"Wie er niet op tijd bij is, mist zijn kans", waarschuwen de experts. De leeftijdsgroep waarbinnen starters nu hun eerste woning kopen wordt steeds smaller. Bovendien is het steeds lastiger voor starters om met doorstromers te concurreren, schrijft het Kadaster.
Doorstromers krijgen de financiering vaak sneller rond dan starters. Zij kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van hun overwaarde en soms zelfs lenen tegen hun oude, gunstigere hypotheekvoorwaarden.
In de grote steden speelt dit alles nog sterker, omdat de huizenprijzen hoger zijn. Verder denken de experts dat starters terughoudend zijn om een huis te kopen, omdat ze horen dat de woningprijzen bijzonder hoog zijn. Zij verwachten dat ze minder waar voor hun geld krijgen en dat de woning niet veel meer in waarde kan stijgen.
De gemiddelde leeftijd van starters op de woningmarkt ligt nu tussen de 25 en 30 jaar. Het aantal koopstarters onder de 25 en boven de 35 jaar neemt af.
Meer vermogen nodig door ongunstige leenvoorwaarden
Het Kadaster denkt dat de nieuwe leenvoorwaarden voor de jongste categorie per 1 januari 2013 ongunstig uitpakken. Ze moeten meer eigen vermogen inbrengen en dus langer sparen.
Andere oorzaken zijn het feit dat jongeren minder vaak een vast contract krijgen en dat ze gemiddeld later gaan samenwonen.
Dat ook Nederlanders ouder dan 35 jaar minder vaak hun eerste huis kopen, vindt het Kadaster moeilijker te verklaren. "Wellicht dat deze groep als twintiger de boot miste in de tijd dat de hypotheekvoorwaarden zeer ongunstig waren voor flexwerkers en zij zodoende in de particuliere huursector terecht zijn gekomen met hogere huren, waardoor zij geen kapitaal hebben kunnen opbouwen."
Het Kadaster deed onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).