Dat heeft Philips-topman Frans van Houten maandag gezegd in een toelichting op de kwartaalcijfers.
Philips had in het derde kwartaal veel last van ongunstige wisselkoerseffecten, onder meer door de fikse waardedaling van de Turkse lira en de Argentijnse peso. Het bedrijf wist zijn opbrengsten verder te verhogen, maar de omzet ging niet zo sterk omhoog als analisten hadden verwacht.
De impact van de handelsoorlog is volgens Van Houten tot nu toe "bescheiden". Maar dat komt vooral doordat de heffingen pas net zijn ingegaan.
Naast extra lokale productie, moeten gerichte prijsverhogingen in bepaalde markten helpen om de negatieve gevolgen te compenseren. Het concern houdt vast aan zijn eerder gestelde financiële doelstellingen.
Een ander punt van zorg bij Philips is de Brexit, omdat er nog steeds geen deal is over de uittreding en de toekomstige relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Van Houten is bang dat zijn bedrijf straks productie zal moeten weghalen uit het Verenigd Koninkrijk.
Nieuwe contracten met ziekenhuizen
Philips slaagt er de laatste tijd juist in veel nieuwe contracten met bijvoorbeeld ziekenhuizen in de wacht te slepen. Op het gebied van diagnose en behandeling werd afgelopen kwartaal bovendien een stevige groei neergezet.
De verkopen bij de divisie voor persoonlijke verzorging liepen daarnaast beduidend beter dan eerder dit jaar, maar Van Houten merkt op dat hij hier eigenlijk op een krachtiger herstel had gerekend. Philips kampte eerder dit jaar nog met tegenwind in China, door een lagere vraag naar luchtzuiveringssystemen en problemen met voorraden.
De totale omzet kwam uit op 4,3 miljard euro, tegen 4,1 miljard euro een jaar terug. Het aangepaste bedrijfsresultaat ging van 532 miljoen euro naar 568 miljoen euro.
Onder de streep hield Philips 292 miljoen euro over, waar in het derde kwartaal 2017 nog een nettowinst in de boeken ging van 423 miljoen euro. Die daling had te maken met het afbouwen van het belang in de voormalige verlichtingsdivisie Signify.