Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

ING-commissaris: ‘Politici moeten hun toon matigen’

Henk Breukink Commissaris ING

Met hun harde kritiek op bedrijven als ING gooien politici „kooltjes op het vuur”, stelt commissaris Henk Breukink. „Dat doen ze uit eigenbelang.”

Henk Breukink, commissaris van ING.
Henk Breukink, commissaris van ING. Foto Andreas Terlaak

Politici zijn onnodig hard als bij bedrijven misstanden aan het licht komen, zoals recent bij ING. Daarmee voeden zij het maatschappelijk wantrouwen tegenover het bedrijfsleven.

Dat vindt Henk Breukink, sinds 2007 commissaris bij de bank die vorige maand een recordschikking van 775 miljoen euro trof met het Openbaar Ministerie omdat klanten jarenlang ING-rekeningen konden gebruiken om geld wit te wassen.

In een opiniestuk in Het Financieele Dagblad schreef Breukink (68) woensdag dat politici niet zo zouden moeten „wijzen naar anderen waar iets fout gaat”. Het is voor het eerst dat een ING-commissaris, zij het op persoonlijke titel, zich uitspreekt sinds de witwasaffaire en de verontwaardiging daarover. In gesprek met NRC licht hij zijn pleidooi toe.

U stelt in uw opiniestuk dat politici „bijzonder hardvochtig” hebben gereageerd op de schikking van ING. Wat bedoelt u?

„Ik vraag me af wat de toegevoegde waarde is van de extra kooltjes die politici op het vuur gooien. Specifiek de minister van Financiën [Wopke Hoekstra, CDA]. Dat heb ik me ook in andere gevallen afgevraagd, bijvoorbeeld bij de harde kritiek op accountants. Waarom het probleem groter maken? Het is duidelijk dat dingen bij ING beter konden, maar het is ook helder dat veel banken in Europa moeite hebben om het goed te doen. Dan verwacht ik dat een minister zegt: dit is een algemeen probleem, laten we kijken hoe we dit oplossen.”

ING is nalatig geweest, erkent u. De bank kreeg een recordboete. En ING is een systeembank. Dan is het toch logisch dat politici kritisch zijn?

Foto Andreas Terlaak

„Politici mogen overal iets van vinden. Het gaat me om hun toonhoogte. Ik denk dat ze daarbij anticiperen op de publieke opinie.”

Ze praten het publiek naar de mond?

„Ik denk dat er welbegrepen eigenbelang zit achter het feit dat ze zich zo krachtig uitlaten. Natuurlijk.”

Is de verontwaardiging over ING dan gespeeld?

„Ik kan dat nooit met zekerheid stellen, maar het zou me niet verbazen.”

Volgens u ondermijnen politici het vertrouwen in grote organisaties. Draait u het zo niet om? ING heeft het wantrouwen door zijn nalatigheid toch zelf gevoed?

„Dat is een voor de hand liggende reactie. Het draagt niet bij aan het vertrouwen als dingen niet helemaal goed gaan. Maar er is ook een manier om daar verantwoordelijk mee om te gaan door de politiek. Uw vraag suggereert weer: ja, maar ze doen het toch niet goed? Ja, maar ze schieten toch tekort? Dat is emotie. Dat het publiek zo reageert kan ik begrijpen. De toonhoogte van volksvertegenwoordigers mag wel een andere zijn.”

Lees ook hoe het misging bij ING: Poortwachter ING hield zijn ogen gesloten

Bent u als toezichthouder van ING in de juiste positie om dit punt te maken?

„Als niemand anders het doet dan doe ik het wel. Het gaat me ook niet om ING, maar om het toenemende wantrouwen in de samenleving. Daar moeten we wat aan doen.”

Delen de andere commissarissen van ING uw mening?

„Ik denk het wel, maar ik heb het ze niet gevraagd. Ik weet wel dat ongelooflijk veel mensen in mijn omgeving het van harte met me eens zijn. Alleen niemand durft zich uit te spreken. De trend is: stilzitten als je geschoren wordt.”

U houdt toezicht op ING. Rekent u zichzelf aan wat er is misgegaan?

„Dat vraag ik me al maanden af. Ik ben er nog niet uit. Je kunt bij ING zomaar zeven partijen noemen die mogelijk verantwoordelijkheid dragen als iets niet helemaal goed is gegaan: de mensen bij de afdeling compliance, het management, het bestuur, de interne en externe accountant, toezichthouders, en wij als commissarissen.”

Volgens justitie voelde niemand binnen ING zich echt verantwoordelijk. Had u meer kunnen doen?

„Dit is precies waarom mijn collega’s niet met jullie praten. Het accent ligt op: u moet zich schamen, u doet het fout. Jullie willen horen hoe fout het is.”

We willen weten hoe u uw rol ziet.

„Daar wil ik het niet over hebben. Het gaat me om de andere kant van het verhaal. Ik mis de nuance die staat tegenover de bashing. De oplossing in plaats van het straffen en beschuldigen.”

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.