De boer had een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) om een faillissement af te wenden, maar dat werd door de rechter afgewezen.
De boerderij met stallen en een mestsilo liep in februari 2012 na de aardbeving in Huizinge de eerste scheuren op. Door nieuwe bevingen zou de schade op tot ruim 5 miljoen euro zijn opgelopen. Om zijn bedrijf te redden, is volgens de boer een voorschot van ruim 3 miljoen euro nodig.
Volgens de boer raakte de grondwaterhuishouding door aardbevingen ontregeld en zijn de mestkelders gaan scheuren. Daardoor vermengt de mest zich met grondwater. De melkveehouder stelt dat hij op deze manier zijn bedrijf niet kan voortzetten. De NAM ziet geen samenhang tussen de aardbevingen en de schade aan de stallen en kelders.
De boer diende rapporten van deskundigen in die het grondwaterprobleem door aardbevingen ondersteunden. De rechter vindt dat er meer bewijs nodig is. Verder is de zaak volgens de rechter te complex om in een kort geding te beoordelen. Er loopt op dit moment een bodemprocedure over de schade en de aansprakelijkheid. Die procedure kan nog jaren duren.
Doordat de melkveehouder geen voorschot krijgt, wordt een faillissement volgens zijn advocaat Piet Huitema nagenoeg onafwendbaar. Bij een toewijzing was dit vonnis ook een voorbeeld geweest voor de vele andere boeren in het gebied.