Direct naar artikelinhoud
Column

Theresa May is echt geen zieligerd

Ger Groot.Beeld Trouw

Als je het vriendelijk wilt zeggen, is Trouw een krant die niet ophoudt te verrassen. Drie maanden na dato ben ik nog altijd mijn verbazing niet te boven over een kop in de zaterdagkrant van 21 juli: ‘Wie wil er in May’s schoenen staan?’ 

Gevolgd door de intro: ‘Het komt de mannen binnen de Tory’s maar al te goed uit om Theresa May die rotklus te laten klaren.’

Aan het woord was de Britse classica Mary Beard, die geïnterviewd werd over haar jongste boek ‘Vrouwen & macht’. Het gesprek ging vooral over de betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en Europa en de desastreuze Brexit. Maar dit fragment mocht in de titel de toon ervan aangeven: politieke achterdocht vermengd met een vleugje geslachtelijke rancune.

Afgelopen week keerden de woorden van juli bijna letterlijk in de krant terug. ‘Vrouwelijke leiders, ook May, worden geacht de rommel op te ruimen.’ Ach, die arme Theresa May, zou je na deze journalistieke framing bijna gaan denken. Willoos geslachtofferd op het altaar van de perfide mannelijke onmacht. Cameron, Johnson en vooral Farage hebben er een rotzooi van gemaakt, en houden zich nu jammerend gedrukt, als jongetjes die een ruit hebben ingegooid en bibberend het fietsenhok zijn ingevlucht.

Een zooitje is het in het VK zeker en de drie genoemden dragen daarvoor een zware schuld. Dat Cameron het veld moest ruimen was niet meer dan een politieke onvermijdelijkheid. Dat Farage te extreem – en te laf - is om de verantwoordelijkheid over te nemen eveneens. Maar de rest?

Was Theresa May werkelijk zo’n zieligerd als in beide artikelen wordt gesuggereerd, dan had ze allang de pijp aan Maarten gegeven

Meewarig

‘Toen May premier werd, ambieerde Boris Johnson die positie absoluut niet,’ klonk het deze week in de krant. Werkelijk? Is zo snel vergeten dat May hem (net als David Davis en anderen) haar kabinet binnenhaalde om hem als rivaal te neutraliseren? Dat er sindsdien door hen constant aan de poten van haar stoel wordt gezaagd, en dat die alleen nog overeind staat omdat de partij te verdeeld is voor een alternatief?

May kon premier worden als de hond die met het been wegliep omdat anderen er te hard om vochten. Daartoe was ze zelfs bereid tot een radicale ‘makeover’ van haar eigen standpunt: van eurogezind tot pro-Brexit. Niemand dwong haar daartoe: het was haar eigen machtskeuze – en die lukte.

Was ze werkelijk zo’n zieligerd als in beide artikelen wordt gesuggereerd, dan had ze allang de pijp aan Maarten gegeven. Aan geslepen messen – binnen en buiten haar partij – is er in ieder geval geen gebrek. In plaats daarvan houdt ze koppig vol, met een machiavellisme waarin zij zich een behendig en – vanuit powerpolitiek gezien – bewonderenswaardig bewindspersoon toont. Dat haar Europese beleid daarmee inhoudelijk geen gelijke tred houdt, is een andere zaak.

Met de meewarige stemmen waaraan deze krant ruimte geeft heeft Theresa May geen vijanden meer nodig, zou je bijna zeggen. Onder de schijn van goede bedoelingen reduceren ze haar tot een speelbal die het op eigen merites kennelijk niet redt. Zij wordt hoogstens gedoogd als opruimster van de rotzooi, door ‘mannen in haar partij’ die op de achtergrond even almachtig moeten zijn als Blofeld of Dr. No uit Engelands glorietijd: het ‘old boys network’ als de politieke variant van het monster van Loch Ness.

Rancuneus

May zal het nooit goed doen – zo werd afgelopen week in Trouw gememoreerd als het even treurig als typerend lot van de vrouwelijke politica. Het eerste is ongetwijfeld waar, sinds het VK zichzelf in een onmogelijke positie heeft gemanoeuvreerd – en May dat er niet van weerhield de macht te grijpen. Het tweede is onzin. Noem mij één democratische politicus die níet om tegenstrijdige redenen is bekritiseerd – of dat zou worden als hij May het premierschap wist te ontfutselen.

Het sop zou de kool niet waard zijn als deze stemmen niet zo’n bedenkelijk patroon verrieden. Ze roepen het fantoom op van een ongrijpbare machtselite achter de schermen die de zichtbare politiek reduceert tot poppenkast voor de Bühne. Die elite wordt gedreven door een suspecte ideologie, in dit geval een benepen soort misogynie.

‘In dit geval’, want in werkelijkheid is dat politieke fantoom helemaal niet zo onbekend. De beschrijving ervan correspondeert wonderwel met het angstsyndroom dat extreem-rechts (en soms –links) de kiezer tracht op te dringen. Alleen de inhoud ervan is anders: duistere elites en homeopathische verdunning, grachtengordels en het ideaal van de sharia - dat soort dingen.

Rancuneuze achterdocht is een gewiekste politieke verleider. Voortdurend zien we er nieuwe varianten van, die door deze krant met lofwaardige ijver worden ontmaskerd. Hoe universeel inzetbaar hij in werkelijkheid is, lijkt deze week zelfs haar kritisch vermogen te zijn ontstegen. Dat gebeurde ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar de drogredenen werden er niet minder om. Een beetje beduusd daarover ben ik nog altijd. 

Ger Groot doceerde filosofie aan de universiteiten van Rotterdam en Nijmegen. Voor Trouw bekijkt hij de actualiteit door een filosofische bril. Lees meer columns op trouw.nl/gergroot.