eindhoven verkeerde al dagenlang in een psychose toen hij in april van dit jaar een fietser doodreed in Eindhoven. De rechtbank Oost-Brabant verklaart hem daarom volledig ontoerekeningsvatbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging. Wel krijgt hij tbs.

De verdachte reed op de Rielsedijk in Eindhoven met zijn auto van achteren in op een fietser, die daardoor kwam te overlijden. Volgens de rechtbank blijkt uit getuigenverklaringen en een verkeersongevallenanalyse dat de verdachte vrij zicht had, dat hij vóór de aanrijding versnelde naar zo’n 56,6 km/u (waar slechts 30 km/u was toegestaan) en pas afremde na de aanrijding. Op basis hiervan oordeelt de rechtbank dat er sprake is van opzettelijk handelen en daarmee van doodslag.

De rechtbank oordeelt dat de nabestaanden van de fietser onherstelbaar leed is aangedaan. Zij moeten verder leven zonder hun dierbare, nadat hij totaal onverwacht kwam te overlijden. De rechtbank beseft dat dit een zeer ingrijpende gebeurtenis is. Bovendien veroorzaakte deze zaak veel maatschappelijke beroering en gevoelens van ontzetting en onveiligheid. Op klaarlichte dag werd immers een willekeurige fietser het slachtoffer van een dodelijke aanrijding. De aanrijding is door meerdere getuigen gezien of gehoord en uit hun verklaringen blijkt dat het incident diepe indruk op hen gemaakt heeft.

Schizofrenie
Een psycholoog en een psychiater onderzochten de verdachte en concludeerden dat hij lijdt aan schizofrenie. Nadat zijn ouders met vakantie gingen, waardoor een beschermende factor wegviel, raakte hij in een psychose. De man zag geen mogelijkheid zijn gevoelens en angsten te uiten en zijn realiteitszin kwam in de loop van de week steeds verder onder druk te staan.

Op de bewuste dag zou een stem tegen de man hebben gezegd dat de fietser zijn nichtje iets ergs aan zou doen en dat hij hem daarom moest aanrijden. De man volgde het bevel van de stem op omdat hij volstrekt geen onderscheid meer kon maken tussen de werkelijkheid en zijn paranoïde psychotische denkbeelden en voorstellingen. De rechtbank beschouwt hem, gelet op de adviezen van de psycholoog en de psychiater, als volledig ontoerekeningsvatbaar.

Dit betekent dat hij niet strafbaar is voor het delict. Volgens de deskundigen is er sprake van een ernstige psychische stoornis bij de verdachte en is er een grote kans op herhaling als hij niet intensief en langdurig wordt behandeld binnen een gedwongen kader. Daarom legt de rechtbank ter bescherming van de samenleving en om de verdachte de noodzakelijke behandeling te laten ondergaan de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op.