Direct naar artikelinhoud
Opinie

Waarom trouwen zo weinig Turkse Gentenaren met Koen, Johan, Elke of Charlotte?

Kinderen van verschillende origine in de turnles. "Veel migrantenleerlingen in Vlaanderen hebben wél een taalachterstand."

Kaat Opdenacker is lerares Nederlands in Gent. Ze reageert op de opiniebijdrage van professor Orhan Agirdag.

Beste prof. dr. Agirdag,

Taalachterstand en ongelijkheid, daarover ging uw brief aan Hilde Crevits. Dat u zelf geen taalachterstand hebt, bewijst uw messcherpe brief. Maar veel migrantenleerlingen in Vlaanderen hebben die wél. Oké, het woord zelf is ongelukkig. Misschien hoort u liever 'taalrijkdom', want die kinderen spreken naast het Nederlands toch ook Arabisch, Turks of Spaans? Dat is inderdaad een rijkdom. Maar veel van hen hebben het Nederlands minder goed onder de knie dan hun Nederlandstalige klasgenootjes. En dat is toch de taal waarmee ze het in Vlaanderen zullen moeten waarmaken.

Wie ben ik om die conclusie zo onomwonden te trekken? Geen prof. dr. zoals u, maar een bescheiden lerares Nederlands, aan anderstaligen én Vlamingen. En in bijberoep moeder van dos tweetalige niños, die óók een zekere achterstand vertonen ten opzichte van hun klasgenootjes. Nogal logisch als je thuis naast Nederlands ook Spaans hoort. En wat dan als je thuis nooit Nederlands hoort, zoals nogal wat migrantenkinderen in Vlaanderen?

U wilt graag weten waarom taal in Vlaanderen voor migrantenkinderen veel problematischer is dan in Nederland. Ik ben geen expert zoals u, maar ik verwed er mijn moedertaal op dat de huwelijksmigratie daar voor iets tussen zit. In Nederland is die zoals u weet strenger geregeld dan in Vlaanderen. Kandidaat-echtgenoten moeten al in hun thuisland een examen Nederlands én een inburgeringstest afleggen, nog voor ze maar één windmolen gezien hebben. In Vlaanderen is dat niet zo. Ook de Vlaamse taalgeschiedenis is veel complexer dan de Nederlandse. In het noorden is het Nederlands al eeuwenlang een solide officiële taal. In Vlaanderen is het dat nog niet eens honderd jaar.

'Misschien moeten alle Vlamingen met exotische roots ook maar eens de hand in eigen boezem steken'

Al vijftien jaar lang geef ik Nederlands aan anderstaligen in een school in Gent. Jaar na jaar verbaas ik mij over de hoeveelheid vers geïmporteerde echtgenoten uit Turkije, Marokko, Algerije in mijn les. Waarom doen ze dat toch, mijnheer Agirdag? Waarom trouwen zo weinig Turkse Gentenaren met Koen, Johan, Elke of Charlotte? Dan zou de taalachterstand snel weggewerkt zijn. In Vlaanderen wordt de klok keer op keer teruggedraaid. Zo’n Turkse bruid of bruidegom importeert het Turks als thuistaal. En via de satelliet zal er naar de Turkse tv worden gekeken. Kwalitatieve Nederlandstalige input zal er thuis nauwelijks zijn. Naar de scouts of de chiro zullen de kinderen in het weekend wellicht niet gestuurd worden (eerder naar de koranschool). Hoe kan hun Nederlands dan even sterk worden als dat van hun Nederlandstalige klasgenootjes?

Dat probleem moet op school worden rechtgetrokken, vindt u, met beter voorbereide leerkrachten en minder zittenblijvers. Helemaal akkoord. Of nee, u vindt het geen probleem, want we mogen het niet benoemen als 'achterstand'. Ik vind dat een beetje gemakzuchtig. Misschien moeten alle Vlamingen met exotische roots ook maar eens de hand in eigen boezem steken. Trouw met iemand uit je eigen land, die ook Nederlands spreekt. Zet kinderen op de wereld die je opvoedt in het Nederlands of, godbetert, in het Schoon Vlaams. Stuur ze naar de Chiro of de scouts. Bouw samen aan een toekomst in Vlaanderen.

Of doe dat niet. Maar wees dan niet verbaasd als je kinderen een minder rijke woordenschat hebben of de en het niet van elkaar kunnen onderscheiden. En voel je zeker niet beledigd door de onderwijsminister die die achterstand benoemt. Je moet je gebreken nu eenmaal eerst durven te erkennen vooraleer je er iets aan kunt doen.