A. wordt samen met de 24-jarige Reda N. uit Leiden onder meer verdacht van deelname aan een terroristische organisatie, het voorbereiden en bevorderen van terroristische activiteiten en het ronselen voor de jihad in Syrië, Irak, Turkije en Nederland. Dat zou zijn gebeurd van begin 2014 tot 1 november 2016.
De twee verdachten zitten in voorarrest sinds hun terugkeer naar Nederland in juli. Ze blijven voorlopig ook vastzitten, zo besloot de rechtbank Den Haag, die zitting hield in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol.
Hun advocaten wilden schorsing van de voorlopige hechtenis, omdat ze vinden dat de twee al erg lang vastzitten. A. en N. werden bijna twee jaar geleden in Turkije opgepakt en veroordeeld tot zes jaar cel. In afwachting van hun hoger beroep zijn ze in vrijheid gesteld, waarna ze zijn teruggebracht naar Nederland.
Advocaten vinden dat OM gezag overschrijdt
De raadslieden vinden dat het OM buiten zijn boekje gaat, omdat de twee in Nederland niet voor dezelfde zaken mogen worden vervolgd. Maar volgens de aanklagers is er geen enkel juridisch obstakel. Pas als een straf volledig is uitgezeten in het buitenland, zou vervolging in Nederland voor dezelfde feiten niet mogelijk of lastig zijn.
Door te poseren met de gekruisigde persoon heeft A. de persoonlijke waardigheid en integriteit van de overledene geschonden. Volgens internationale verdragen moeten slachtoffers na het neerleggen van de wapens netjes worden behandeld, zowel levenden als doden.
Wil jij elke ochtend direct weten wat je 's nachts gemist hebt en wat er die dag gaat gebeuren? Abonneer je dan nu op onze Dit wordt het nieuws-nieuwsbrief!