Direct naar artikelinhoud
Drie momentenFemke Halsema

100 dagen Halsema: wat heeft de nieuwe burgemeester tot nu toe bereikt?

Honderd dagen geleden werd Femke Halsema geïnstalleerd als burgemeester van Amsterdam. Haar wittebroodsweken zijn voorbij. Wat voor indruk heeft ze gemaakt? Haar drie belangrijkste daden tot nu toe aan de hand van drie momenten.

Burgemeester Halsema bij de presentatie van het boek over Abdelhak Nouri op zijn oude school .Beeld raymond rutting

De stad in

Vrijdag 13 juli, de eerste werkdag van burgemeester Halsema, is door ambtenaren aanvankelijk volgepland met kennismakingsgesprekken op het stadhuis. Maar nu ze na maanden van stilzwijgen eindelijk is geïnstalleerd heeft Halsema weinig trek om haar tijd in een ‘geluidsdichte kamer’ door te brengen. Ze wil ‘de stad in’, spreken met Amsterdammers.

Dus stapt ze vrijdagochtend door de volkswijk Tuindorp Oostzaan, in Amsterdam Noord. Bepaald geen thuiswedstrijd. GroenLinks staat voor veel oude Noorderlingen gelijk aan de bakfietsyuppen die voormalige sociale huurwoningen in Noord opkopen. Bovendien zijn veel noorderlingen boos over de feestelijke opening van de Noord-Zuidlijn, die Halsema een week later zal verrichten. Het feestje betekent voor hen vooral verdwijnende buslijnen en het invoeren van betaald parkeren. De lijn is in hun ogen een nieuwe stap in de gentrificatie van hun stadsdeel.

Hier kan Halsema dus beginnen met de opgave die door talloze commentatoren haar grootste uitdaging is genoemd: laten zien dat ze een burgemeester is voor alle Amsterdammers.

‘Veel mensen zeiden van tevoren: we moeten haar hier niet’, zegt Elly Koolmoes, die als actieve buurtbewoner door het stadsdeel is gevraagd Halsema rond te leiden. ‘Maar ik vond dat we haar een kans moesten geven.’ Anders dan veel ‘pakmannen van de gemeente’ die Koolmoes de afgelopen jaren heeft ontmoet, laat Halsema bij haar een goede indruk achter. ‘Ze luisterde naar wat we vertelden. Ze beloofde niets, maar het was wel duidelijk dat ze ons echt wilde begrijpen.’

Net als haar voorganger Eberhard van der Laan, begeeft Halsema zich veel buiten het stadhuis. Zo gaat ze langs bij slachtoffers van geweld, brengt ze tijd door met bewoners in de straat waar in korte tijd een aantal panden is beschoten of een handgranaat aan de deur is aangetroffen. Ze spreekt persoonlijk met boze brandweerlieden en gaat een nacht op pad met handhavers op de Amsterdamse Wallen.

Dat ze ook iets met die gesprekken doet, bewijst ze al die eerste ochtend in Noord, zegt Eus Sandel, voorzitter van de Stichting Veteranen Amsterdam. Sandel vertelt Halsema tijdens haar bezoek dat de veteranen hun oude pand hebben moeten verlaten en dat ze nu door de woningbouwvereniging zijn ‘weggezet in een aquariumachtig kantoortje’. Halsema belooft erop terug te komen.

En dat gebeurt. Daags na de ontmoeting wordt Sandel gebeld door een ambtenaar: ‘Ik weet niet wat je tegen de burgemeester hebt gezegd, maar het heeft in elk geval indruk gemaakt.’ Samen met de gemeente is Sandel nu op zoek naar een geschikt onderkomen.

Piketpaaltjes slaan

‘Burgemeester staakt toenadering tot salafistische organisaties.’ Met die boodschap haalt Halsema op 22 augustus het nieuws. Aanleiding is een passsage in een negen pagina’s tellende brief waarin zij de contouren schetst met haar visie op het antiradicaliseringsbeleid in de gemeente.

In zijn laatste maanden heeft Eberhard van der Laan een toonaangevende ambtenaar op de afdeling antiradicalisering ontslagen wegens belangenverstrengeling. Daarna is er een storm van kritiek losgekomen op de werkwijzen en de cultuur van de afdeling. Halsema moet de rust terugbrengen.

De eerste weken van haar burgemeesterschap heeft ze vele uren op het dossier gestudeerd en daar is de brief van 22 augustus de weerslag van. Vier uitgangspunten moeten volgens haar centraal staan in het beleid van de gemeente: grondwettelijke vrijheden moeten worden gerespecteerd, Amsterdammers moeten zich gevrijwaard weten van vernedering, Amsterdam moet zich een open en tolerante stad blijven tonen en Amsterdam is een democratische gemeenschap.

Dat Halsema zich genoodzaakt ziet ook expliciet iets te schrijven over samenwerking met ‘orthodoxe’ salafistische islamitische organisaties, heeft te maken met het beleid van haar voorganger. Waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen heeft in een eerdere brief gezegd dat de stad ‘uit de religieuze kramp moet’ en samenwerking moet zoeken met orthodoxe islamitische organisaties. Halsema vindt het in het licht van haar vier uitgangspunten niet logisch om op te trekken met clubs die ‘soms overhellen naar agressieve afkeer van de democratische rechtsstaat en van de gelijkwaardigheid van bijvoorbeeld vrouwen en homoseksuelen’.

Praktisch heeft de nieuwe opvatting over salafisten weinig om het lijf. Er zijn namelijk helemaal geen concrete samenwerkingsverbanden tussen de gemeente en salafistische organisaties. Het gevolg van dit piketpaaltje lijkt voorlopig vooral dat de nieuwe burgemeester in populariteit heeft gewonnen bij partijen op rechts, die niets van Van Aartsens plan moesten hebben. Het door haar gehoopte politieke debat over haar vier uitgangspunten is er vooralsnog wel door ondergesneeuwd.

Openbare orde handhaven

‘Jullie hebben ingebroken, een deur geforceerd, zijn naar binnen gegaan en hebben een deur gebarricadeerd. Dat kan niet.’ Het is vrijdagmiddag 28 september en de busjes van de mobiele eenheid staan al klaar als burgemeester Halsema op de stoep voor het P.C. Hoofthuis nog een laatste poging doet de bezetting tot een geweldloos einde te brengen. Die ochtend hebben de studenten het universiteitsgebouw in de binnenstad gekraakt. Hun doel: een gesprek met universiteitsbestuur waarin zij hun eisen voor beter onderwijs en diversiteitsbeleid op tafel kunnen leggen.

Als hoeder van de openbare orde in Amsterdam heeft Halsema binnen honderd dagen al een serieuze vuurdoop gehad. Met liquidaties, handgranaten en als opvallendste moment de terroristische aanslag eind augustus op het Centraal Station, waarbij Jawed S. twee Amerikaanse toeristen heeft neergestoken. Maar de aanslag geen grote test voor de burgemeester als leider van de driehoek (overleg tussen burgemeester, hoofdofficier van justitie en hoofdcommissaris van politie). De politieagenten op het Centraal Station hebben een magistrale prestatie geleverd door S. tijdig te spotten en 9 seconden nadat hij zijn eerste slachtoffer heeft gemaakt al neer te schieten. Tegen de tijd dat de driehoek op het stadhuis bijeen is, is de situatie al onder controle.

De studentenbezetting eind september vraagt meer van haar. Zodra het universiteitsbestuur die middag aangifte doet van huisvredebreuk, is duidelijk dat het gebouw snel leeg moet. De wet is daar helder over. Halsema heeft als burgemeester alleen de vrijheid te bepalen wanneer er ontruimd zal worden. Na overleg met de politie, die ziet dat er steeds meer sympathisanten het gekraakte gebouw ingaan, is duidelijk dat ‘zo snel mogelijk’ de voorkeur heeft.

Maar Halsema heeft liever helemaal geen politie-inzet. Dus staat ze rond 5 uur bij het gekraakte gebouw, waar een groep sympathisanten op de stoep zit. Van tevoren heeft Halsema gezorgd dat ze niet helemaal met lege handen komt. Ze heeft het universiteitsbestuur gebeld en haar vriend Yoeri Albrecht, directeur van debatcentrum de Balie. ‘Jullie hebben je doel bereikt’, zegt ze tegen de krakers. ‘Het bestuur wil vanavond in de Balie met jullie in gesprek.’

De studenten op de stoep nodigen Halsema nog uit binnen door te praten. Maar de bezetters binnen twijfelen en de deur blijft minutenlang dicht. Halsema heeft er genoeg van, ze geeft het over aan de politie. Een uur later is het pand leeg en zijn er 31 aanhoudingen verricht.

‘Femke heeft het slim gedaan’, zegt actievoerder Luana Lenz terugblikkend. ‘Door te verschijnen en met die suggestie van de Balie te komen is ze er toch een beetje uitgekomen als de good guy. Maar ze overviel ons ermee, ze kwam onaangekondigd terwijl de ME-busjes al klaar stonden. Ik zie haar bemiddelingspoging vooral als een mediastunt.’