Direct naar artikelinhoud
Column

Wie de vrijheid van de ander vertrapt, eindigt met louter schijnvrijheid voor zichzelf

Wie de vrijheid van de ander vertrapt, eindigt met louter schijnvrijheid voor zichzelf
Beeld Trouw

Elke verhuizing is weer aanleiding voor een schoonmaak in mijn boekenkast, al wil ik direct aan alle auteurs mijn excuses aanbieden voor die brute woordkeus. 

Maar sommige boeken zijn tot dusver altijd met me meegegaan, en daartoe behoort ‘White over black’ van Winthrop D. Jordan. Ik las het ooit bij wijze van research, en ik herinner me lang niet alle details meer, maar ik weet wel dat het een overweldigend en ontluisterend werk was. De ondertitel luidt ‘American attitudes towards the Negro 1550-1812’, hetgeen de tijd van publicatie verraadt: 1968, het woord ‘neger’ had nog niet de racistische connotatie van nu.

Ik doe dit boek nooit weg, omdat de gruwelijke geschiedenis van ‘wit boven zwart’ nog altijd zijn sporen nalaat in onze cultuur. Wat Jordan schrijft over Amerika, geldt grotendeels voor het hele Westen, en zeker voor de voormalige koloniale machten. Als dat door actuele gebeurtenissen weer eens pijnlijk zichtbaar wordt, zoals rond het Dokkumse Zwarte Piet-oproer, dan wil ik weleens wat bladeren in mijn versleten exemplaar; kijken of er van enige afstand chocolade valt te maken van het hedendaagse krijgsgewoel.

De witte man zocht zijn gemoedsrust ten koste van anderen, en vond die dus nergens
Winthrop D. Jordan in het boek 'White over black'

In zijn inleiding schrijft Jordan over een constante in de Amerikaanse geschiedenis, namelijk ‘de noodzaak voor de witte man om te weten wie hij is’ en ‘controle te houden over zichzelf en zijn vrijheden’. En dit schrijft hij in zijn uitleiding, 500 pagina’s later, nadat hij heeft vastgesteld dat de witte man de zwarte heeft behandeld als een inferieur, melaats wezen: de witte man deed dat ‘uit verlangen om de identiteit van zijn volk te bewaren, uit de wil om te domineren, en uit pure hebzucht’. Hij betaalde daarvoor wel een prijs – hij deed zijn eigen geweten geweld aan. ‘Hij zocht zijn gemoedsrust ten koste van anderen, en vond die dus nergens.’

Louter schijnveiligheid

Ik weet dat de Friese wegblokkeerders en hun vrienden van Pegida (‘Onze cultuur gaat eraan’) het zo niet ervaren. Bij de rechtszaak in Leeuwarden lieten ze blijken het nog steeds mooi te vinden dat ze de anti-Piet-demonstranten fysiek hadden tegengehouden: “Het recht van demonstratie is op zich wel goed, maar niet voor iedereen”. 

Daar gaan ze dus: ter verdediging van hun eigen cultuur, hollen ze die zelf uit. Wie de vrijheid van de ander vertrapt, eindigt met louter schijnvrijheid voor zichzelf – te grote woorden misschien voor een actie van een stelletje opgewonden jonge mannen, maar wel de uiteindelijke consequentie van hun ideeën.

De gedachte dat het lot van de een altijd verbonden is met dat van de ander, vond ik gisteren terug in het Trouw-interview met Babah Tarawally, vluchteling uit Sierra Leone, nu schrijver in Nederland. Hij is ondanks vernederende ervaringen in staat te praten met tegenstanders van immigratie, twee jongens uit Brabant, die hij ontmoet in hun favoriete café. En hij kan zich in hen verplaatsen, wat natuurlijk niet hetzelfde is als eens zijn met. Tarawally schreef het boek ‘Gevangen in zwart-witdenken, en hoe we kunnen ontsnappen’. Stuur die man naar Dokkum!

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de 'keiharde nuance' en het 'onverbiddelijke enerzijds-anderzijds' preekt. Lees meer columns in dit dossier. 

Lees ook:

Witte mensen zijn niet de vijand, vindt schrijver Babah Tarawally

Blijf vooral in gesprek met elkaar, luidt het advies van schrijver Babah Tarawally. Als vluchteling uit Sierra Leone weet hij hoe belangrijk het is om naar de ervaringen van anderen te luisteren. Een interview.