Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Voor de zekerheid prikken tegen meningokokken

Volksgezondheid Hoewel het risico op besmetting gering is, is er een run op vaccins tegen meningokokken. „Dit kan je zomaar uit het niets treffen.”

Illustratie XF&M

In het dorp waar ze woont is de angst voor de meningokokkenbacterie enorm, zegt Chantal Koops (33) uit het Drentse Gasselternijveen. „Een 1-jarig jongetje uit een naburig dorp overleed er vorig jaar aan. Veel ouders lieten toen hun kinderen vaccineren, maar ik wilde niet de overbezorgde moeder uithangen.” Dus deed ze niets.

Tot eind augustus ook een student uit Tilburg overleed aan de bacterie en de onrust de overhand kreeg. Koops, longarts in opleiding, praatte erover met collega’s. „Toen een van hen zei dat ze een vaccinatieafspraak had gemaakt voor haar drie kinderen, ben ik overstag gegaan.”

Maar een prik regelen voor haar twee zoons van 4 en 2 ging niet zomaar. De GGD wilde hen niet inenten, haar huisarts weigerde aanvankelijk ook. „Vanwege de schaarste, er zijn zo veel ouders die het vaccin nu willen.” Dat maakte de leeuwin in haar los, zegt ze. „Het gaat om mijn kinderen! Ik heb uiteindelijk toch de huisarts zo ver gekregen.”

Meningokokken is een zeer ernstige infectieziekte en krijg je door een bacterie, de meningokok. Het gevolg kan bloedvergiftiging of hersenvliesontsteking zijn. De kans op besmetting is heel klein (ongeveer één op honderdduizend mensen per jaar). Sinds 2015 is er een toename van mensen die ziek worden of overlijden door meningokokken type W, vooral bij tieners (15-19 jaar) en ouderen. Vorig jaar werden 80 mensen ernstig ziek; 11 van hen overleden. Tot en met september 2018 waren er 84 zieken en 18 doden.

In mei dit jaar is daarom de standaard-meningokokken C-vaccinatie voor kinderen van 14 maanden vervangen door de meningokokken ACWY-vaccinatie. Er zijn verschillende typen meningokokken. De types die wereldwijd veel ziekte veroorzaken (A,W en Y) zijn aan het vaccin toegevoegd (A en Y komen weinig voor in Nederland). Daarnaast zijn 132.098 14-jarigen die zijn geboren tussen 1 mei en 31 december 2004 opgeroepen voor een vaccinatie.

Lees ook: Waarom worden niet alle tieners gevaccineerd tegen meningokokken?

De opkomst is tot nu toe hoog, volgens Hans van Vliet, programmamanager Rijksvaccinatieprogramma bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); regionaal variërend tussen de 65 en 100 procent. In 2019 zijn de overige 873.719 jongeren die zijn geboren in 2001-2005 aan de beurt. Het RIVM richt zich op tieners omdat zij door hun leefstijl van uitgaan en veel contacten de belangrijkste verspreiders van de bacterie zijn. Via hoesten, niezen en zoenen kun je elkaar besmetten.

Angstgevoelens

Niet alle kinderen (en volwassenen) kunnen worden ingeënt, omdat er niet genoeg vaccins zijn. Er is simpelweg bij fabrikanten meer vraag dan dat er geproduceerd kan worden. Bovendien kost de productie van een vaccin ongeveer 2 jaar. En de vaccins zijn maximaal twee tot drie jaar houdbaar – dus kun je geen enorme voorraad aanleggen. De vraag is toegenomen door meer zieken in het Verenigd Koninkrijk en nu dus in Nederland. Het RIVM kocht in wat er te koop was, zegt Van Vliet. „Het restant dat landen (met name het Verenigd Koninkrijk en Nederland) niet gereserveerd hebben, komt op de vrije markt.”

We zijn nu eenmaal enorm gevoelig voor schaarste; het is niet voor niets een bekende verkooptechniek

Harrie van Rooij, communicatie-expert

Wie dus niet in het vaccinatieprogramma zit maar de prik wel wil, kan proberen zelf een vaccin te kopen. En dat gebeurt op grote schaal: verstrekten apotheken de afgelopen jaren 150 à 200 vaccins per maand, afgelopen september waren dat er 21.400 in alleen al die ene maand, aldus een woordvoerder van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Bij de GGD’s en reisklinieken moet het om minimaal dezelfde hoeveelheid gaan, volgens Van Vliet. Hoe oud de afnemers zijn is niet bekend, maar huisartsen en GGD’s zien vooral veel kinderen en jongeren.

Ook Joost van Stuijvenberg (48 ) kwam in actie voor zijn kinderen. „Mijn ex en ik hoorden in de media vreselijke verhalen over jongeren die overleden aan de meningokokkenziekte. Dat komt aan, onze dochter en zoon zijn 15 en 17. Stel dat je kinderen iets overkomt, wat een nachtmerrie. Terwijl dat met zoiets simpels als een vaccinatie te voorkomen is.”

Zijn kinderen zouden volgend jaar in aanmerking komen voor het vaccinatieprogramma. Maar „we wilden haast maken”, zegt Van Stuijvenberg. „De huisarts zei dat het risico op besmetting heel erg klein is. Maar wij waren vastbesloten. En gelukkig kon de apotheek het leveren.”

Dat veel ouders nu in actie komen is niet zo gek, vindt communicatie-expert en onderzoeker Harrie van Rooij. Hij doet aan de Radboud Universiteit in Nijmegen een promotieonderzoek naar hoe mensen meningen vormen en keuzes maken. De berichten in de media over kinderen die ziek worden en overlijden, brengen enorme angstgevoelens teweeg, zegt hij. „Dit kan je zomaar uit het niets treffen. Dat voelt heel akelig en onzeker.”

Juist de combinatie van deze sterke angst en een makkelijke uitweg – een vaccinatie – brengt mensen in beweging, zegt Van Rooij. „Maar het vaccin is schaars. Dat werkt de run op de prik nog verder in de hand. We zijn nu eenmaal enorm gevoelig voor schaarste; het is niet voor niets een bekende verkooptechniek.”

Statistieken

Geert Ravesteijn (51) uit Den Haag is daarom opgelucht dat hij de vaccinatie heeft geregeld voor zijn dochter van 10. Een uitzending van Nieuwsuur begin september verontrustte hem. „Ik vond het een eng verhaal. Je kunt binnen een dag dood zijn, en als je het overleeft kunnen je ledematen afsterven.”

Artsen wezen in de uitzending op het kleine risico op besmetting. „Maar ze vertelden met het schaamrood op de kaken dat ze hun eigen kinderen die buiten de doelgroep vielen wél hadden laten vaccineren. Nou, dan weet ik genoeg.” Hij regelde de vaccinatie bij een reiskliniek. „Voor 60 euro kun je een hoop ellende voorkomen.” Het vaccin kost via de apotheek ongeveer 60 tot 80 euro, hier kunnen nog kosten voor een consult bij komen.

Dat artsen hun eigen kinderen vaccineren, is volgens Van Rooij begrijpelijk. „Meer dan wie dan ook zien zij de ziektegevallen en hoe afschuwelijk dat is. Vervolgens moeten ze rationeel naar de statistieken kijken. Dat is lastig, want angst luistert niet naar statistieken.” Sommige mensen zijn heel bang om te vliegen, terwijl de kans veel groter is dat ze op weg naar Schiphol een auto-ongeluk krijgen, zegt hij. „Dus je moet naar artsen luisteren, maar niet naar hun eigen gedrag kijken.”

Marije Kikkert (43) uit Nootdorp liet haar tweeling van 11 vaccineren. „Mijn oudste zoon, van 14, valt binnen de doelgroep. Maar hij komt op precies dezelfde plekken als de andere twee, dus ik zie niet in waarom zij minder risico zouden lopen.”

Sommige mensen worden zelfs boos als we het niet snel genoeg kunnen leveren

Alie Zijlstra, verpleegkundige Vaccinaties op Reis

Joyce van den Bogaard (47) uit Den Bosch heeft haar 8-jarige zoon niet laten vaccineren. „Hij valt niet in de doelgroep, ik vertrouw daarin de medici.” Voor haar 16-jarige dochter maakte ze een andere keuze. „Zij heeft toen ze 11 maanden was hersenvliesontsteking gehad, door een pneumokokkenbacterie. Zij valt wél in de doelgroep, maar ze is volgend jaar pas aan de beurt. Met de winter voor de deur wilde ik daar niet op wachten; ze kreeg het toen ook in de winter. Ik wil niet nog een keer door zo’n hel gaan.”

Als het besluit eenmaal is genomen, lijken ouders daar ook niet meer van af te brengen. Als het bij de huisarts of GGD niet lukt, proberen ze het bij een reiskliniek. „Wij melden ouders die bellen wel dat het niet het advies is van het RIVM om iedereen te vaccineren”, zegt verpleegkundige Alie Zijlstra van Vaccinaties op Reis, een organisatie met 17 reisvaccinatieklinieken in Nederland. Maar de meeste ouders hebben daar geen boodschap aan, zegt Zijlstra. „Ze willen het hoe dan ook hebben voor hun kind. Sommige mensen worden zelfs boos als we het niet snel genoeg kunnen leveren.”

Ruimte voor twijfel

Ook bij huisarts Bart Bruijn en collega’s in de regio Rotterdam die hij regelmatig spreekt komen vastbesloten ouders. „Ze kunnen erg veeleisend zijn; dreigen met klachten, of zeggen dat het onze schuld is als er straks een kind sterft.”

Lees ook het opiniestuk van Marcel Verweij en Roland Pierik: Verplicht vaccineren: de tijd van vrijblijvendheid is voorbij

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) schrijft op haar site dat het Rijksvaccinatieprogramma meningokokken „voor veel extra vragen en vaccinatieverzoeken aan de huisarts zorgt”. Dit leidt volgens de LHV tot „ongewenste neveneffecten zoals extra werkdruk bij de toch al overbelaste huisartsenpraktijken”.

„De mate waarin mensen de noodzaak voelen om te vaccineren kunnen we als RIVM niet doseren”, zegt Van Vliet. Nú willen mensen graag een vaccin, maar soms ook niet. Neem de vaccinatie tegen HPV, het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Daar is veel minder animo voor: de opkomst voor tienermeiden was dit jaar nog maar 45,5 procent. Over dat vaccin doen veel fabels de ronde; kinderen zouden er chronisch vermoeid van kunnen raken of er zelfs dood aan gaan. Als mensen niet direct de noodzaak zien, komt er meer ruimte voor twijfel, zegt Van Vliet. Communicatie-expert Van Rooij concludeert dat „je nu dus eigenlijk blij moet zijn met al die ouders die laten zien: vaccineren is belangrijk”.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.