Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Algemeen

Wie klaagt over seksuele intimidatie kan meestal vertrekken

Klachtenafhandeling #MeToo Klachten wegens seksuele intimidatie op het werk worden meestal geschikt. „Ik heb geleerd dat je maar beter niet aan een klacht kunt beginnen.”

Illustratie Lynne Brouwer

Bij een aanklacht wegens seksuele intimidatie op het werk ruimt uiteindelijk meestal de klagende werknemer het veld. De ernst van de aanklacht en de manier waarop die door de werkgever is behandeld, bepalen dan de hoogte van de schadevergoeding voor de vertrekkende werknemer. Dat zeggen juristen en specialisten in seksuele intimidatie op het werk.

Uit een onderzoek van NRC onder 237 publieke en private instellingen en een rondgang langs verscheidene juristen en specialisten op het gebied van seksuele intimidatie op het werk, blijkt dat #MeToo niet heel veel heeft veranderd in de praktijk. Zeker 89 procent van de onderzochte instellingen heeft procedures voor ongewenst gedrag van werknemers, de meeste hebben die na #MeToo niet aangescherpt. Zaken komen niet vaak voor de rechter maar als dat gebeurt, is de kans op definitief ontslag van de aangeklaagde iets groter geworden.

Wie klaagt over seksuele intimidatie, die voorkomt bij 3,5 procent van de vrouwen en 0,9 procent van de mannen, betaalt nog steeds een hoge prijs. „Vaak zijn er zoveel fouten gemaakt door de werkgever dat de arbeidsrelatie is verstoord. Daarmee is niet gezegd dat iets niet heeft plaatsgevonden”, zegt Mirjam Decoz van Vos & Vennoten advocaten, gespecialiseerd in zaken over seksuele intimidatie op het werk. „De klagende werknemer ondervindt veel weerstand op het werk en krijgt last van geroddel van collega’s, die vaak uit angst voor hun eigen baan loyaal zijn aan de leidinggevende die is beschuldigd.” Als de pleger eigenaar van het bedrijf is, kan die helemaal niet worden ontslagen. Dan is bij verstoring van de arbeidsverhoudingen vertrek van de werknemer de enige uitweg.

Juridische gids

Decoz is bezig met het analyseren van 200 gepubliceerde rechtszaken en 100 klachtenprocedures over seksuele intimidatie sinds 2009. Zij actualiseert een juridische gids (Holtmaat) over seksuele intimidatie op het werk die in 2009 is verschenen. Niet alle uitspraken worden gepubliceerd. Het totale aantal zaken loopt eerder in de honderden dan in de duizenden.

Decoz: „Sinds #MeToo lijkt er vaker te worden aangestuurd op ontslag van de dader maar er is niet veel gepubliceerde jurisprudentie sindsdien. Er wordt door het slachtoffer weinig geprocedeerd. Het slachtoffer wil er niet aan beginnen of de werkgever wil een rechtszaak voorkomen. Als een werkgever onzorgvuldig met een melding is omgegaan, wil die dat liever niet in de jurisprudentie hebben. Regelmatig leidt dat tot schikkingen voor bedragen die een rechter nooit zou hebben toegekend.” Voor immateriële schade naast gederfd inkomen kent een rechter een slachtoffer tussen de 10.000 en 20.000 euro toe, afhankelijk van de zwaarte van het incident. Bij een schikking kan dat wel twee keer zoveel zijn. Omdat die schikkingen vertrouwelijk zijn, is onbekend hoeveel er jaarlijks worden getroffen.

De schadevergoeding loopt op als er geen goede klachtprocedures zijn. Dan moet de werkgever aantonen voldoende te hebben gedaan om het wangedrag te voorkomen. „Bij goede klachtenprocedures doet de rechter gemakkelijker een stap terug”, zegt de Tilburgse advocaat Joop van Zijl.

Zo wees de rechter in Limburg afgelopen april een eis tot schadevergoeding wegens posttraumatische stress van een slachtoffer af, omdat haar werkgever de twee leidinggevenden meteen na bewijs van de klacht had ontslagen. Daarmee had die aan zijn zorgplicht voldaan.

Decoz ziet een formele klacht als „uiterste redmiddel”. „Het is prettig als het in organisaties goed is geregeld. De discussies over #MeToo zijn zinvol omdat vrouwen zich beter realiseren dat bepaald gedrag wel degelijk seksuele intimidatie is. Bij de mannen ontstaat een groter bewustzijn daarvan”, zegt Decoz.

De rechtbank handhaafde het ontslag van een supermarktmanager van Albert Heijn omdat de werkgever zorgvuldig had gehandeld. Gezien de ernst van de klachten was direct ontslag gerechtvaardigd. Verscheidene werkneemsters hadden geklaagd over ongewenste aanrakingen van de manager die zich ter verontschuldiging als „open mensenmens” had omschreven.

Handtastelijk op de kerstborrel

Bij het niet goed volgen van de procedures kan de rechter een ontslag ongedaan maken. Dan treedt de ontslagbescherming in werking. Dat was bijvoorbeeld het geval bij een medewerker van Prorail die dronken werd bij een kerstborrel en niet van een vrouwelijke collega kon afblijven en haar vernederde. Omdat het een eenmalig incident was en de werknemer zijn excuses had gemaakt, kreeg hij nog een kans. Het slachtoffer had ook gezegd dat ze het met hem wilde uitpraten. Toen toch ontslag volgde, werd dat door de rechter afgelopen mei ongeldig verklaard.

Mailtjes en whatsappjes bieden vaak begin van bewijs voor seksuele intimidatie

De bewijslast voor seksuele intimidatie is in het arbeidsrecht lichter dan in het strafrecht. Volgens Alie Kuiper, als deskundige in seksuele intimidatie werkzaam bij het bureau Bezemer, Kuiper & Schubad, zijn er vaak aanknopingspunten voor bewijs zoals mailtjes en whatsappjes. Of een collega heeft gezien hoe een werknemer overstuur uit de kamer van de pleger stormde. Valse aanklachten komt ze niet vaak tegen. Het kan wel eens gebeuren dat een aanklacht door een werkgever wordt aangedikt om een medewerker over wie geklaagd wordt en die sociaal zwak staat te wippen.

Zij ziet sinds #MeToo wel een kleine toename van klachten. Sommige organisaties verbeteren procedures: „#MeToo was een wake up call. Maar ik ben wel benieuwd of er in de praktijk structureel veel is veranderd”, zegt ze.

Lees ook de NRC-serie over #MeToo buiten de westerse wereld

Dubbel de dupe

Jörgen Svensson van de TU Twente publiceerde in 2010 met Marieke van Genugten een onderzoek waarvoor hij met honderden klagers bij de toenmalige Commissie Gelijke Behandeling sprak. Slechts een derde zei toen geen enkel nadeel te hebben ondervonden van de klacht. Dubbel de dupe, was de titel van het boek. In zijn bemiddelende rol als vertegenwoordiger van de vakbond en lid van de universiteitsraad heeft hij persoonlijke ervaring met dit onderwerp. „Ik heb geleerd dat je maar beter niet aan een klacht kunt beginnen”, zegt hij. „Maar dankzij #MeToo heeft degene die wordt aangeklaagd waarschijnlijk ook een probleem.”