Direct naar artikelinhoud
Analyse

Als dat maar goed gaat: D66 krijgt ‘een aanvoerder’

De D66-Kamerleden hebben een nieuwe fractievoorzitter gekozen: Rob Jetten. Een makkelijke klus krijgt hij niet. Drie potentiële struikelblokken voor de D66’er die nu in de voetsporen treedt van Alexander Pechtold.

Alexander Pechtold (D66) ruimt zijn werkkamer op in de Tweede Kamer, daags nadat hij bekend heeft gemaakt te stoppen in de politiek.Beeld Freek van den Bergh

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie

Gebrek aan gezag

Het is een politieke functieomschrijving die door de jaren heen een ietwat deerniswekkende bijklank heeft gekregen: aanvoerder. Maxime Verhagen (CDA) en Jozias van Aartsen (VVD) weten er alles van. Zij waren de kop van Jut in een tijd dat hun partijen geen onomstreden boegbeelden hadden. Als troostprijs mochten ze zich aanvoerder noemen, een woord dat bovenal benadrukte wat ze niet waren: partijleider. Uiteindelijk verlieten ze allebei gedesillusioneerd de Haagse politiek. Het lijsttrekkerschap en daarmee het begeerde partijleiderschap bleef een illusie.

D66-Kamerleden kiezen dinsdag een opvolger van Alexander Pechtold, maar ook de status van de nieuwe fractievoorzitter is ongewis. Een echte partijleider wordt pas aangewezen als er voor de volgende Tweede Kamerverkiezingen een interne lijsttrekkersverkiezing plaatsvindt. Tot die tijd zal vicepremier Kajsa Ollongren vanuit het kabinet de belangen van D66 behartigen en gaat de nieuwe fractievoorzitter haar bijstaan vanuit de Kamer. Het is de nieuwe realiteit voor de regeringspartij: twee aanvoerders en geen leider.

De nieuwe fractievoorzitter in de Kamer zal eerst intern zijn gezag moeten bevechten, maar beschikt daarbij over veel minder machtsmiddelen dan Pechtold, die jarenlang een doorslaggevende stem had bij de samenstelling van de kandidatenlijst voor de verkiezingen. De meeste D66’ers die nu in de Kamer of het kabinet zitten, hebben hun positie aan Pechtold te danken. Partijgenoten die zijn lijn niet volgden, moesten juist vrezen langzaam uit zicht te verdwijnen. Pechtold had zo een wortel en een stok; de nieuwe fractievoorzitter heeft geen van beide.

Als intern de gezagsverhoudingen onduidelijk zijn, kan dat ook doorwerken in de onderhandelingen met andere regeringspartijen, zoals bijvoorbeeld over de besteding van de 1,9 miljard die vrijvalt doordat de dividendbelasting overeind blijft. Tot nu toe konden de leiders van VVD, CDA en ChristenUnie tijdens coalitieoverleggen deals sluiten met Pechtold, omdat ze wisten dat hij zijn fractie altijd zou meekrijgen. Bij een nieuwkomer is dat nog maar afwachten.

Alexander Pechtold (D66) ruimt zijn werkkamer op in de Tweede Kamer, daags nadat hij bekend heeft gemaakt te stoppen in de politiek.Beeld Freek van den Bergh

Dreigende nederlagen

Timing is alles, luidt de conventionele wijsheid op het Binnenhof. Is dit het goede moment om in de voetsporen van Pechtold te treden? Met een beetje pech kan de nieuwe fractievoorzitter binnen een jaar al diepe krassen oplopen.

Allereerst zijn er de provinciale-statenverkiezingen van maart 2019 die gaan bepalen of Rutte III zijn meerderheid behoudt in de Eerste Kamer. Voor D66 zijn de vooruitzichten allesbehalve positief. In de peilingen staat de partij op zwaar verlies en het gaat niet meevallen om het tij te keren.

De nieuwe fractievoorzitter zal zich in de campagne moeten mengen, maar heeft weinig bewegingsruimte. De coalitiepartners zullen er gespitst op zijn dat hun nieuwe onderhandelingspartner bij D66 trouw blijft aan het regeerakkoord. Tegelijkertijd is het voor een ambitieuze D66’er geen aanlokkelijk perspectief om als grote pleitbezorger van het vooralsnog weinig geliefde kabinet Rutte III door het leven te moeten.

In mei staan de Europese verkiezingen alweer op stapel. Ook dan ligt de lat hoog. In 2014 kreeg D66 bij die verkiezingen nog meer stemmen dan welke partij ook. Ter vergelijking: in de peiling van Maurice de Hond is D66 nu nog maar de achtste partij. Slechte uitslagen in maart en mei zullen niet helemaal op het conto van Pechtolds opvolger komen, maar geen enkele politicus heeft graag de geur van twee verkiezingsnederlagen om zich heen.

Naast twee lastige campagnes wacht de nieuwe fractievoorzitter ook een moeilijke taak bij het coalitiemanagement. Als Rutte III in maart zijn meerderheid in de Eerste Kamer verliest, moeten de regeringspartijen op zoek naar een gedoogpartner, een allesbehalve makkelijke opgave. Spanningen liggen op de loer in de Haagse binnenwereld. Een relatief onbekende D66-aanvoerder in de Kamer kan dan al snel een makkelijke zondebok worden.

Alexander Pechtold (D66) ruimt zijn werkkamer op in de Tweede Kamer, daags nadat hij bekend heeft gemaakt te stoppen in de politiek.Beeld Freek van den Bergh

Onderlinge rivaliteit

‘Keuze genoeg’, zei Pechtold zelf over zijn potentiële opvolger. Voor de nieuwe fractievoorzitter is dat ook meteen een risico; hij moet een gezelschap leiden waarin meerdere mensen met leiderschapsaspiraties zitten. Zeker als nieuwe verkiezingen in zicht komen, zal de profileringsdrang groeien.

D66 heeft zelf al eerder ervaren hoe snel een partij in kampen uiteen kan vallen. In 2005 leidde het vertrek van partijleider Thom de Graaf tot een machtsvacuüm. Na verloop van tijd ontstond er binnen de D66-fractie steeds meer weerstand om het eigen kabinet te steunen. Toenmalig fractievoorzitter Boris Dittrich stapte uiteindelijk op, omdat D66-ministers weigerden mee te gaan in zijn verzet tegen een militaire missie in Uruzgan. Een paar maanden later blies de volgende D66-fractievoorzitter het kabinet Balkenende II alsnog op.

De partij is nu stabieler, maar tegelijkertijd zal het geen potentiële lijsttrekker in de fractie zijn ontgaan dat een outsider als Boris van der Ham momenteel goed scoort bij de D66-achterban. Het ex-Kamerlid schrikt niet terug voor stevige kritiek op het kabinet en lanceert zelf ondertussen allerlei nieuwe ideeën.

Als de nieuwe fractievoorzitter niet oppast, kan het gretige Kamerleden in zijn fractie zomaar op ideeën brengen.