Sommige van de namen die in het verleden op de shortlist van mogelijke winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede terechtkwamen, zijn schokkend. Adolf Hitler, Benito Mussolini en Jozef Stalin werden allen genomineerd.
In het geval van Hitler was dat wel per ongeluk: de Zweedse diplomaat die hem als 'Prins van de Wereldvrede' voordroeg in 1939 - drie maanden voor de Duitse invasie van Polen - liet later weten dat sarcastisch te hebben bedoeld.
Over de daadwerkelijke winnaars ontstaat ook regelmatig ophef, omdat niet iedereen het op voorhand eens is over hun geschiktheid als vredestichter, of vanwege hun acties na het ontvangen van de prijs.
Henry Kissinger (1973)
De toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger won de vredesprijs samen met de Vietnamese revolutionair, generaal en diplomaat Le Duc Tho. Ze kregen de prijs, omdat ze een staakt-het-vuren waren overeengekomen in de Vietnamoorlog, de zogenoemde Parijse vredesakkoorden.
De nominatie van Kissinger leidde al direct tot gefronste wenkbrauwen, aangezien hij bekendstond als oorlogshavik en als minister eind 1972 nog medeverantwoordelijk was voor de 20.000 ton aan bommen die de Amerikaanse luchtmacht afwierp op de Vietnamese stad Hanoi.
Al snel bleek ook dat Kissinger tijdens de onderhandelingen het bevel had gegeven tot geheime tapijtbombardementen in Cambodja, een land dat niet direct bij de oorlog was betrokken. Naar schatting achthonderdduizend mensen kwamen daarbij om het leven. De zwaarste bombardementen vonden drie maanden na de ondertekening van het verdrag plaats.
Le Duc Tho werd de eerste persoon in de geschiedenis die de vredesprijs afwees, Kissinger haalde de zijne wel op.
"Politieke satire werd overbodig toen Kissinger de Nobelprijs kreeg", merkte de Amerikaanse satirist en muzikant Tom Lehry destijds op.
Shimon Peres, Yitzhak Rabin en Yasser Arafat (1994)
De toenmalige Israëlische premier Yitzhak Rabin, minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres en de Palestijnse leider Yasser Arafat ontvingen de Vredesprijs voor de Oslo-akkoorden, die moesten dienen als eerste aanzet voor een permanente oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict.
Vooral Peres en Arafat waren omstreden winnaars. Eerstgenoemde speelde decennialang een belangrijke rol bij het atoomprogramma dat van Israël een kernmacht maakte. Dat strookt niet met het vereiste van de Zweedse Academie dat winnaars van de vredesprijs zich moeten hebben ingezet voor demilitarisatie van hun land, voerden critici aan.
Daarnaast was Peres twee jaar na ontvangst van de prijs verantwoordelijk voor het artilleriebombardement op een VN-basis in Libanon, waarbij 106 burgers om het leven kwamen.
Arafat was een van de oprichters van de guerrillabeweging (en latere politieke partij) Fatah, die onder meer terroristische aanslagen pleegde. Als Palestijnse leider was hij ook betrokken bij de Eerste Intifada (1987-1993), een volksopstand in de Palestijnse Gebieden tegen de Israëlische bezetting die werd beëindigd door de Oslo-akkoorden.
De opstand leidde tot honderden doden en circa 40.000 gewonden aan Palestijnse zijde en 164 doden aan Israëlische zijde. Daarnaast werden zo'n duizend Palestijnen door andere Palestijnen gedood wegens vermeende collaboratie met Israël.
Aung San Suu Kyi (1991)
De Myanmarese politicus Aung San Suu Kyi won haar Nobelprijs voor haar "geweldloze gevecht voor democratie en mensenrechten" in de politieke oppositie tegen de militaire junta. Omdat ze onder huisarrest stond, kon ze de prijs pas 21 jaar later (in 2012) ophalen. Toen het land in 2015 voor het eerst in een kwart eeuw vrije verkiezingen hield, won haar partij een absolute meerderheid in het parlement en werd ze de facto regeringsleider.
Onder haar bewind startte het Myanmarese leger in 2016 een nietsontziende campagne tegen Rohingya's in de deelstaat Rakhine. De veiligheidsoperatie was in eerste instantie een reactie op aanslagen door militante Rohingya's. Maar de operatie werd vanaf het begin aangegrepen als gelegenheid om af te rekenen met het islamitische minderheidsvolk, dat in Myanmar de status van tweederangsburger heeft en sterk wordt gewantrouwd door de boeddhistische meerderheid.
De VN noemt het optreden van het Myanmarese leger een "schoolvoorbeeld van etnische zuivering". Honderdduizenden Rohingya's vluchtten naar buurland Bangladesh.
De Myanmarese leider Suu Kyi ontkent stellig dat sprake is van systematische mensenrechtenschendingen, ondanks een overschot aan bewijzen van het tegendeel.
Dat leidde tot een internationaal breed gedragen oproep om haar vredesprijs in te trekken. Het Nobelcomité liet in augustus weten daar niet over te peinzen. Suu Kyi won haar Nobelprijs in 1991 voor de dingen die ze tot dat moment had bereikt. De statuten van de Academie laten het bovendien niet toe een uitgereikte prijs in te trekken, aldus voorzitter Olav Njoelstad.
Nobelprijs werd 98 keer uitgereikt sinds 1901
De prijs, die vrijdag dus weer wordt uitgereikt, bestaat uit een gouden medaille en een geldbedrag van 870.000 euro. Het is de beloning voor diegenen die zich in het afgelopen jaar het meest hebben ingezet voor vrede. Er zijn 131 winnaars - oftewel Nobellaureaten - geweest: 104 personen en 27 organisaties.
Het Internationale Rode Kruis won de Nobelprijs voor de Vrede drie keer (in 1917, 1944 en 1963). Het vluchtelingenbureau van de Verenigde Naties (UNCHR) won tweemaal (in 1954 en 1981).