Direct naar artikelinhoud

De basisschool schat een kind van arme ouders onterecht minder hoog in

De basisschool schat een kind van arme ouders onterecht minder hoog in
Beeld ANP

In groep 8 geven docenten kinderen uit families waar weinig geld te besteden is vaker een vmbo-schooladvies dan leeftijdgenoten die uit een welgestelder milieu komen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de ­Statistiek (CBS). 

Bij ruim 9 procent van de leerlingen uit de laagste inkomensgroep die in 2017 in groep 8 zat, werd het schooladvies na de eindtoets naar boven bijgesteld. De meester of juf had hun capaciteiten aanvankelijk te laag ingeschat. Ter vergelijking: bij de kinderen uit de rijkste huishoudens gebeurde dit bij iets meer dan 6 procent.

Ook toen de cito-eindtoets de doorslag gaf, bleken kinderen van hoogopgeleide ouders vaker een hoger advies te krijgen

“Leraren adviseren vaak aan de voorzichtige kant bij kinderen uit de laagste inkomensgroepen. Ze wegen in hun advies niet alleen de cognitieve talenten mee, maar ook de sociale steun die ze zien. Die is  bij lager opgeleide ouders vaak minder sterk”, zegt onderwijssocioloog Marc Vermeulen, die verbonden is aan de universiteit van Tilburg. “Daarbij speelt een rol dat er in het basisonderwijs veel ondersteuningsfaciliteiten zijn om kinderen bij te spijkeren, in het voortgezet onderwijs zijn die minder beschikbaar en ook dat kunnen leraren in hun advies meewegen.”

Basisscholen zijn sinds 2015 verplicht om leerlingen uit groep 8 een schooladvies te geven op basis van de inschatting van de docent. Na het advies van de leraar volgt iets later nog steeds een verplichte eindtoets die de kennis van taal en rekenen meet. Van kinderen die op hun eindtoets hoger scoren dan het advies van de leerkracht, kan het niveau naar boven worden bijgesteld. Naar beneden bijstellen mag niet. 

Toeval

De achterliggende gedachte van deze aanpak is dat leraren hun leerlingen een langere periode volgen en hierdoor goed in staat zijn om de capaciteiten kundig te beoordelen. Volgens Vermeulen is het nog te vroeg om te zeggen of deze strategie doel mist. “Er kan nog sprake zijn van toeval. Het zou bovendien interessant zijn om te kijken of die kinderen met dat verhoogde advies er ook daadwerkelijk in slagen om dat waar te maken, of dat ze toch weer afstromen naar het niveau van het advies van hun docent.”

Ook toen de cito-eindtoets de doorslag gaf en het oordeel van de docent minder zwaar woog, bleken kinderen van hoogopgeleide ouders vaker een hoger advies te krijgen dan kinderen van lager opgeleide ouders. 

Lees ook:

Voor achtstegroepers doet de eindtoets er straks toch weer toe

Het kabinet wil de eindtoets in het basisonderwijs net zo belangrijk maken als het oordeel van de leerkracht. Scholen vinden dat geen goed idee.