Haagse VVD wil meer aandacht voor 'gewone' leerling

Archief
Archieffoto
DEN HAAG - De VVD in de Haagse gemeenteraad vindt dat het college te weinig aandacht heeft voor 'gewone' leerlingen in het onderwijs. Het gaat alleen over kinderen met taal- en ontwikkelingsachterstanden, schoolverlaters en kansenongelijkheid,' zei VVD-raadslid Chris van der Helm tijdens een raadsdebat in een commissievergadering. Wethouder Saskia Bruines (D66) weersprak de stelling. Volgens haar is het Haagse beleid erop gericht om elk kind zich zoveel mogelijk te laten ontwikkelen.
Van der Helm noemde het 'tekenend' dat in de gemeentebegroting nul keer geschreven wordt over de 'normale' leerling. 'Er is volop aandacht voor een onvoldoende naar een voldoende, maar niet van een voldoende naar top', zei Van der Helm. 'En daar maken zowel ouders als leerkrachten zich terecht zorgen om.'
Bruines reageerde geïrriteerd. 'U kunt dit niet hard maken', zei ze. 'Ik kan mij niet voorstellen dat leerkrachten zelf zeggen dat ze te weinig aandacht besteden aan 'gewone' leerlingen. U diskwalificeert de docenten in de stad hiermee. Ons beleid is erop gericht dat alle kinderen hun talenten maximaal kunnen ontplooien.'  

Achterstandenbeleid

Volgens Van der Helm zijn het niet scholen of leerkrachten die minder aandacht aan 'normale' leerlingen willen geven. Van der Helm: 'Dit ontstaat doordat in het gemeentebeleid voornamelijk focus is voor achterstandenbeleid. Kinderen die in de norm passen, krijgen te vaak minder aandacht. Terwijl die 'normale' leerling door wat extra begeleiding misschien net dat hogere studieniveau haalt of dat talent ontwikkelt, maar zonder die zorg op hetzelfde niveau blijft. Daarom moet er voor ieder kind evenveel aandacht zijn, achterstand of niet.'
Bruines noemde het terecht dat er veel aandacht is voor kinderen die het moeilijker hebben. 'Bij de verdeling van gelden, kijk je vooral naar zaken die extra aandacht nodig hebben. Daar maak je beleid op. Maar het uitgangspunt blijft dat elk kind zich moet kunnen ontwikkelen. En als u vraagt of ik hier bij de volgende begroting een paar zinnen aan kan wijden, dan doe ik dat met plezier.'