Direct naar artikelinhoud

Aan de risicoinformatie over veelgebruikte chemicaliën schort nogal wat

Een meisje op de markt in Delft bekijkt donderdagmiddag strengen scoubidou-touwtjes. Het populaire speelgoed blijkt giftige weekmakers te bevatten.Beeld ANP

Bij een derde van de chemicaliën die in grote hoeveelheden wordt verkocht, deugt de informatieverstrekking over de risico’s niet, blijkt uit twee uitvoerige Duitse studies.

Van veel chemische stoffen zijn de risico’s voor mens en milieu niet duidelijk. Bedrijven die in Europa chemische stoffen willen maken of verkopen zijn verplicht informatie over die risico’s te verstrekken. Aan die informatie schort nogal wat.

Dit blijkt uit een studie van twee Duitse organisaties die van 2014 tot 2018 ruim 3800 registraties van chemische stoffen onderzochten. Van de registraties van chemicaliën die in grote hoeveelheden worden verkocht (minimaal 1000 ton) voldeed bijna een derde aan de voorschriften. Bijna een derde niet. Over de rest (37 procent) konden de onderzoekers geen duidelijk oordeel geven.

De producenten en verkopers moeten informatie geven over de samenstelling, eigenschappen en werking van de stoffen

Bedrijven die chemische stoffen in Europa willen maken of verkopen, moeten die stoffen registreren bij het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (Echa) in Helsinki, een organisatie waar 500 mensen werken. Het Echa beoordeelt die registraties, autoriseert ze en kan chemicaliën verbieden of beperkingen opleggen aan het gebruik. Chemische stoffen zitten vrijwel overal in: van voedingsmiddelen tot meubels, kinderspeelgoed, verpakkingen en medicijnen.

De producenten en verkopers moeten informatie geven over de samenstelling, eigenschappen en werking van de stoffen. Ze moeten duidelijk maken of de stoffen schadelijk (kunnen) zijn voor mens en milieu, waar die gevaren zitten en hoe er met de chemicaliën moet worden omgesprongen tijdens de productie, het gebruik en de afvalfase. Ze moeten ook aangeven of hun producten het zenuwgestel en de vruchtbaarheid kunnen beïnvloeden, of ze afbreekbaar zijn of zich ophopen in het milieu.

No data, no market

Door die informatieplicht, die sinds 2010 geldt voor veel verkochte stoffen (minimaal 1000 ton per jaar) en sinds 2013 voor iets minder gangbare chemicaliën (100 tot 1000 ton) is ’s wereld grootste database voor chemicaliën opgebouwd. Eind 2017 beschikte het Echa over 90.000 registraties over 21.000 verschillende stoffen.

Het motto van de organisatie is ‘no data, no market’: geen gegevens dan geen verkoop. Maar met de kwaliteit van die data is volgens het Bundesinstitut für Risikobewerkung en het Umweltbundesamt (onderdeel van het ministerie voor milieu en natuurbescherming) nogal wat mis: ze zijn vaak onvolledig of fragmentarisch. 

Naar eigen opgave heeft Echa in tien jaar bij 1800 dossiers onderzocht of de opgave voldeden aan de eisen

In zo’n 70 procent van de gevallen zien of wijken producenten af van de standaardtesten die het Echa voor die chemicaliën voorschrijft. Dat is niet verboden, zolang zij helder kunnen maken waarom ze dat doen. Maar die verantwoording voldoet volgens de onderzoekers lang niet altijd. Toch worden de stoffen waarvan de registratie niet aan de eisen voldoet, gewoon verkocht. 

Het Umweltbundesamt betitelde de uitkomsten van het onderzoek als ‘zeer verontrustend.’ De Europese Milieuorganisatie EEB vindt dat veel chemiebedrijven de wet overtreden en stelt dat Echa geen stoffen moet toelaten waarvan de veiligheid niet vaststaat.

De bevindingen van de onderzoekers stroken met eerdere waarnemingen. Dit jaar concludeerde de Europese Commissie dat veel registratiedossiers niet aan de voorschriften voldoen. Ook werden dossiers onvoldoende bijgewerkt. Het Echa erkende dat en beloofde beterschap. Naar eigen opgave heeft Echa in tien jaar bij 1800 dossiers onderzocht of de opgave voldeden aan de eisen. In 70 procent van de gevallen was dat niet zo.

Weinig controles

Cefic, de belangenbehartiger van de Europese chemische industrie, erkent dat er het nodige schort aan de dossiers die het Echa binnenkrijgt. “Dat kan beter, daar werken we aan”, zegt een woordvoerder. Volgens de VCI, de belangenbehartiger van de Duitse chemie, zijn de conclusies van het onderzoek ‘grotendeels ongerechtvaardigd’, omdat de Echa veel testen die chemieconcerns uitvoeren niet kent of erkent. Daardoor worden veel dossiers sowieso als onvoldoende beoordeeld, stelt de VCI. 

Cefic-directeur Erwin Annys wijst daar ook op. “Chemieconcerns doen onder meer tests zodat ze geen dierproeven hoeven te doen. Als het Echa die tests afwijst of niet kent, krijgt een dossier van de onderzoekers automatisch het stempel ‘eisen niet nagekomen.’ Annys ontkent dat de Echa een tandeloze tijger is. “Het lijkt of de organisatie weinig controles uitvoert. Maar er gebeurt op dat gebied nu veel meer dan vroeger.”   

Lees ook:

Europa's strijd tegen plastic hinkt op twee gedachten

Brussel wil minder plastic wegwerpartikelen, maar staat ook toe dat plastic als brandstof wordt gebruikt.

Zwolle onthult fietspad van plastic: hoe milieuvriendelijk kan zo'n fietspad nu echt zijn?

In Zwolle ligt sinds vandaag een fietspad van gerecycled plastic. Een nobel project, maar niet iedereen is enthousiast.