Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Oorlog

Dat Trump Churchills buste wil neerzetten, is een lachertje

Opinie Donald Trump wil de buste van Churchill in zijn Oval Office zetten. Maar Trump is wel de minst geschikte figuur om zich aan hem te spiegelen, schrijft hoogleraar .

Foto Andrew Harnik/AP

Sinds de jaren zestig staat er een buste van Winston Churchill in het Witte Huis. Over dat borstbeeld doet in rechtse kringen een hardnekkige canard de ronde. Zo zou president Obama het beeld van Churchill hebben laten verwijderen uit wrok tegen het Verenigd Koninkrijk – de antikoloniale houding van zijn Keniase vader zou daarbij een rol hebben gespeeld. Onzin. De buste van Churchill prijkt nog altijd in de residentie van het Witte Huis, waar ’ie nooit is weggeweest, behalve tijdens een korte periode onder President George W. Bush toen het beeld moest worden gerepareerd.

Eigenlijk zou Obama er goed aan hebben gedaan de buste te verwijderen, want de cultus rondom Churchill heeft een niet onverdeeld gezonde invloed gehad op Washington. Te veel Amerikaanse presidenten namen Churchill als hun voorbeeld. Zo betitelde George W. Bush, die een kopie van het borstbeeld in zijn kantoor had geplaatst, zichzelf graag als de ‘oorlogspresident’, en ook deelde hij Churchills hang naar uniformen en militair vertoon. Misschien was Bush jr. daarom mede verantwoordelijk voor een reeks lichtzinnige oorlogen.

Onlangs stelde Donald Trumps beste Engelse kornuit, voormalig leider Nigel Farage van UKIP, voor om het befaamde Oval Office in te richten met de originele bronzen kop van Churchill. Trump vond dit een uitstekend idee.

Maar Trump is wel de minst geschikte figuur om zich te koesteren in het evenbeeld van Churchill. Voor zover hij een coherent idee van de wereld bezit, is hij tegen de meeste dingen waar Churchill in geloofde. Zijn afzijdige houding tegenover Amerikaanse bondgenoten (‘America First’) is precies de houding waar Churchill en zijn Amerikaanse evenknie Roosevelt tegen moesten vechten om Hitler te verslaan.

Lees ook Arjan van Veelen over de Foto van de Week: Donald Trump op de cover van Time.

In augustus 1941, minder dan een half jaar voor de Japanse aanval op Pearl Harbor, ontmoetten Churchill en Roosevelt elkaar op een slagschip in een baai in Newfoundland om hun idealen voor de wereld na de oorlog vast te leggen. Het resulteerde in het Atlantisch Handvest, dat haast alles bevatte waar Trump zich tegen heeft gekeerd: meer internationale samenwerking, minder handelsbarrières, meer sociale bijstand.

Na de overwinning bleek Churchill bovendien een voorstander van een Europese unie, hoewel hij zich op de vlakte hield over de rol die Groot-Brittannië zou moeten spelen. Gedurende de Brexit-campagne echter, misbruikte Farage herhaaldelijk de oorlogsretoriek van Churchill, zoals het beeld van het dappere Engeland dat pal staat tegen de tirannie (‘Brussel’ in plaats van het Derde Rijk). Maar dergelijke praat was bedoeld om een streven waar Churchill voor had gepleit, juist te slopen.

Speciale betrekkingen

De ‘speciale betrekkingen’ tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, tijdens de oorlog ontstaan, worden in Londen vaak overschat. Amerika is een wereldmacht en volgt haar eigen belangen – of dat de Britten nu uitkomt of niet. En de Britse trots, over zijn heldenrol in de oorlog en zijn speciale status als uitverkoren bondgenoot van de VS, heeft het lastiger gemaakt om een positievere rol te spelen binnen de Europese gemeenschap.

Soms bewijst Washington lippendienst aan de speciale betrekkingen, om bezoekende Britse premiers in te palmen of Groot-Brittannië te betrekken in dubieuze militaire avonturen. Onder Trump is er nu sprake van een nieuwe ‘speciale betrekking’. President Obama had gewaarschuwd dat in het geval van een Brexit Engeland niet langer kon rekenen op gunstige handelsvoorwaarden. Trump daarentegen, is erg ingenomen met de Brexit. Het Verenigd Koninkrijk zou zich nu als ‘onvervangbare bondgenoot’ mogen verheugen op een uiterst voordelige uitkomst.

De merkwaardige tederheid onder Trumps aanhangers voor de Brexit suggereert een soort solidariteit tussen twee landen die zich laten leiden door economisch nationalisme. Ook dat is iets dat Churchill en Roosevelt trachtten te vermijden. Economisch nationalisme was ten slotte een van de oorzaken van de Europese catastrofes in de vorige eeuw.

Het kan natuurlijk zijn dat Trumps propaganda voor Brexit bij woorden blijft, zoals zoveel bij deze showman. Dat Amerika veel grotere belangen in Europa op het spel zou zetten om Engeland te behagen, is moeilijk voor te stellen. Maar woorden, zoals Churchill als geen ander wist, zijn belangrijk. De retoriek van Trump, en ook van de Brexit-aanhangers in het Verenigd Koninkrijk, staat vaak haaks op de idealen van het Atlantisch Manifest. Ophitsende toespelingen op internationale complotten van bankiers en andere ‘burgers die nergens thuishoren’ (Theresa May), die in samenwerking met de linkse elites de belangen van ‘gewone, echte en fatsoenlijke mensen’ (Farage) ondermijnen, doen sterk denken aan het ordinaire antisemitisme dat in de jaren dertig de ronde deed in Europa.

Een andere visie

Wat Churchill zou hebben gedacht van Trumps flirts met Poetin, waar ook ultrarechtse politici in Europa zich aan overgeven, laat zich raden.

Dit wil overigens niet zeggen dat Churchill altijd gelijk had. In 1940 was hij precies de man die Engeland nodig had om het moreel onder de bevolking hoog te houden. Het land had ook weinig anders om mee te vechten tegen Hitler.

Desalniettemin is Churchill een ongeschikt voorbeeld voor politici in minder woelige tijden. Zijn ideeën over koloniale overheersing waren voor de oorlog al uit de tijd, en na de oorlog een racistisch anachronisme. Zijn romantische voorstellingen over de morele superioriteit van de Engelssprekende volkeren was tijdens zijn leven ouderwets, en is nu een vorm van absurde arrogantie.

Maar Churchill was niet benepen en ook niet parochiaal. Zijn visie, althans van het Westen, was romantisch maar had ook een zekere nobelheid van geest. Dat kan niet worden gezegd van de aanstaande bewoner van het Witte Huis. Dat Trump de kop van Churchill op advies van Farage zal gebruiken als een totem, zou de oude man enkel met diepe weerzin hebben vervuld.